Reisverslag China
Week 1
Van 21 juli tot en met 20 augustus 2005 heb ik een 31-daagse rondreis door China gemaakt. Deze reis heb ik geboekt bij Sawadee in Amsterdam. Hieronder staat een verslag de eerste week van deze reis.
Links naar aanvullende informatie: BeijingSimatai |
Een reis van vele mijlen begint in dit geval met een telefoontje naar de treintaxicentrale. Natuurlijk is dat niet echt zo en ben ik al tijden bezig met het voorbereiden van deze reis, maar als ik de telefoon neerleg heb ik het gevoel dat de vakantie begonnen is. Even na tienen staat de taxi voor de deur en niet veel later sta ik op het station in Zwolle. Hier koop ik een enkeltje Zwolle - Schiphol en drink ik nog een kop koffie. Dan rijdt 'mijn' trein het station binnen en is het tijd om naar Schiphol te gaan.
Op Schiphol wordt ik verwelkomd door een medewerkster van Sawadee. Het is Karin. Het blijkt dat zij de komende vier weken onze reisgeleidster zal zijn. Met onze bedoel ik mijzelf en de zeventien andere mensen waarmee ik door China zal trekken. Bij de incheckbalie tref ik al een aantal andere groepsleden. De rest zal ik later wel ontmoeten.
Vanaf Schiphol vliegen we eerst naar Frankfurt waar we rond kwart voor vier 's middags landen. Om half zes vertrekken we uit Frankfurt voor een vlucht van ongeveer negen uur naar Beijing. Als ik mijn horloge op de Chinese tijd zet is het ineens ..........
Omdat we de zon tegemoet vliegen wordt het buiten vrij snel donker en hoewel het in Nederland nog vroeg is probeer ik al vast wat te slapen. Dit lukt nog vrij redelijk. Na een korte nacht arriveer ik dan ook redelijk uitgerust in Beijing. Vanaf het vliegveld rijden we over een vrij nieuwe snelweg in ongeveer 40 minuten naar ons hotel net ten noorden van het Beihai-park. In het hotel blijkt dat er nog twee andere alleen reizende mannen (Frans en Frans) in de groep te zitten. Dit betekent dat ik afwisselend met een van deze beide mannen of alleen op een kamer zal liggen.
Na mij even opgefrist te hebben loop ik samen met 'de Fransen' naar het vlakbij gelegen Beihai-park. Helaas begint het dan behoorlijk hard te regenen en zo eindigt mijn eerste kennismaking met Beijing met een nat pak.
Om twee uur worden we terug verwacht in het hotel voor een welkomstpraatje van Karin. Persoonlijk vind ik dit onderdeel altijd een nadeel van dit soort reizen, maar het hoort er nu eenmaal bij en duurt gelukkig niet lang. Na het praatje van Karin en een rondje voorstellen lopen we, het is inmiddels weer droog, met de hele groep in de richting van de Verboden Stad. Langs de Verboden Stad lopen we verder naar het Tiananmenplein.
Vanaf het Tiananmenplein nemen de meeste groepsleden een taxi terug naar het hotel. Samen met mijn kamergenoot besluit ik om terug naar het hotel te gaan lopen. We spreken af dat we de rest van de groep om zeven uur weer zullen treffen in de lobby van het hotel om gezamenlijk uit eten te gaan. Omdat het iets verder lopen is dan we gedacht hadden (Beijing is geen stad om te voet te verkennen) en omdat we een stukje verkeerd lopen komen we echter pas om kwart over zeven bij het hotel aan. Hier zit de rest van de groep al op ons te wachten.
Snel naar de 'Lotus Lane' voor de eerste kennismaking met de Chinese keuken. Hier ontdek ik dat de Chinese keuken voor groepen een ideale keuken is.
Het eten met stokjes valt deze eerste avond nog niet mee, maar zal aan het eind van de reis net zo gewoon zijn als het eten met mes en vork. Na het eten, het is inmiddels weer gaan regenen, lopen we terug naar het hotel. Hoewel het nog maar net tien uur is, vind het ik bedtijd.
Gisteravond had Karin aangegeven dat zij vanmorgen om negen uur vanaf het hotel naar het centrum van Beijing zou gaan lopen. Met andere woorden, wie dat wilde kon met haar mee lopen. Op het moment dat ik ging slapen was ik wel van plan om met Karin mee te lopen, maar als ik wakker wordt is het al negen uur. Mijn eerste gedachte is snel opstaan, aankleden en kijken of ik nog op tijd ben. Maar dan hoor ik dat het buiten regent en als ik het gordijn open trek zie ik dat het niet bepaald zachtjes regent. Dan maar niet naar het centrum lopen.
In de lobby van het hotel spreek ik even later een paar groepsgenoten. Zij zijn van plan om naar de Hongqiao Dept Store, een grote overdekte markt, te gaan. Ik besluit met hen mee te gaan. Even later zet de taxi ons af voor een groot gebouw. Binnen zie ik iets dat nog het meest weg heeft van de Zwarte Markt in Beverwijk, maar dan verdeeld over drie verdiepingen. Op elke verdieping staan kleine stalletjes met een nog kleinere open ruimte in het midden van elk stalletje. In deze kleine open ruimte staan twee, drie of soms zelfs vier Chinezen hun waren aan te prijzen. Het meest opmerkelijk is de derde verdieping. Hier wordt niet de standaard prullaria verkocht, maar worden parels aan de man (of vrouw) gebracht. Maar of alles hier even echt is?
Frans en ik hebben het al snel gezien en besluiten ergens te gaan ontbijten. Dat ergens wordt geen typisch Chinese tent, maar een KFC. Binnen valt het op dat het eten bij zaken als KFC en McDonalds voor de gemiddelde Chinees kennelijk nog een status symbool is. Maar ja, voor Chinese begrippen is het eten hier dan ook erg duur.
Na het ontbijt lopen wij naar het Tiantan-park. In dit park ligt de beroemde 'Hemeltempel'. Hoewel deze tempel op dit moment in de steigers staat (Beijing wordt opgeknapt voor de Olympische spelen in 2008) en dus niet te bezichtigen is, is het toch alleen maar mogelijk om een kaartje voor het park en de tempel te kopen. Als we het park ingaan is het net even droog, maar als we het park weer uit lopen is het al weer gaan regenen. We besluiten om met een taxi terug te gaan naar het hotel.
Na en uurtje op het hotel gerust te hebben regent het nog steeds en ziet het er ook niet naar uit dat het op korte termijn droog zal worden. En omdat ik niet naar China ben gekomen om op een hotelkamer te zitten ga ik, samen met Frans, maar weer op pad. Dit keer lopen we vanuit het hotel naar de Trommeltoren. Hier zijn we net op tijd om het eind van de show, die eens per uur wordt gegeven, te zien. Vanaf de Trommeltoren lopen we door naar de even verderop gelegen Klokkentoren. Daarna maken we een wandeling om het Houhai- en het Xihai-meer terug naar het hotel. Tijdens deze wandeling komen er achter dat het in Beijing nog veel harder kan regenen. In een regelrechte wolkbreuk lopen we het laatste stuk terug naar het hotel langs wegen die compleet onder water staan.
Omdat het 's avonds nog steeds regent heb ik weinig zin om naar buiten te gaan om een hapje te gaan eten. Daarom eet ik die avond, net als de rest van de groep, in het hotel.
Als om half acht de wekker af gaat wacht mij een aangename verrassing. Het is opgehouden met regenen en de zon schijnt. Om acht uur vertrekken we met een bus voor een tweedaagse trip naar de Chinese muur. Eerst rijden we een heel stuk door grote nieuwbouw voorsteden van Beijing. Een omgeving die ik nog het meest vind lijken op Almere in China. Later rijden we de heuvels in en rond half twaalf arriveren we op de plaats van bestemming, Simatai.
Na de lunch is het dan zover. Ik loop op de Chinese Muur! Vanuit Simatai loop ik zo'n veertien wachttorens lang over de muur. Af en toe zitten er stukken tussen die vrij stijl zijn, maar over het algemeen is het goed te doen. Als er iets is dat het zwaar maakt dan is dat de warmte en het feit dat ik op vakantie altijd de nodige kilo's aan fotoapparatuur meesleep. Het resultaat is dat als ik op het eindpunt aankom ik geen droge draad meer aan mijn lijf heb. Op het eindpunt staan de gebruikelijke souvenirverkopers. Van een vrouw koop ik een pakje met ansichtkaarten. Zelf heb ik een setje met ansichtkaarten en foto's van Nederland bij mij. Deze worden door de Chinezen met verbazing bekeken. Een vrouw vindt vooral een kaart met een grote zwartbonte koe erg mooi. Ik probeer deze te ruilen voor een kaart van de muur. Maar de vrouw begrijpt mij niet (of is veel te slim om dat te laten merken) en uiteindelijk geef ik haar de ansichtkaart.
In de loop van de middag is de lucht steeds donkerder geworden. Als, op de terugweg naar het hotel, ik in een wachttoren even sta uit te rusten is het nog droog, maar kun je de regen gewoon aan horen komen. Even later regent het ook bij de wachttoren. Gelukkig zit er nog een goed dak op deze toren. Maar even wachten tot de bui over is. Het laatste stukje van de afdeling leg ik niet lopend maar tokkelend af. Aan een staaldraad hangend daal ik af boven het Simataireservoir om het laatste stukje na Simatai per boot af te leggen. Al met al een heel bijzondere dag.
Klik ..... klik ..... klik, klik ..... klik. Ik wordt wakker van het geklik van een lichtschakelaar. Het is half een 's nachts en ik lig samen met Frans en Frans op een kamer in een hotel in Simatai. Wat blijkt, 'lange Frans' moet naar het toilet, maar het licht doet het niet. We hebben geen stroom. Een storing? Of wordt 's nachts de aggregaat uitgezet? Dan blijkt dat wij geen van drieën een zaklamp meegenomen hebben naar Simatai. Wat nu? Moet Frans dan maar in het donker naar het toilet? Mijn reiswekker biedt uitkomst. Bij het licht van het lampje in mijn reiswekker brengt Frans een bezoekje aan het toilet. Nu dit probleem opgelost is draai ik mij om en slaap verder.
Om zes uur 's ochtends gaan ineens alle lichten op onze kamer aan. Kennelijk is de aggregaat weer aangezet en hebben wij vannacht, in een poging om licht te krijgen op onze kamer, alle schakelaars op aan gezet. Een uurtje later is het tijd om te gaan ontbijten. Een heerlijk Chinees ontbijt. Daar zou ik wel aan kunnen wennen.
Na het ontbijt gaan we op pad voor een wandeling over de Chinese Muur. Via een grote hangbrug steken we het Simataireservoir over en gaan op weg naar Jinshanling. Een afstand van ongeveer 10 kilometer. Al snel komt de zon op en na een uur lopen zijn mijn kleren nat van het zweten. Klimmen, dalen, opnieuw klimmen, een beetje dalen, nog veel meer klimmen en aan het eind weer veel dalen. Vooral het eerste stuk is heel erg mooi. De muur is nog nauwelijks gerestaureerd en het is heerlijk rustig. Samen met Frans Sr., Karin en onze lokale gids loop ik achteraan en geniet van de rust en de omgeving. Na een wandeling van vier uur bereiken wij Jinshanling. Wat smaakt een lekker koel blikje cola dan toch goed!
Vanuit Jinshanling gaan we met de bus terug naar Beijing waar we rond vijf uur aankomen. Terug in het hotel realiseer ik me wat voor bijzondere ervaring het lopen over de Chinese muur was.
Vandaag wil ik de Verboden Stad gaan bekijken. Voor het hotel hou ik een taxi aan een laat mij vlakbij de Qianmen poort aan de zuidkant van het Tiananmenplein afzetten. Eerst nog even snel ontbijten en dan op pad.
Op het Tiananmenplein staat een indrukwekkend lange rij mensen voor (of beter gezegd rondom) het mausoleum van Mao. Op het plein is een brede strook afgezet met linten. Het grootste gedeelte van deze strook is, uitgezonderd een aantal ordebewakers met megafoons, leeg. Alle Chinezen blijven keurig binnen een veel smallere baan die door twee gele strepen op de grond wordt aangegeven. Met hun megafoons sporen de ordebewakers de menigte aan om zo snel mogelijk aan te sluiten. Dit lukt goed en de rij gaat snel vooruit. Dit houdt natuurlijk ook in dat de rij in het mausoleum net zo snel vooruit gaat en dat er dus weinig tijd is om Mao te groeten.
Ik steek het Tiananmenplein verder over en loop naar de zuidelijke ingang van de Verboden Stad. Hier huur ik een audio-tour en even later loodst James Bond (Roger Moore) mij door de Verboden Stad. Ondanks dat, vooral aan de zijkanten, een deel van de gebouwen in de steigers staat blijft er nog voldoende over om van te genieten. Dat wil zeggen, als je er bij kunt. De Chinezen zelf brengen ook massaal een bezoek aan de Verboden Stad. Gelukkig zijn er maar weinig lange Chinezen zodat ik met mijn 2.04 meter wel over de meeste Chinezen heen kan kijken. Heel slim hebben de Chinezen een soort van eenrichtingsverkeer gecreëerd in de Verboden Stad. De meeste mensen komen binnen via de zuidelijke ingang en verlaten de Verboden Stad weer aan de noordkant.
In de Keizerlijke Bloementuin vlakbij de noordelijke toegangspoort kom ik een aantal andere groepsleden tegen. Het is de familie van vijf (de van der Grientjes). Hier hoor ik voor het eerst de bijnaam die Hannah, Rebecca en Jesse voor mij bedacht hebben; de GVR (Grote Vriendelijke Reus) naar het gelijknamige boek van Roald Dahl.
Vanaf de noordelijke toegangspoort loop ik naar het Beihai-park. Helaas staat de Witte Pagode in de steigers. Langs het meer loop ik naar de noordkant van het park. Hier ben ik een paar dagen geleden ook al geweest, maar heb er toen door de hevige regenval niet echt van kunnen genieten. Als ik bij een klein theehuisje ga zitten raak ik in gesprek met een Chinees die, in tegenstelling tot de meeste Chinezen, heel goed Engels spreekt. De man weet heel veel van Nederland. Dit blijkt te komen doordat hij twee jaar (1985/86) in Eindhoven heeft gewoond.
Aan het eind van de middag ga ik even terug naar het hotel om mij even op te frissen en loop daarna de hutong vlakbij het hotel in. In vergelijking met de drukte in de Verboden Stad en op het Tiananmenplein is het heerlijk rustig op de smalle straatjes in de hutong. Op veel plekken zitten Chinezen bij elkaar en spelen een bordspel of kaarten.
's Avonds heeft Karin kaartjes geregeld voor een Chinese acrobatiek voorstelling. Het is een geweldige voorstelling waar ik met een dubbel gevoel naar zit te kijken. Sommige acrobaten zijn namelijk nog wel erg jong. Jongens en meisjes die ik niet ouder schat dan 8 à 10 jaar doen mee aan de voorstelling. Later hoor ik dat deze groep op de 'universiteit' zit waar ze naast acrobatieklessen een uitgebreide opleiding krijgen zodat ze ook buiten de acrobatiek goede toekomstmogelijkheden hebben. En voor een deel van deze kinderen zou dit wel eens de enige mogelijk voor het volgen van een goede opleiding kunnen zijn.
Na afloop van de acrobatiekvoorstelling nemen we een taxi naar Lotus Lane. Hier willen we nog iets gaan drinken voordat we gaan slapen. Als we uit de taxi stappen zien we een grote groep Chinezen die op een klein pleintje voor Lotus Lane staan te dansen. Wanneer we met een paar mensen mee gaan dansen, danst al snel bijna geen enkele Chinees meer, maar staan ze allemaal in een grote kring om ons heen. Zelf hou ik het al snel voor gezien (ook 's avonds is het nog warm en drukkend in Beijing). Vooral Frans weet van geen ophouden, maar uiteindelijk houdt hij het ook voor gezien en gaan we terug naar het hotel.
Vanmiddag zullen wij al weer uit Beijing vertrekken daarom begin ik de dag met het inpakken van mijn rugzak. Daarna neem ik samen met 'de Fransen' een taxi naar het Zomerpaleis. Een rit van ongeveer een half uur waar we 32 yuan (€ 3,20) voor betalen.
Het terrein van het Zomerpaleis is zo'n 280 hectare groot. Onmogelijk dus om alles op één ochtend te bekijken. We bekijken een aantal gebouwen in de omgeving van het Kunningmeer. Net als in de Verboden Stad ben ik onder de indruk van de grootsheid en alle pracht en praal. Maar ook opnieuw ben ik onder de indruk van de massa's Chinezen die hier rondlopen.
Om één uur willen we met een taxi terug naar het hotel. Het duurt alleen even voordat wij een taxichauffeur gevonden hebben die 'op de meter' wil rijden en de andere chauffeurs vragen vele malen meer dan de 32 yuan die wij 's ochtend betaald hebben.
In het hotel neem ik nog even een snelle douche en dan is het tijd om naar het station te vertrekken. Rond half zes vertrekken we voor een treinreis van 12 à 13 uur naar Xi'an.
Als ik terug denk aan Beijing, dan denk ik
aan: |
Even na het vertrek koop ik een warme maaltijd in de trein. Deze smaakt onverwacht goed en inmiddels gaat ook het eten met stokjes steeds beter.
Om half tien zoek ik mijn bed op en luister nog wat naar de muziek van de Scene. Ik slaap in het bovenste bed. Aan de ene kant is dat prettig omdat ik mijn voeten dan ongestoord over het gangpad kan steken, maar een nadeel van het bovenste bed is dat je vlak onder het rooster van de airco ligt. En natuurlijk is het beddengoed voor mij te kort. Ik doe daarom sokken aan en draag een shirt met lange mouwen. Terwijl de trein doordendert in de nacht en Thé Lau zingt over een stem die fluistert in de nacht val ik in slaap.