Kampie.info

Reisverslag Zuid-India



Dravidische tempels

Dravidische tempel

In Tamil Nadu vorm(d)en tempels het fundament van de gemeenschap. Volgens een oud gezegde in het Tamil mag je niet in een dorp wonen waar geen tempel staat. Tegenwoordig hebben tempels deze allesomvattende invloed verloren en zijn ze alleen nog het middelpunt van godsdienstbeoefening. Een dagelijks bezoek aan de tempel is vooral in Zuid-India nog steeds gewoon.

De tempels werden gesticht door een vorst of plaatselijk notabele. Ze werden gebouwd als het centrum van het religieuze, sociale, culturele en politieke leven. Tijdens de bouw, maar ook nu nog, werkten duizenden mensen hun leven lang aan de tempel. De tempels zijn allemaal volgens een vast basisontwerp gebouwd. Een hoofdingang of gopura geeft toegang tot een binnenplaats. Via de binnenplaats kom je achtereenvolgens in een portaal, een binnenplaats of mandapa en het belangrijkste heiligdom. De ruimten liggen in één lijn achter elkaar en hebben steeds imposantere daken of vimanha's. Op deze manier begint de gelovige bij een openruimte met uitbundige, symbolische sculpturen en eindigt bij het duistere, mysterieuze binnenste heiligdom.

Veel tempels zijn gesticht door de Pallava's en Chola's en later uitgebreid door de Vijayanaga's en Pandya's. Soms werden naast een grote tempel kleinere tempels voor de metgezellen of familieleden van de centrale godheid bijgebouwd. Zo kun je bij een Shiva-tempel heiligdommen aantreffen voor zijn vrouw Parvati en voor hun zoons Ganesh en Kartikeya. Voor dans of speciale festiviteiten werden extra mandapa's toegevoegd en rond de tempel kwamen vertrekken voor het tempelbestuur, de bibliotheek, keukens en voor de tempelbewoners. Daarnaast waren vertrekken nodig om allerlei attributen, zoals de tempelkar op te slaan.

Hoe groter een tempel werd, hoe hoger de muren om de tempel werden. Deze muren dienden om de tempelschatten te beschermen tegen aanvallen door islamitische soldaten. Veel tempelmuren zijn versierd met Nandi-stieren (Shiva's vervoermiddel) en hebben gopura's met hoge, piramidevormige daken, overdekt met reliëfs van alle goden uit het hindoepantheon. Op deze manier konden de onaanraakbaren (de laagste kaste in het kastenstelsel) - die niet naar binnen mochten - de goden aanbidden. Vooral voor de onaanraakbaren en de wankelmoedigen werd de tempelgodheid op hoogtijdagen in een prachtig versierde houten tempelkar of rath door het dorp rondgereden.

Tempels werden door de plaatselijke bevolking niet alleen gebruikt om te bidden. Hun devotie werd almaar gepassioneerder en werkte als stimulans voor de ontwikkeling van de gewijde dichtkunst, muziek en de zijdeweefkunst (om de godheden te kleden). In de tempelschool werd ook Sanskriet onderwezen. In latere tijden werd er ook handel gedreven, vergaderde de bevolking er en werden er niet-religieuze feesten gehouden. Vandaag de dag doet een hindoe vaak een speciale puja ter gelegenheid van belangrijke persoonlijke gebeurtenissen zoals het maken van een (verre) reis, het openen van een zaak of het krijgen van een goede baan. Vroeger ging het inkomen van de hele gemeenschap naar de tempel. Tegenwoordig geven (rijke) hindoes geld voor speciale puja's of maaltijden voor de armen. De rijke Birla-familie heeft zelfs de bouw van een aantal nieuwe tempels gefinancierd.