Kampie.info

Reisverslag Egypte



Cairo: De Noordelijke en zuidelijke dodenstad

Kampie's reisverslag Egypte: Zuidelijke dodenstad van Cairo

Als de levenden geen dak boven hun hoofd kunnen vinden en de doden beschikken over gerieflijke mausolea in een rustige buurt, wat doe je dan? Precies, je gaat kraken.

Dat is precies wat enkele honderdduizenden (en volgens sommigen zelfs miljoenen) inwoners van Cairo gedaan hebben. aanvankelijk probeerde het stadsbestuur deze situatie te negeren, maar op den duur ging dat niet meer. Daarom is toen besloten in de dodensteden water en elektriciteit aan te leggen. Nu zijn de noordelijke dodenstad (Tombes van de Kaliefen) aan de voet van de Moqatam-bergen en de zuidelijke dodenstad, ten zuiden van de citadel, nog niet de allerslechtste buurten van Cairo om in te wonen. Zo is er heel weinig verkeer, geen hoogbouw, relatief veel groen en de lucht is er minder smerig dan in het centrum. Voorzieningen zijn er echter bijna niet, de meeste bewoners zijn vrij arm, komen doorgans van buiten de stad en ze zullen niet gauw willen toegeven dat ze op een begraafplaats wonen.

Al tijdens de farao's was de dood onlosmakelijk onderdeel van het leven. De dodenverering is bij de Egyptenaren nooit helemaal verdwenen, waardoor mensen heel anders tegenover doden en hun rustplaatsen staan dan wij. Ook nu nog wordt elk jaar, tijdens bepaalde feestdagen, de dag picknickend doorgebracht op het familiegraf. Dat wil zeggen als je tenminste rijk genoeg bent voor een familiegraf. Maar ook deze traditie verwatert en de families laten steeds minder vaak hun gezicht zien. De dodensteden zijn naar Oudegyptisch voorbeeld aangelegd; de graven worden bewaakt door ghaffirs. Die mensen verdienen ook geen kapitalen. Verschijnt er nu iemand die zo'n graftombe wel als woning wil hebben, dan neemt hij contact op met de bewaker, die dan bemiddelt tussen de eigenaar en de aspirant-bewoner. Komen de partijen tot overeenstemming, dan betalen de nieuwe bewoners huur aan de ghaffir, die op zijn beurt weer een deel van het bedrag af moet staan aan de eigenaar. Alleen op de dagen dat de families hun doden komen opzoeken, zijn de bewoners geen meester in eigen huis. Dan moeten ze maar zien waar ze blijven.

De tijd dat allerlei ongure personages zich in de dodensteden verschuilden is voorgoed voorbij. U kunt deze buurten dan ook ongestoord bezoeken, de op baksjisj (fooi) jagende kinderen even daargelaten. Stel u evenwel terughoudend op bij het fotograferen. Met andere woorden, toon respect voor de bewoners van deze bijzondere wijken en ga geen bewoonde tombe in als u niet uitgenodigd bent.