Kampie.info

Reisverslag Indonesiƫ
(Sumatra, Java en Bali)



Vlag Indonesie

Week 3 (Java)

In 2013 heb ik van 3 juni tot en met 2 juli een 30-daagse rondreis door Indonesië gemaakt. En meer specifiek, een reis over de eilanden Sumatra, Java en Bali. Oftewel, een reis langs vulkane en rijstvelden. Deze reis heb ik geboekt bij Sawadee in Amsterdam. Op deze pagina staat een verslag de derde week van deze reis.


Links naar aanvullende informatie:

Algemeen:

Feiten en cijfers

Filmpjes

Foto's

Nationale vlag

Sumatra:

Feiten en cijfers

Java:

Feiten en cijfers

Bali:

Feiten en cijfers

Externe links:

Dopper

Kindertehuis Bukit Lawang

Indonesië.nl

Stichting Semangat

Dinsdag 18 juni 2013, naar Malang

Rond kwart over acht vertrekken we in de richting van Malang. Dit doen we niet in onze 'grote' bus, maar in hetzelfde minibusje waarmee we gisteren naar de Sewu tempel zijn gereden. Met dit kleine busje zullen we het eerste stuk van de route, een weg over een hoge en steile pas, rijden. Als we de pas over zijn zullen we overstappen in de grote bus die een kwartier eerder, met onze bagage, is vertrokken.

Java

Als we de pas over zijn en overgestapt zijn in de grote bus beginnen we aan de lange rit naar Malang. Langzaam maar zeker wordt het landschap vlakker en verdwijnen de heuvels uit het landschap. Na een korte koffiestop, stoppen we aan het eind van de ochtend om de te gaan lunchen. Een vroege lunch, maar ik snap heel goed waarom we hier stoppen. Het eten is hier namelijk erg goed.

Na de lunch vervolgen we onze rit naar Malang. Door de combinatie van vermoeidheid en het monotone geluid van de dieselmotor van de bus val ik achter in de bus in slaap. Als ik weer wakker wordt is het landschap opnieuw veranderd. De eindeloze vlakte met groene rijstvelden is verdwenen en de heuvels zijn terug in het landschap.

Veemarkt
Veemarkt

We rijden stevig door. Om in Malang te komen moeten we namelijk nog een hoge pas over en de chauffeur wil graag over de pas rijden voordat het donker wordt. Toch is er nog voldoende tijd voor twee korte tussenstops. De eerste tussenstop is een niet geplande fotostop in een klein dorpje waar we doorheen rijden en waar op dat moment een veemarkt aan de gang is. Bij de tweede tussenstop maken we een korte wandeling door een dorpje en rijstvelden aan de rand van dat dorpje.

Het verkeer zit mee en we schieten goed op. We zijn dan ook ver voordat het donker wordt de steile pas over. Ook zijn we veel eerder dan gepland in Malang. Dat geeft ons voldoende tijd om even iets te gaan drinken bij de beroemde Toko Oen.

Toko Oen
Toko Oen (Malang)

Een plaats waar het lijkt alsof de tijd daar heeft stilgestaan. Ik kan mij voorstellen dat Nederlanders tijdens de koloniale tijd hier graag kwamen om iets te drinken en te eten. Even bij Toko Oen stoppen om iets te drinken in nog steeds een aanrader. Eten schijn je beter op een andere plaats te kunnen doen. Na de stop bij Toko Oen rijden we verder naar het hotel waar we de komende nacht zullen slapen. Hier komen we rond half zes aan.

's Avonds gaan we met een groot deel van de groep eten bij 'Museum Resto Inggil'. Wat mij betreft een aanrader. Niet alleen is het eten er erg lekker, het is ook een leuke plaats om te zitten.

Ik bestel een Gurame (een lokale vissoort) in zoetzure saus. En zoals wel vaker in Aziatische landen ligt er ook nu een complete vis op mijn bord. Een met compleet bedoel ik met kop, staart en alles wat daar tussen zit. De vis is echter goed bereid waardoor het vlees gemakkelijk van de graat loslaat. En wat nog belangrijker is, hij smaakt heel goed.

Hotsepot
Hotsepot

Als we na het eten het restaurant uit lopen valt het oog van een groepsgenoot op een houten bordje bij de ingang. Wordt hier nu gemeld dat een speciaal gerecht op de menukaart staat of wordt er met een 'Hotsepot' toch iets anders bedoeld.

Woensdag 19 juni 2013, naar de Bromo

Java
Boer ploegt een rijstveld

Nadat de eigenaresse van het hotel eerst onze groep op de foto heeft gezet en een van ons op haar verzoek namens de groep iets in het gastenboek heeft geschreven vertrekken we rond haf negen bij het hotel en gaan we op weg naar de beroemde Bromo vulkaan. Na een klein uurtje rijden maken we een korte, niet geplande, fotostop bij een rijstveldje. De chauffeur heeft gezien dat een boer bezig is om met een paar ossen het rijstveld te ploegen en hij weet dat ´wij´ een dergelijk tafereeltje graag op de foto zetten. Net als gisteren toen wij bij de veemarkt stopten en de chauffeur op een andere, en mooiere, plaats stopte voor een wandeling door de rijsvelden geven de chauffeur en de bijrijder aan goed te weten wat toeristen graag willen zien. Ook de volgende stop, een fotostop bij de kleurrijke markt in Tupang, is een idee van de chauffeur en-of de bijrijder. Klasse! We rijden verder door een gebied waarin ik veel grote velden met suikerriet zie. Kennelijk groeit dat hier goed. En natuurlijk wordt er daar waar suikerriet groeit ook suikerriet geoogst. en dus komen we onderweg ook veel vrachtwagens vol suikerriet tegen.

Onderweg naar de Bromo

In een klein Javaans dorpje drinken we een kop koffie of thee bij een lokale familie die daar zoetje hapje bij serveert. Terwijl wij in de woonkamer van een huis zitten, zijn buiten kinderen aan het spelen. Kinderen die nieuwsgierig zijn naar de toeristen die in het huis zitten. Een voor een kijken ze even naar binnen. Sommigen veilig door het raam. Anderen, de 'dapperen', komen in de deuropening staan. Een van de 'dapperen' trekt mijn aandacht door het T-shirt dat hij draagt. Op zijn shirt staan namelijk een afbeelding van het hoofd van Osama Bin Laden. Zou de jongen zelf weten wie Osama Bin Laden is? En zijn moeder, die dit shirt voor het gekocht zal hebben, zal zij zich gerealiseerd hebben wiens gezicht prominent op het shirt staat? En was dat voor haar misschien juist de reden om dit shirt te kopen? Of heeft ze dit shirt gekocht simpel vanwege het feit dat dit shirt beschikbaar was en dat ze haar zoon toch moet kleden?

Na de tussenstop stappen we over van onze grote bus in twee open terreinwagens. De bagage voor één dag gaat op het dak van de cabine van een van de terreinwagens En wij verdelen ons over de open bakken van de terreinwagens. Staande achterop de terreinwagens vervolgen wij onze reis. Het eerste stuk is de weg nog goed en schieten we, ondanks dat de weg stijl omhoog gaat, behoorlijk op. Maar dan wordt de weg slechter en daalt onze snelheid. We rijden eerst naar een dorpje waar we onze toegangskaart voor de Bromo moeten kopen. En in dat dorpje lacht het geluk ons toe. In het dorp is op dat moment namelijk een ceremonie aan de gang. Jonge kinderen zitten op prachtig versierde paarden. Het doet mij denken aan ceremonie die ik anderhalf jaar geleden in Myanmar heb gezien. Toen ging het om een groep kinderen die het klooster in gingen.

Maar wat is hier aan de hand. Bij het versieren van de paarden zijn pauweveren gebruikt. Iets wat gebruikelijk is bij Hindoeïstische festivals. En er wonen hier Hindoes, dus dat zou kunnen. Maar wat wordt er gevierd? De gids heeft het over een trouwfeest. Dat zou kunnen want er zitten jongens en meisjes op de paarden. Maar die zijn wel erg jong om te trouwen. De gids maakt mij ook duidelijk dat jongens als ze tien jaar oud zijn besneden worden. Maar volgens mij is dat niet gebruikelijk bij Hindoes. Als het ter gelegenheid van een besnijdenis is zou het een islamitische plechtigheid zijn. Dat kan ook, want in het dorp wonen ook veel moslims. Maar hoe zit dat dan met de pauweveren? En waarom zitten er ook meisjes op de paarden? Worden die ook besneden?

Uiteindelijk wordt duidelijk wat er aan de hand is. De ceremonie is ter gelegenheid van het feit dat een aantal jongen besneden gaan worden. Dat er ook meisjes op de paarden zitten is symbolisch. Die meisje zouden in de toekomst de vrouwen van deze jongens kunnen worden (maar dat staat nog niet vast). En het feit dat bij het versieren van de paarden gebruik gemaakt is van pauweveren komt doordat, hoewel dit een islamitische ceremonie is, de in het dorp wonende hindoes geholpen hebben bij het versieren van de paarden.

Het is een schitterend schouwspel om de stoet van rijkelijk versierde paarden en kleurrijk uitgedoste kinderen begeleid door een klein orkestje en het rinkelende geluid van de bellen waarmee de paarden versierd zijn door het dorp te zien trekken. Aan het eind van het dorp trekt de stoet naar de net buiten het dorp gelegen begraafplaats om respect te tonen aan de voorouders van deze kinderen. Ik zou hier nog uren naar kunnen kijken, maar Karin heeft inmiddels de kaartjes voor de Bromo geregeld en dus is het tijd voor ons om verder te gaan.

Ticket Bromo

Toegangsprijs Bromo Tenggur Semeru National Park

Volgens de Lonely Planet is de entreeprijs voor het Bromo Tenggur Semeru Narional Park 48.000 rupiah.

Per 1 juni 2013 is de prijs echter verhoogt met maar liefst 48.000(!) rupiah.

En dus betaalden wij 72.500 rupiah.

Ach dat is nog steeds minder dan zes euro.

We stappen we in de open bakken van de terreinwagens en rijden verder. We stijgen aar een hoogte van ruim 2.100 meter. Volgens een wegwijzer zijn we nu 10 kilometer verwijderd van de Bromo. Hier lunchen we waarna we vanaf dit punt beginnen aan een wandeling in de richting van de Bromo. Eerst dalen we af in een grote oude krater die de huidige Bromo omringt. Daarna lopen we door een vlak maar dan nog erg groen landschap omgeven door een hoge oude kraterwand. Later wordt het landschap kaal als een maanlandschap.

Na ruim twee uur lopen stappen we weer achterop de terreinwagens en rijden we verder. We komen steeds dichter bij de imposante Bromo vulkaan.

Bromo
De Bromo vulkaan

Vlakbij een, aan de voet van de Bromo gelegen, Hindoeïstisch klooster stappen we uit. Door een surrealistisch landschap lopen we de Bromo op. Het laatste stuk gaat via een trap met ongeveer 250 treden. Niet extreem zwaar, maar wel even afzien. MJaar het is de moeite waard. Vanaf de rand van de krater kijken we in de dampende kratermond van de Bromo vulkaan.

Hierna rijden we naar het hotel waar we de komende nacht zullen slapen. Het Lava View Lodge hotel in Probolinggo. Tegen de tijd dat we bij het hotel aankomen zit is zo onder het stof dat ik het zelfs voel knarsen tussen mijn kiezen. Tijd dus voor een warme douche.

´s Avonds eten we met z´n allen in het restaurant van het hotel. Daarna ga ik vroeg slapen want morgen wil ik vroeg opstaan om de zon op te zien komen.

Donderdag 20 juni 2013, zonsopkomst bij de Bromo

De Brome bij zonsopkomst
De Bromo bij zonsopkomst

Vanmorgen wordt ik voor de eerste keer tijdens deze vakantie wakker van de wekker. Het is ook nog erg vroeg en nog donker buiten als mijn wekker afgaat. Ik schiet snel in de kleren. Lange broek, t-shirt, fleece en regenjas. Laagjes kleding om warm te blijven. Buiten tref ik een paar groepsgenoten met wie ik heb afgesproken om naar een vlakbij het hotel gelegen uitzichtpunt te lopen om daar de zon op te zien komen. Om kwart over vijf beginnen we te lopen en een kwartiertje later zijn we op het uitzichtpunt. Hier staat al een groepje, vooral Indonesische, toeristen te wachten op het moment dat de zon zich laat zien. En natuurlijk zitten er op een plek waar mensen bij elkaar komen ook mensen die daar iets aan willen verdienen met het verkopen van eten en drinken maar hier ook met ver verkoop van mutsen en handschoenen.

Ik had gehoopt dat de vlakte tussen het uitzichtspunt en de Bromo vol mist zou hangen zoals ik dat op foto's heb gezien. Maar helaas hangen er vanmorgen slechts een paar flarden mist in de vlakte. Ik denk dat dat komt doordat het vanmorgen regent. als de zon even later opkomt geeft dat wel een hele mooie lichtval op de Bromo vulkaan. En dankzij de regen zien we ook een mooie regenboog boven de Bromo. Zo zie je maar weer, elk nadeel heeft zijn voordeel. Maar echt spectaculair vind ik het niet. Het is zeker mooi, maar niet bijzonder. Waren mijn verwachtingen te hoog? Of had ik toch naar het hoger gelegen 'officiële' uitzichtpunt aan de andere kant van de Bromo moeten gaan. Ik denk niet dat de zonsopkomst daar veel mooier geweest zou zijn. Want ook vanaf dat punt gezien zou de vallei niet vol mist gehangen hebben en ook als ik daar gestaan zou hebben zou de zon vrij snel nadat hij was opgekomen weer achter de wolken verdwenen zijn. Ik maak nog een paar foto's en ga natuurlijk ook hier weer met Indonesische toeristen op de foto zodat zij thuis kunnen bewijzen dat ze echt een hele lange Europeaan hebben ontmoet.

Lava View Lodge
Lava View Lodge

Om half zeven zijn we terug bij het hotel. Hier is het restaurant al open. We gaan naar binnen om een kopje koffie of thee te drinken. Hierna ga ik naar mijn kamer. Hier neem ik een douche, pak ik de paar spulletjes die ik bij mij heb in en werk ik mijn dagboek bij. Hierna loop ik weer naar het restaurant om te gaan ontbijten. Na het ontbijten is het tijd om te vetrekken. We rijden eerst met een klein minibusje naar een plek waar onze bus staat. Karin heeft bij de chauffeur van het minibusje aangegeven dat hij rustig moet rijden en dat als hij dat niet doet hij geen fooi zal krijgen. Kennelijk heeft dat indruk gemaakt want wij rijden rustig over de hoge bergpas totdat we bij onze bus zijn. Hier stappen we over in de grote bus en vervolgen wij de rit naar Kalibaru.

Afgelopen nacht heb ik in het korte bed met klamme lakens slecht geslapen. Het duurt dan ook niet lang of ik zit te slapen in de bus. Als ik wakker wordt blijken we bij een dorp in de file te staan. Een eind voor ons is er een optocht ter gelegenheid van een of andere plechtigheid. Maar zonder dat we echt zien wat er aan de hand is rijden we het dorp uit, lost de file op en rijden we verder naar Kalibaru. We rijden aan een stuk door en stoppen onderweg alleen even om te lunchen.

Kalibaru
Winkel in Kalibaru

Tegen kwart voor vijf zijn we aan de rand van Kalibaru. Hier stop wij bij een paar winkels waar allerlei producten gemaakt van aluminium verkocht worden. Dit schijnt iets typisch voor deze streek te zijn. Het is daarna nog maar een kort stukje rijden naar het hotel waar we de komende twee nachten zullen slapen.

Deze reis heb ik mij vaak verbaast over het feit dat veel hotels waar we overnachten over wifi beschikten. Inmiddels ga er ik er als we in een hotel aankomen bijna van uit dat het hotel wel wifi zal hebben. En dat blijkt ook in dit hotel het geval te zijn. Ik vraag mij af of de royale beschikbaarheid van wifi in hotels en cafés er toe geleid hebben dat internetcafés hun deuren hebben gesloten of dat die er nooit zijn geweest. In ieder geval zie heb ik zowel op Sumatra als ook tot nu toe op Java bijna geen internetcafés gezien.

Terwijl ik in de omgeving van de receptie mijn mail check gebeurt er iets waardoor ik mij even schaam voor het gedrag van een landgenoot. In het hotel verblijft ook een groep Nederlandse toeristen die een rondreis maken met fox. Een aantal mensen uit deze groep zitten aan een tafeltje vlak bij mij. een man uit de groep besteld een kop koffie die niet lang daarna gebracht worden. Waarschijnlijk 'echte' Indonesische koffie. Dat wil zeggen, met een beetje koffiedik. Dat moet je dus eventjes naar de bodem van het kopje laten zakken. De man wacht niet, maar roert de koffie juist nog eventjes goed door. Vervolgens neemt hij een slok. Zijn gezicht vertrekt en boos loopt hij naar de bar waar hij het kopje met een plof neerzet en op luide toon meldt 'I don't want it, it's dirty'. Voordat het personeel kan reageren loopt hij terug naar zijn groepsgenoten en begint hen op luidde toon uit te leggen waarom hij de koffie niet wilde. Ondertussen bestudeerd het hotelpersoneel de koffie en een aantal van het neemt een slok van de koffie. Verbaast kijken ze elkaar aan. Er is niets mis met de koffie, dus waarom is die Hollander dan zo boos?

Vrijdag 21 juni 2013, naar een plantage en relaxen aan het zwembad

Kalibaru
De rivier bij het hotel in Kalibaru

Na een nacht waarin ik goed heb (bij)geslapen wordt ik rond kwart over zes goed uitgerust wakker. Ik sta op en wandel naar de naast het hotel lopende rivier. Hier geniet ik van de omgeving. Ik geniet van de rivier, het bos aan de andere kant van de rivier en natuurlijk ook van de rivier. Nadat ik een tijdje bij de rivier heb gezeten loop ik terug naar mijn kamer. Hier ga ik wat zitten lezen in het boek 'Jihad met Sambal'. In dit boek doet Step Vaessen (1965) verslag van haar ervaringen in Indonesië, het grootste islamland ter wereld. In het boek beschrijft ze de Indonesische maatschappij als een maatschappij vol paradoxen en tegenstellingen, met een steeds manifester islam-extremisme naast de veel algemener gematigde islamvariant, in een verwarrend mengsel van onverdraagzaamheid en tolerantie.

Als ik om half acht ga ontbijten, ben ik de eerste van de groep, maar even later schuift de rest ook aan. vamorgen ga ik met een deel van de groep naar een vlakbij het hotel gelegen plantage. Het is de plantage van mevrouw Suhartono. Mevrouw Suhartono spreekt goed Nederlands doordat ze in Wageningen aan de Landbouw Universiteit heeft gestudeerd. Maar mevouw Suhartono doet meer dan alleen een plantage runnen. Ze runt ook een opvanghuis voor zo'n 40 wees- of 'verstoten' kinderen (vaak kinderen van ongehuwde moeders). We worden opgewacht door een aantal van die weeskinderen die ons meenemen naar een ontvangstruimte.

Op de plantage krijgen we een hele boeiende uitleg over alle gewaasen die hier verbouwd worden. Na de wandeling over de plantage lopen we verder tussen mooie groen rijstvelden door.

Na de rondleiding staat er koffie en thee klaar. En natuurlijk ontbreken ook hier de zoet hapjes voor bij de koffie of thee niet.

Terwijl wij onze koffie of thee opdrinken krijgen we een hele leuke dansvoorstelling te zien die wordt uitgevoerd door kinderen die in het aan de plantage verbonden kindertehuis leven. aan het eind van het bezoek koop ik een drietal, door kinderhuis uit het tehuis gemaakte, fotolijstjes. De fotolijstjes moet ik betalen bij een van de oudere kinderen uit het tehuis. Bij een van de andere oudere kinderen reken ik de rondleiding over de plantage af/ Mevrouw Suhartono beijkt dit van een afstandje. Op deze manier probeert ze de kideren te leren om met geld en toeristen om te gaan.

's Middags breng ik eerst een tijdje aan en in hert zwembad van het hotel door. Het mooie van dit zwembad is dat het direct naast de rivier ligt waardoor je vanuit het zwembad uitkijkt op de rivier en het bos op de andere oever. In de loop van de middag schijnen er steeds meer donkere wolken aan de hemel en tegen half drie begint het te regenen. Eerst nog zachtjes, maar niet veel later hard en daarna nog harder.

Zaterdag 22 juni 2013, op weg naar Sukamade


Gestrand in de regen bij een snel stromende rivier

Tja, daar staan we dan. Onderweg naar Sukamade zijn we gestrand bij een snelstromende rivier. We moeten naar de overkan en er is geen brug. Dat betekent dat we door de rivier moeten rijden. Maar staat het water niet te hoog en stroomt het niet te snel? Er wordt besloten een uurtje te wachten omdat verwacht wordt dat het water zal zakken en minder snel zal gaan stromen. Maar zal dat ook gebeuren? En als het water niet zakt, wat dan? Terug? Het zal toch niet dat we dit onderdeel van de reis, waar ik mij erg op verheugd had, mis gaan lopen?

Op dat moment hebben we er al een hele reisdag opzitten en zijn we vrij dicht bij het strand waar we naar toe willen om zeeschildpadden eieren te zien leggen. Even na acht uur het ik vanmorgen mijn grote rugzak achter in de bus gelegd. Een klein tasje met wat spulletjes voor één nacht is boven op het dak van een van de terreinwagen waarmee we naar Sukamade zullen rijden. Althans, dat is dan nog de bedoeling.

Het eerste deel van de route is de weg nog goed en rijden we door een vlak een mooi groen landschap. Wij rijden tussen rijstvelden en Hollands aandoende kanalen door. Het valt mij op dat ze in deze streek kennelijk een goed waterbeheersingssysteem hebben. Zo ligt het waterpeil in de 'Drentse hoofdvaart' waar we lang rijden wel een paar meter hoger dan het water in de rivier die we oversteken. Hollandse invloed?

Onderweg naar naar Sukamade maken we een paar tussenstop. De eerste keer stoppen we bij een rijstveld waar mensen bezig zijn met het planten van rijst. De tweede stop is een koffiestop bij een klein stalletje bij de ingang van het Meru Betiri-natuurpark. In een wachthuisje bij de ingang van het park houden te rangers de boel in de gaten. Maar wat houden ze eigenlijk in de gaten?


Aan het werk op een cacao plantage
Cacaovrucht
Cacaovrucht

In het park stoppen we bij een cacao plantage waar te vrouwen bezig zijn met het oogsten van de cacao. Ze zijn bezig om de cacaobonen uit de op langwerpig meloenen lijken vruchten te halen. Een slijmerig werkje. Maar voor lokale begrippen verdienen de vrouwen goed.

De oudste van de twee vrouwen is 68. Maar als gevolg van het harde leven dat zij leidt en de invloed van de zon op haar huis ziet ze er veel ouder uit. Maar als ik het gemak zie waarmee zij op haar hurken gaat zitten zou ik denken dat ze nog lang geen 68 is.

Palmsuikerproductie
Palmsuikerproductie

Nadat we weer een klein stukje hebben gereden stoppen we bij een palmsuikerfabriek. Nou ja, fabriek. Het zijn eerder twee lange overkappingen waaronder in grote ketels het sap van de palm wordt ingekookt totdat palmsuiker overblijft. In dit warme land loopt de temperatuur hier nog verder op en prikt de rook in mijn ogen. Je zult hier maar de hele dag moeten werken. Of, zoals de mensen die hier werken, er vlak naast moeten wonen. Het feit dat de mensen die hier werken in kleine huisje direct naast 'de fabriek' wonen betekent ook dat hun kinderen tussen de ketels met kokende palmsap lopen te spelen. Niet echt een kindvriendelijke omgeving. Kinderen lopen hier dan ook met enige regelmaat ernstige brandwonden op.


De 'feestzaal'

Opnieuw rijden we maar een klein stukje voordat we weer stoppen. Dit keer stoppen we aan de rand van een dorpje. Het is de bedoeling dat we door het dorp wandelen om zo een goed beeld van het dorp te krijgen. En opnieuw lacht het geluk ons toe. Nadat we eerder onderweg naar de Bromo middenin een ceremonie terecht kwamen, is men hier in het dorp bezig een feest voor te breiden. Onder een overkapping naast een huis staan een aantal tafeltjes en stoelen. Het zijn vooral de stoelen die mijn aandacht trekken. Elke stoel is voorzien van en roze hoes met een groen hartje. Vinden ze dat hier mooi? Of waren deze in de uitverkoop? Achter het 'zaaltje' en in het huis zijn vrouwen bezig met het bereiden van een feestmaal. Net als toen we onderweg waren naar de Bromo duurt het ook nu weer even voordat we door hebben wat voor feest hier wordt voorbereid. Eerst denken we dat het om een bruiloft gaat, maar uiteindelijk blijkt het ook hier om een besnijdenis te gaan Een vrouw maakt ons dit duidelijk door met twee vingers van de ene hand een knippent gebaar te maken bij het uiteinde van een vinger van de andere hand.

Na een donatie voor het feest achtergelaten te hebben, iets wat hier heel gebruikelijk schijnt te zijn bij bruiloften en besnijdenissen, rijden we verder totdat we bij de zee zijn. Hier stappen we uit de jeeps en lopen we over het strand verder naar een visserdorpje. Als we daar aankomen wordt net met vereende krachten een visserboot aan wal gebracht. In het dorpje staan de jeeps op ons te wachten. Maar voordat we verder rijden is het eerst tijd om te lunchen. En opnieuw is de lunch die we onderweg gebruiken goed verzorgd. Tot nu toe verloopt de dag zonder problemen. Maar dat zal later veranderen.

Rafflesia
Amorphophallus titanum(?)

Na de lunch rijden we weer verder. De goed geasfalteerde weg hebben we dan al lang verlaten. Toch moet de echt slechte weg nog komen. Even later moeten de een hoge pas over. En de weg die over de pas loopt mag eigenlijk de naam 'weg' niet dragen. Het is is keienpad vol met kuilen en gaten. In de jeeps worden we flink door elkaar geschud. Maar ja, je moet er iets voor over hebben om eieren leggende zeeschildpadden te zien en de omgeving maakt veel goed. Om nog beter van de omgeving te kunnen genieten stappen we uit om een stuk naar boven te wandelen. Over de hobbelige weg lopen we door een stuk 'origineel' oerwoud verder naar boven. Onderweg zien we een hele mooie plant. Volgens de lokale gids is het een soort rafflesia, maar na wat speurwerk op het internet denk ik dat het een Amorphophallus titanum was. Oftewel, een reuzenaronskelk. Deze plant heeft de grootste onvertakte bloeiwijze van alle bekende planten.

Even verder zien we apen van boom naar boom springen. Een mooi gezicht. Zijn de apen op de vlucht voor het naderende onweer. Zal wel niet, maar dat het over niet al te lange tijd gaat regenen staat voor mij wel vast. Het is warm en drukkend en aan de hemel verschijnen meer en meer donkere wolken. Door de drukkende warmte duurt het niet lang of ik heb geen droge draad meer aan mijn lijf.

Na ruim een half uur lopen heeft bijna niemand nog zin om verder te lopen in de drukkende warmte. We stappen daarom weer in de terreinwagens en rijden verder over de weg die nog steeds vol met kuilen en gaten zit. Niet veel later begint het te regenen. Zoals het de laatste dagen hier, voor de tijd van het jaar, veel geregend heeft. Maar welke gevolgen dat voor onze trip naar Sukamade zal hebben weten we dan nog niet.

Nadat we weer een stukje hebben gereden zien we een houten wegwijzer. Volgens de wegwijzer is het als we linksaf gaan nog drie kilometer naar het guesthouse en rechtsaf nog tien kilometer. 'Natuurlijk' kiezen wij voor de rechter route. Onze, niet Engels sprekende chauffeur, maakt met een aantal gebaren duidelijk dat het water in de rivier te hoog staat voor de kortere route. Gelukkig is er dus een alternatief. En krijgen wij zeven kilometer extra 'stoelmassage'. Maar ook met deze route zullen we de rivier over moeten. En eigenlijk is 'over' niet het juiste woord. We zullen met onze auto's door de rivier moeten.


De snel stromende rivier in de omgeving van Sukamade

Als we bij de rivier komen, het is dan ongeveer kwart voor vier, staat daar al een klein personenbusje. In het busje zit een familie. Ook zij moeten naar de overkant. Maar durven zij de oversteek nog niet aan omdat het water naar hun oordeel te hoog staat en te snel stroomt. Onze chauffeurs praten met de familie die kennelijk ter plekke vrij goed bekend is. Zij denken dat het water over een uur al wel een stuk gezakt zal zijn en dat het water over een uur ook veel minder snel zal stromen. Om te controleren of het water ook werkelijk zakt wordt aan de rand van de rivier een steen in het water gelegd. Een uur later ligt de steen net op het droge. Het water in de rivier is dus iets gezakt. Maar het water staat nog steeds hoog en stroomt nog steeds snel. Ondertussen is er een derde, grotere terreinwagen bij de rivier aangekomen. Ook de inzittenden van deze auto willen naar de overkant. Na een tijdje besluiten deze mensen een poging te wagen en rijden het water in. Ogenschijnlijk zonder al te veel problemen bereiken zij de overkant. Hier blijven ze staan wacht om te kijken wat wij gaan doen en ons eventueel te helpen. Hun auto heeft namelijk een grote lier aan de voorkant waarmee zo ons eventueel uit de rivier kunnen trekken als dat nodig mocht zijn. Onze chauffeurs overleggen of zij het aandurven. Ook in de groep ontstaat een discussie over de vraag of we een poging moeten wagen of niet. Ik ben voor en ook de chauffeurs lijken het wel te willen proberen. Maar helaas is het grootste deel van de groep minder optimistisch. Uiteindelijk hakt Karin de knoop door. Haar besluit betekent dat ik deze vakantie geen zeeschildpadden zal zien. Ze kiest er namelijk voor om te keren en over terug te rijden. Want zelf al zouden we nu aan de overkant komen, morgen moeten we dan ook weer terug. Door de rivier en over dezelfde hobbelige weg. En wat als het nu net lukt, maar morgen het water nog hoger staat?

En dus rijden we even later terug over dezelfde hobbelige weg Terug naar? Ja, waar naar toe eigenlijk? We zullen vannacht ergens moeten slapen en dus gaan we op zoek naar een hotel met voldoende vrije kamers voor onze groep. De auto met Karin en de engels sprekende gids er in rijdt voorop. De auto waarin ik samen met vier groepsgenoten en een niet engels sprekende chauffeur zit volgt op enige afstand. Het is vrij stil in de auto. Er wordt weinig meer gezegd dan 'Hoever zou het nog zijn naar het hotel?'. En naarmate de tijd verstrijkt klinkt er meer en meer vertwijfeling bij het uitspreken van deze woorden. We hebben inmiddels de slechte weg achter ons gelaten, zijn lang het vissersdorpje gereden waar we vanmiddag geluncht hebben en rijden n over de goede asfaltweg in de richting van Kalibaru. Zouden we helemaal terug rijden naar Kalibaru? We hebben geen idee en onze chauffeur lijkt ook geen idee te hebben. Hij lijkt gewoon de twee rode achterlichten voor ons te volgen.

Autopech
Autopech

Dan klinkt er een knappend geluid onder de motorkap van onze auto. De auto minder vaart en de rode lichten voor ons verdwijnen uit zicht. Even later, het is dan ongeveer kwart over zeven, staan we stil in in klein dorpje. Uit de gebaren die de chauffeur maakt maken wij op dat de koppelingskabel is gebroken. Dat kan er ook nog wel bij. De chauffeur belt met zijn mobieltje de voorste auto op die daarop terug komt rijden naar de plek waar wij gestrand zijn.

Wat nu te doen? Verder rijden in één auto is geen optie. Daarvoor zijn de auto's veel te klein. In het dorpje overnachten is ook geen optie aangezien er geen hotel is. De auto repararen? Lijkt geen optie omdat er in het dorp geen garage is. Maar daarmee onderschat ik onze chauffeurs. Met een tangetje, een stuk ijzerdraad van iemand uit het dorp en bij het licht uit mijn zaklamp weten ze de auto provisorisch te repareren. En een half uurtje later rijden we wee verder in de richting van? Ja dat weten we eigenlijk nog steeds niet. Een de richting van een hotel. Maar welk hotel? Waar staat dat hotel? En hoever is het nog rijden? Alleen op de laatste vraag weten we het antwoord. Het schijnt nog zo'n veertig minuten rijden te zijn naar het hotel waar we komende nacht zullen slapen. En inderdaad, een half uur later stoppen we in Banyuwangi bij hotel Baru Indah waar ze nog voldoende kamers vrij hebben.

We bekijken een aantal kamers in verschillende prijsklassen. Ik besluit een kamer te nemen in de goedkoopste prijsklasse. Voor 80.000 rupiah huur ik voor één nacht een kamer met een eenpersoons- en een tweepersoonsbed, een fan aan het plafond en een mandikamer. Dat is een badkamer op z'n Indonesisch. Dat wil zeggen met een hurktoillet en een mandibak. Dit laatste is een betonnen bak in een hoek van de mandikamer. Door een plug in de zijkant van de bak te draaien bak kun je vol water laten lopen. Dit water kun je vervolgens met een grote beker over je heen scheppen als je je wilt wassen.

Na een snelle inspectie van de kamer vind ik het tijd om te gaan eten. Ik loop het dorp in maar zie geen restaurantje waarvan ik denk 'daar ga ik eten'. Met een lege maag loop ik terug naar het hotel. Hier willen net een paar groepsgenoten met een van de treinwagen naar een restaurant gaan dat de lokale gids schijnt te kennen. Maar al snel komen we er achter dat de gids hier helemaal niet weet waar er in de buurt een goed restaurant zit. Dat schiet niet op. We stappen uit en lopen daarna samen met Karin weer het dorp in. We gaan zitten bij een lokaal restaurantje. Als ik een keuze maak uit de gerechten op de menukaart kijkt de ober mij aan met een blik van 'weet je dat wel zeker?'. Het blijkt dat ik een vrij pittig gerecht heb besteld. Ik vraag hem iets rustiger aan te doen met de pepertjes. Even later heb ik mijn eten. Kip in een pittige saus. Goed te eten, maar niet bijzonder. Aan het tafeltje naast ons zit een Indonesische familie. Dat wil zeggen, ze zien er in mijn ogen Indonesisch uit. Een man uit het gezeldschap blijkt vloeiend Nederlands te spreken. Niet zo verwonderlijk aangezien hij in Sliedrecht woont. Hij is hier op bezoek bij zijn familie en nu samen met zijn familie uit eten.

Terug in het hotel laat ik de mandibak vol lopen en schep grote bekers met water over mijn hoofd. Hierna ga ik op het grote tweepersoonsbed liggen. Dat er op het bed alleen een onderlaken zit is niet zo erg aangezien het nog steeds warm en drukkend is. Al zorgt de draaiende fan voor een klein beetje verkoeling. Ik lig nog een hele tijd wakker voordat ik in slaap val.

Zondag 23juni 2013, naar Ketapang

Na een nacht waarin ik onverwacht goed heb geslapen ben ik al vroeg wakker. Ik sta op om me te gaan douchen. In dit hotel betekent dat emmertjes koud water over me heen scheppen. Maar daar is op zich niets mis mee, zo'n Indonesische mandi. Uit het kleine tasje met de 'spulletjes voor één dag' dat ik bij me heb pak in een schoon t-shirt. Na me aangekleed te hebben ga ik op de veranda voor mijn kamer zitten om mijn dagboek bij de werken. Maar voordat ik daarmee begin kijk ik eens goed in wat voor omgeving ik beland ben terwijl 'de omgeving' nieuwsgierig naar mij kijkt. Het hotel waar we zijn beland na de mislukt excursie naar Sukamade laat zich het best beschrijven als een kruising tussen een hotel en Center Parcs. Verdeeld over een groot terrein staan diverse gebouwen varierend van een gebouw met een groot aantal kamers verdeelt over twee verdiepingen tot twee-onder-een-kaplodges Zelf zit ik in een 'rijtjes-kamer' in een gebouw met één verdieping. Als ik vanaf de veranda naar de overkant kijkt zie ik daar net zo'n gebouw staan. Mijn buren en overburen zijn allemaal Indonesische toeristen of mogelijk gasten op de bruiloft die hier gisteren werd gevierd. En wat doen deze lokale toeristen op deze zondagochtend? Ze wassen hun auto die voor hun kamer staat geparkeerd. En terwijl de mannen hun auto wassen klinkt door de openstaande kamerdeuren het geluid van televisies, spelende kinderen en lachende vrouwen. Ondertussen zie ik hotelpersoneel met grote dienbladen heen en weer lopen. Kennelijk ontbijten de meeste gasten hier op hun kamer. Ook mij wordt gevraagd of ik wil ontbijten, maar ik geef aan dat ik in 'het restaurant' zal gaan ontbijten. Een mededeling die lijdt tot een verbaasde blik. Een aantal buren komt langs om een praatje te maken. Maar de meeste gesprekken duren niet lang omdat mijn buren geen Engels (of Nederlands) spreken en ik geen Indonesisch.

Om half acht trek ik de deur van mijn kamer voor één nacht achter mij dicht en loop naar de ontbijtzaal van het hotel. Nou ja, ontbijtzaal. Een half open, overdenkte ruimte waarin twee grote ronde tafels staan met kleine, lage, rode, plastic stoeltjes. Een ruimte ook waar, totdat ik binnenkom, geen enkele gast zit. Nu snap ik de verbaasde blik toe ik zei dat ik in het restaurant ging ontbijten iets beter. Ik blijk te kunnen kiezen uit een ontbijt bestaande uit gebakken rijst met een gebakken ei of een ontbijt met witte rijst en een gebakken ei. Ik kies voor de variant met gebakken rijst met een kop koffie. Voor mij is het feit dat men hier geeen westers ontbijt serveert geen probleem omdat ik best wel van een Indonesisch ontbijt hou, maar ik denk dat niet alle groepsgenoten hier even blij mee zullen zijn. De bebakken rijst en het gebakken ei smaken goed. Helaas kan ik dat niet van de koffie zeggen. De koffie is met veel met en suiker. Voor iemand die z'n koffie normaal gesproken zwart drinkt geen smakelijk drankje. In plaats van de koffie drink ik daarom maar mineraalwater bij het ontbijt. Even later schuiven de eerste groepsgenoten aan en het duurt niet lang of de hele groep zit te ontbijten. En zoals ik al verwacht had wordt de beperkte keuze niet door iedereen met gejuich ontvangen.

Even na negenen vertrekken we in de richting van Ketapang. En zoals bijna elk nadeel z'n voordeel heeft, heeft de mislukte tocht naar Sukamade in elk geval tot gevolg dat het vandaag nog maar een klein stukje rijden is naar Ketapang. Een ritje van een uur inclusief een stop om een volle gallon water te kopen. Op Sumatra en Java staat er steeds een gallon water met een pompje voorin de bus zodat we onze waterflessen steeds bij kunnen vullen.

Rond half elf komen we aan bij ons hotel in Ketapang. Of beter gezegd, het vakantiepark in Ketapang. Het hotel bestaat uit allemaal vrijstaande huisjes met per huisje twee kamers die middels een tussendeur eventueel met elkaar verbonden kunnen worden. Omdat we vrij vroeg in Ketagang zijn aangekomen duurt het nog een uurtje voordat we onze kamer in mogen. Maar onder het genot van een heerlijkvruchtensapje vliegt dat uur voorbij. Als ik de sleutel van mijn kamer heb leg ik snel mijn rugzak op de kamer en loop daarna terug naar het restaurant van het hotel om daar te gaan lunchen. Hierna loop ik aan de achterkant van het hotel via een hek het strand op. Op het strand kan ik Bali al zien liggen. Maar daar gaan we morgenmiddag pas naar toe. Op het strand sla ik rechtsaf om een strandwandeling te maken.

Vissersboot
Vissersboot

Ik loop in de richting van een visserdorp. Vlak voor het visserdorp liggen smalle vissersbootjes kop het droge. Het vissersdorp zelf zie ik niet veel van omdat daar een grote schutting om heen staan. Na het vissersdorp kom ik op een stuk strand dat vol puin en afval ligt. Ik laat mij hierdoor niet ontmoedigen en loop door totdat ik aan het eind van het strand kom. Hier ligt een groot ponton aan de wal. Kennelijk is dit ponton gebruikt om de lange, dikke stalen buizen die hier op de wal liggen aan te voeren. Kennelijk gaan ze hier in de buurt een grote pijpleiding aanleggen. Zal wel iets met olie of gas te maken hebben. Maar van waar naar waar zal de pijpleiding komen te lopen?

Terug in het hotel pak ik mijn tablet om op het internet informatie te vinden over de pijpleiding die men hier aan het aanleggen is. Na even googelen kom ik er achter dat er in Ketapang een groot gasveld is gevonden. Volgens het artikel op internet moet dit veld in 2014 operationeel zijn en wordt er gewerkt aan een trans Sumatra-Java-Bali pijpleiding die in 2021 klaar moet zijn.

Maandag 24 juni 2013, mannelijke en vrouwelijke boten

Voor vandaag stond eigenlijk een excursie naar de Ijen vulkaan op het programma. Maar omdat de vulkaan al lange tijd te actief is, kan deze excursie helaas niet doorgaan. Dat zat er al wel in, maar stiekem had ik toch gehoopt dat de Ijen op tijd weer open zou gaan. Maar helaas is die wens niet uitgekomen. Sawadee biedt daarom een alternatieve excursie aan in de vorm van een bezoek aan de grote havenplaats Muncar. In de grote visserhaven van Muncar schijnen hele mooie traditionele visserboten te liggen. Hierbij wordt gesproken over mannelijke en vrouwelijke boten (?). Dat wil ik wel eens zien. Ook ben ik benieuwd je ook kleine bootjes krijgt als je mannelijke en vrouwelijk boten naast elkaar in de haven legt. Of zou er ook een mannelijke en een vrouwelijk haven zijn?


Onze gids tijdens de trip naar Muncar

Het grootste gedeelte van de groep blijkt minder nieuwsgierig naar de mannelijke en vrouwelijke boten. Maar het kan ook zijn dat ze geen zin hebben in de bijna twee uur durende rit naar Muncar. Met een klein gedeelte van de groep rijden we 's ochtends in twee terreinwagens naar Muncar. Ik zit samen met een groepgenoot en de lokale gids in de tweede auto. De gids spreekt verrassend goed Engels, heeft gevoel voor humor en is erg nieuwsgierig naar het leven in Nederland. Op zijn beurt is hij opvallend open over zijn leven op Java. Zo ontstaat in de auto een leuk gesprek waarbij over en weer vragen gesteld worden verder gaan dan de gebruikelijke vragen. Zo vertelt onze gids dat hij als moslim geen alcohol mag drinken, maar dat hij zijn zwakke momenten kent. Soms gaat hij dan samen met vrienden naar een nachtclub. Iets wat hij thuis overigens niet aan zijn vrouw vertelt. Op zijn beurt wil hij graag weten of het klopt dat in Nederland mannen met een andere man en vrouwen met een andere vrouw kunnen trouwen. Wij leggen hem uit dat dat inderdaad kan, maar dat het zeker niet zo is dat er in Nederland meer mensen met iemand van hetzelfde geslacht getrouwd zijn dan met iemand van het andere geslacht. Maar de gids is nog niet tevreden. Want hij heeft ook gehoord dat als twee vrouwen die met elkaar getrouwd zijn een kind willen dat ze dan naar de spermabank kunnen gaan en daar uit de catalogus de man kunnen uitkiezen van wie ze wel een kind zouden willen. Ook is hem verteld dat mannen die hun sperma doneren bij de spermabank hier goed voor betaald worden. Ook het feit dat Nederlandse jongeren seks voor het huwelijk mogen hebben is iets wat hem bezig houdt. Hij vertelt dat dat er voor hem als moslim niet in zat. Zelf is hij getrouwd met een vrouw die zijn ouders voor hem hebben uitgezocht. En de eerste paar keer dat hij haar ontmoette was zij gekleed in een burka zodat hij haar gezicht niet zag. Pas nadat hij had aangegeven dat hij in de vrouw in kwestie wel een geschikte huwelijkskandidaat zag, mocht hij voor het eerst haar gezicht zien. Hoewel hij zelf redelijk tevreden lijkt met zijn vrouw geeft hij aan dat hij van mening is je als Indonesisiche moslim man het risicio loopt dat je een kat in de zak koopt doordat je voor het huwelijk geen seks mag hebben. Met zijn vrouw heeft hij twee kinderen. De oudste was gepland, maar de jogste is het gevolg van het feit dat zijn vrouw te lang heeft gewacht met het halen van de prikipil. Door het leuke en boeiende gesprek met de gids vliegt de tijd voorbij en zijn we 'ineens' in Muncar.

Vismarkt in Muncar (Java)
De vismarkt in Muncar

In Muncar stoppen we eerst bij de vismakrt en de daarnaasr gelegen visafslag. Het is goed te merken dat niet veel westerse toeristen Muncar bezoeken. Maar het is toch, zoals wel vaker deze vakantie, vooral de hartelijkheid van de mensen die op mij veel indruk maakt. Omgekeerd schijn ik niet altijd veel indruk te maken. Een vrouw, die in mij een mogelijke huwelijkskandidaat voor haar dochter lijkt te zien, begint keurend in mijn armen te knijpen. Maar te zien aan haar nee-schuddende hoofd wordt ik afgekeurd. De dochter in kwestie kijkt van een afstandje toe.

Na het bezoekje aan de vismarkt en visafslag rijden we een klein stukje verder en komen we bij het eigenlijke doel van deze excusrie, de havan van Muncar. Hier liggen een groot aantal traditionele vissersboten. Het zijn er zoveel dat als je vanaf de wal in de richting van de zee kijkt je alleen maar een grote masse van deinende masten ziet. Een erg mooi en indrukwekkend gezicht.

De haven van Muncar (java)
De haven van Muncar

De boten zijn te verdelen in mannelijke boten en vrouwelijke boten. De mannelijke boten zijn te herkennen aan de 'stoeltje' bovenin de mast. Vanuit deze positie heeft de schipper een goed uitzicht. Dit geeft hem de mogelijkheid om plekken op te sporen waar veel vis zit. De mannelijke boten worden dan ook gebruikt om de vis te vangen. De vrouwelijke boten worden gebruikt om de vis aan wal te brengen. Toch is het niet zo dat dit betekent dat de mannelijke boten niet aan wal komen. In de haven liggen mannelijke en vrouwelijke boten door en naast elkaar. Maar als ik de gids vraag of je ook kleine bootjes krijgt als je een mannelijke en een vrouwelijke boot naast elkaar legt kijkt hij mij eerst verbaasd aan om daarna in de lach te schieten.

Na het leuke bezoek aan en de boeiende uitleg over de visserboten in de haven van Muncar rijden we terug naar het hotel. Net als op de heenreis hebben mijn groepsgenoot en ik ook op de terugweg een leuk gesprek met de gids. Opnieuw komen allerlei onderwerpen aan bod varierend van de melkproductie van Nederlandse koeien tot het onderwijssysteem in Indonesië.

Veerboot tussen Java en Bali
veerboot tussen Java en Bali

Terug in het hotel komt het goed uit dat Karin geregeld heeft dat we pas om één uur de kamer uit moeten. Hierdoor kan ik mij nog even opfrissen en in alle rust mijn rugzak inpakken. Na mijn rugzak bus de bus neergezet te hebben lever ik de sleutel van mijn kamer in bij de receptie. Hierna ga ik lunchen in het restaurant van het hotel waar ik alle conspumties van de laaste dagen afreken. rond half twee stappen we in de bus voor de laastet etappe op Java. Alhoewel etappe, om in wielertermen te blijven is het laatste ritje op Java meer te vergelijken met 'een rondje om de kerk'. In ongeveer tien minturen rijden we van het hotel naar de haven. Hier zullen we de veerboot naar Bali nemen. Als we in de haven aankomen staat er al een lange rij bussen te wachten. Achteraansluiten zou je denken. Maar niets is minder waar, want we zijn in Indonesië. Hier betekent een lange rij niet 'achter aansluiten'. Als je in Indonesië de juiste man betaald kun je ineens vooraan staan. En dat is prcies wat hier gebeurd. Onze chauffeur geeft geld aan een mannetje die vovolgens in een sukkeldrafje voor de bus uit loopt om de rij wachtende bussen heen. En even later voegen wij ons als 'zij-instromer' bij de rij en staan wij ineens vooraan. Hier stappen wij uit de bus en gaan wij lopend aan boord van de veerboot. Niet dat de bus niet mee gaat naar Bali, maar om de een of andere reden moet de bus leeg de veerboot oprijden.

De overtocht met de boot van Java naar Bali duurt nog een half half uur. In de haven van Gillmanuh zoeken we onze bus op. Vanaf hier is het nog ongeveer anderhalf uur rijden naar het hotel in Lovina. Hier nemen we afscheid van de chauffeur en bijrijder waarmee we door oostelijk Java zijn getrokken. Die rijden na het afscheid direct terug naar Yogyakarta. Een rit van ongeveer 12 uur. De rest van de dag doe ik zelf vrij weinig meer. Ik lever m'n vuile was in bij de receptie, regel hier toegang tot het wifi netwerk van het hotel en check, zittend voor mijn kamer, mijn email en facebook.