Kampie.info

Reisverslag Cuba



Cubaanse sigaren

Wie aan Cuba denkt, denkt aan sigaren. Maar wat maakt de Cubaanse sigaren zo bijzonder? Het geheim zit in de uitermate goede kwaliteit van de Cubaanse tabak - deskundigen zijn het er unaniem over eens dat de Cubaanse tabak de beste ter wereld is - en de manier waarop deze verwerkt wordt door ervaren tabaksrollers.

Tabaksoorten

Er zijn op Cuba twee belangrijke tabaksoorten, de ‘corojo’ en de ‘criollo’.

Corojo
De corojo wordt geteeld onder dunne muskietennetten. Hierdoor worden de bladeren beschermd worden tegen het fel en direct zonlicht. Dit zorgt er voor dat de bladeren soepel blijven. Dit maakt ze uitermate geschikt om ze te bruiken voor het dekblad van de sigaar.

Het dekblad (capa) bepaalt het uiterlijk van de sigaar. Bladeren die hiervoor gebruikt worden worden altijd onder gaas geteeld en afzonderlijk van de andere bladeren gefermenteerd om te verzekeren dat het glad en niet te olieachtig is en een subtiel bouquet heeft. De bladeren moeten zacht en buigzaam zijn zodat het voor de roller gemakkelijk is te hanteren. De dekbladen van verschillende plantages hebben verschillende kleuren (en dus subtiel verschillende smaken, suikerachtiger als ze donkerder zijn, bijvoorbeeld) en worden voor verschillende merken gebruikt. Goed dekblad moet elastisch zijn en er mogen geen nerven uitsteken. Het moet twaalf tot achttien maanden rijpen; hoe langer hoe beter. Dekblad van buiten Cuba handgemaakte sigaren kan uit Connectieut, Kameroen, Sumatra, Ecuador, Honduras, Mexico, Costa Rica of Nicaragua komen. Het dekblad is het duurste deel van de sigaar.

Criollo

De criollo staat wel in direct zonlicht en wordt als ‘binnengoed’ gebruikt. Doordat ze in volle zon staan, maken de plantjes een soort olie aan. Hierdoor krijgen hun blaadjes een erg volle smaak.

Het binnengoed van de sigaar wordt gemaakt van afzonderlijke bladeren die met de hand over de lengte worden gevouwen, zodat de rook erdoor kan. Het vouwen kan alleen goed met de hand worden gedaan, en dat is de voornaamste oorzaak waardoor machinaal gemaakte sigaren minder goed zijn. De manier van vouwen van het binnengoed wordt soms de 'boekstijl' genoemd, wat betekent dat als de sigaar in de lengte wordt doorgesneden, het binnengoed op de bladzijden van een boek lijkt. Vroeger werd ook wel de 'entubar-methode' gebruikt, waarbij tot acht dunne buizen van tabaksblad in het omblad werden gerold, waardoor de sigaar heel langzaam brandde.

Tabaksteelt en oogst

Om te groeien heeft tabak weinig regen en veel zon nodig. Vandaar dat de maanden oktober tot januari - de maanden na het regenseizoen - de beste maanden zijn voor de tabaksteelt. De teelt van tabak begint met het planten van tabakszaadjes in een mengsel van as en zand, onder een laag stro. Als de zaden ontkiemd zijn wordt het stro verwijderd en na 45 dagen worden de kleine plantjes in rijen op het veld geplant. Als ze eenmaal 1.5 meter hoog zijn worden de toppen afgeknipt waardoor er meer bladeren aan groeien.

In de maanden januari tot maart worden de tabaksbladeren geoogst. De oogst bestaat uit zes fasen, afhankelijk van de plaats waar de bladeren zich bevinden op de plant. De bladeren onderaan worden het eerst geoogst, de bovenste bladeren het laatst.

De geoogste bladeren worden bijeen gebonden en opgehangen in rijen aan lange stokken, onder oost-west gerichte strooien hutjes. Door het feit dat de hutjes oost=west gericht zijn krijgen alle bladeren evenveel zon. Na 60 dagen drogen zijn de bladeren 85% vocht kwijt, verliezen ze hun groene kleur en kleuren ze rood-bruinachtig.

De droge bladeren worden in kisten vervoerd naar sorteerhuizen waar ze nog eens drie maanden zullen blijven liggen. In deze periode vermindert het hars- en nicotinegehalte in de bladeren. Hierna worden de bladeren gesorteerd.

De gesorteerde bladeren worden naar de tabaksfabriek gebracht. Daar worden ze bevochtigd en moeten ze nog eens 60 dagen fermenteren zodat eventuele verontreiniging verdwijnt. Hierna worden de bladeren omwikkeld met palmschors zodat ze het juiste vochtgehalte blijven behouden.

In totaal kan het zelfs tot vier jaar duren eer de tabak effectief tot sigaren verwerkt wordt.

Rollen van tabak tot sigaren

In de tabaksfabriek worden de tabaksbladeren vochtig gemaakt om ze weer buigzaam te maken. Hierna worden ze ontdaan van hun middelnerf en geplet. De geplette bladeren worden verder gesorteerd volgens hun kleur, grootte, textuur en kwaliteit.

In de werkplaats worden de bladeren tot sigaren gerold. Om de binnenste bladeren wordt dan een ‘omblad’ gerold totdat de sigaar zijn typische torpedovorm krijgt. Hierna wordt de sigaar in een mal gezet en dan nog eens omrold, ditmaal met een dekblad en door middel van een ‘chaveta’, een soort mes. De kop van de sigaar wordt omrold met een kleiner dekblad.

Een goede sigaar is niet te los, maar ook niet te strak gerold.

De sigarenroller
Een sigarenroller wordt ook wel ‘torcedor’ genoemd. Hij begint met de kleine corona’s en na het afronden van zijn opleiding kan hij promoveren naar de grotere sigaren. Een doorsnee torcedor rolt per dag zo’n honderd sigaren. Zelf mogen ze zoveel sigaren roken als ze willen tijdens het werk.