Kampie.info

Reisverslag Cuba



Ernesto 'Che' Guevara

Che Guevara

Ernesto 'Che' Guevara was jarenlang wereldwijd het symbool voor de vrijheidsstrijd van alle onderdrukte volken.

In de jaren 70 van de vorige eeuw was er waarschijnlijk geen commune te vinden waar geen foto hing van deze revolutionair die met zijn lange zwarte haren, baret met rode ster en een dromerige blik de werdel in kijkt.

In de huidge beelvorming is Che Guevara's politieke betekenis ondergeschikt geraakt aan zijn sociale. Mensen zien hem als een cultfiguur. Zijn beeltenis is te vinden op allerlei voorwerpen, zoals ansichtkaarten, baseballpetjes, mokken, sokken, T-shirts en vlaggen. Zelf zou hij waarschijnlijk gegruwd hebben van dit commerciële gebruikt van zijn portret.

Jeugd

Drieëneenhalf decennium na zijn dood is elk schoolkind in Cuba bekend met het levensverhaal van Ernesto Guevara de la Serna. kortweg 'Che' Guevara. Een verhaal dat begint in Rosario (Argentinië) begint. Hier groeit Ernesto Che Guevara op als oudste van vijf kinderen van Ernesto Rafael Guevara Lynch en Celia de La Serna. De geboortedatum op zijn geboortebewijs is 14 juni 1928. Er wordt echter aangenomen, dat met deze datum is gemanipuleerd om het feit te verbergen dat de moeder van Guevara al drie maanden voor het huwelijk zwanger was. Zijn werkelijke geboortedatum was waarschijnlijk 14 mei 1928. Als kind had Guevara het thuis goed. Zijn vader was architect en had een goed inkomen.

Al tijdens zijn jeugd had Ernesto problemen met zijn gezondheid. Tijdens zijn derde levensjaar kreeg hij last van een zware vorm van astma. De jonge Ernesto leest veel, maar is als tiener ook actief in verschillende sportverenigingen. Het feit dat hij astma heeft belet hem niet een uitstekende sporter te worden.

In 1948 besluit Guevara geneeskunde te gaan studeren aan de universiteit van Buenos Aires. Nadat hij zijn studie in 1951 heeft onderbroken om samen met zijn vriend Alberto Granado een motorreis door Latijns-Amerika te maken studeert hij in 1953 af als arts.

Eerste motorreis

In 1951 onderbreekt Ernesto zijn studie aan de universiteit om samen met zijn vriend Alberto Granado, een biochemicus en politiek radicaal, een rondreis op de motor (een Norton 500 CC bijgenaamd 'La Poderosa II' ofwel 'De Machtige') door Latijns-Amerika. Het doel was om een paar weken als vrijwilliger te werken in de leprakolonie aan de Amazone in Peru. De reis zou echter meer dan een jaar duren. Een jaar waarin de twee op de motor meer dan 12.000 km aflegden. De reis liep van hun woonplaats Córdoba via Chili, Peru, Colombia naar Venezuela. Gedurende deze tocht schreef Guevara een dagboek "Diarios de motocicleta" dat later in het Nederlands is uitgegeven onder de titel "Op de motor door Latijns-Amerika" en in 2004 verfilmd is als The Motorcycle Diaries door Walter Salles, met Gael García Bernal in de hoofdrol.

Tweede motorreis

Nadat hij is afgestudeerd als arts vertrekt Ernesto in 1953 voor zijn tweede grote reis door Latijns-Amerika waarbij hij door Bolivia, Peru, Ecuador, Panama, Costa Rica, Nicaragua en Honduras trekt. Gedurende deze reis hoort Guevara dat de president van Guatemala, Jacobo Arbenz Guzmán, landhervormingen doorvoert. Aangetrokken door dit nieuws vertrekt hij naar Guatemala.

Guatemala

Aangekomen in Guatemala stad zoekt hij Hilda Gadea Acosta op. Hilda, met wie hij later zou trouwen, is een Peruaanse econoom die in Guatemala woont. Hilda heeft dankzij haar lidmaatschap van een socialistische beweging (APRA) de nodige politieke connecties en introduceert Guevara bij een aantal belangrijke overheidsdienaren van de regering-Arbenz. Ook herstelt Guevara het contact met een groep Cubaanse bannelingen, die hij eerder in Costa Rica had ontmoet, onder wie Antonio 'Nico' Lopez, een deelnemer aan de mislukte aanval van Fidel Castro op de Moncada Kazerne in Santiago de Cuba op 26 juli 1953.

Cubaanse revolutie

Na zijn verblijf in Guatemala reist Che Guevara door naar Mexico waar hij de Cubaanse rebellen rond Fidel Castro ontmoet. Hij sluit zich bij hen aan. Zijn nieuwe vrienden geven hem de bijnaam 'Che', de Mexicaanse bijnaam voor iemand met een Argentijnse achtergrond. Op 2 december 1956 vaart Che samen met zo'n tachtig leden van de Beweging van de 26ste juli mee op het jacht Granma naar Cuba. Ze gaan aan land in de provincie Oriente. Samen met Fidel Castro en Raúl Castro hoort Che bij de groep van twaalf rebellen die beschietingen door de luchtmacht van Batista overleven. Samen met de andere overlevenden trekt Che zich terug in de Sierra Maestra waar ze met steun van lokale boeren een guerrilla opzetten. Che vecht mee met de Beweging van de 26ste juli. Op 8 januari 1959 is hij een van de commandantes die met een zegevierend rebellenleger Havana binnentrekt.

Na de revolutie

mausoleum van Che Guevara
Mausoleum van Che Guevara in Santa Clara

Na verscheidene posten in de nieuwe Cubaanse regering te hebben bekleed, legt Che Guevara op 1 april 1965 al zijn functies in de regering van Cuba naar en verlaat hij het land om de revolutie in andere landen te verspreiden. Eerst in de Democratische Republiek Congo en later in Bolivia. In 1966 bouwt hij in Bolivia een kleine verzetsgroep op. Zij voeren echter een op voorhand verloren strijd.

Op 8 april 1967 wordt Che Guevara in La Higuera gevangen genomen en gemarteld. De volgende dag wordt hij doodgeschoten door een jonge Boliviaanse militair, Mario Terán. Uit angst voor het charisma van Che Guevara wordt zijn lichaam in een massagraf weggestopt zodat er geen spoor van hem over zou blijven. Maar in 1997 wordt zijn stoffelijk overschot in Bolivia gevonden. In juli van dat jaar zijn de overblijfselen van Guevara en zes van zijn kameraden naar Cuba overgebracht en in oktober 1997 met militaire eer bijgezet in een mausoleum in Santa Clara.

Persoonlijkheidscultus

Che Guevara
Muurschildering in Havana

Rond de persoon van Che Guevara is een persoonlijkheidscultus ontstaan die zijn grondslagen heeft op drie factoren, die logisch uit elkaar voortvloeiden. Ten eerste de foto van Alberto Korda, misschien wel de bekendste portretfoto ooit. Deze foto, genomen op een begrafenis in Cuba in 1960 is pas in 1967, het jaar van Guevara's executie, uitgebracht. De verspreiding van deze foto heeft door de jaren heen voor een enorme bekendheid gezorgd. Er is ook een kleurendruk van de hand van de Ierse graficus Jim Fitzpatrick. Met zijn lange haren en baard alsmede zijn aansprekende profiel was Guevara een voor die tijd knappe en fotogenieke man. Zijn beeltenis bekleedde de muren van menig puber- en studentenkamer, soms zonder dat zijn achtergrond, zijn politieke visies en zijn daden bij de bewoner van de desbetreffende kamer bekend waren.

De tweede reden voor de persoonlijkheidscultus is zijn voortijdige dood, als gevolg van een executie. Hierdoor werd Guevara een icoon van de communistische revolutie en een symbool voor de strijder tegen onrecht, waarbij velen zijn daden als militair en voltrekker van executies afdeden als noodzakelijk. Zowel de communisten als de armen van Zuid-Amerika zagen in hem een soort Messias.

Tot slot speelde de hippiebeweging een belangrijke rol. De groeiende weerstand tegen de Vietnamoorlog en de roep om sociale veranderingen maakten de mensen gevoelig voor charisma en bovendien op zoek naar propagandamateriaal, of op z'n minst een icoon. Een vijand van de VS, geliquideerd door een door de CIA georganiseerde legereenheid was met het toenemende anti-Amerikanisme een geliefd symbool.

In de beeldvorming is Che Guevara's politieke betekenis ondergeschikt geraakt aan zijn sociale: men ziet hem als een cultfiguur. Zijn beeltenis is te vinden op allerlei voorwerpen, zoals ansichtkaarten, baseballpetjes, mokken, sokken, T-shirts en vlaggen.