Kampie.info

Reisverslag Kenia / Tanzania



Maasai

De Maasai is de meest tot verbeelding sprekende stam van Kenia en Tanzania. Wellicht komt dit omdat ze ondanks alle westerse invloeden zeer hardnekkig aan hun tradities blijven vasthouden, misschien omdat hun gebruiken het meest voldoen aan wat de Europeanen zich voorstellen bij een 'echte' Afrikaan. Hoe het ook zij, de Maasai is zeker het meest gefotografeerde volk.

Fotograferen is echt business geworden voor de Maasai. Nadat ze ontdekten dat hun verschijning de toeristen bijzonder in vervoering bracht, hebben ze hun huid zo duur mogelijk verkocht. Probeer nooit een Maasai voor niets op film vast te leggen, want veel ergernis zal het gevolg zijn.

Van oorsprong zijn de Maasai een krijgshaftig herdersvolk dat uit de buurt van Lake Turkana stamt. Ze trokken in kleine groepen naar het zuiden, deels uit vrije wil, deels gedwongen door andere stammen en overheden. Momenteel ligt Maasailand in het uiterste zuiden van Kenia en strekt zich uit tot in Midden-Tanzania. Bij het creëren van de nationale parken kwam de regering in aanvaring met de Maasai. Omdat elke menselijke activiteit in principe in de parken verboden is, werden de Maasai gedwongen bepaalde stukken land op te geven. In Maasai Mara en Amboseli zijn er compromissen gevonden die het de Maasai mogelijk maken in de parken te wonen en er hun dieren te laten grazen.

Een nadere beschouwing van de eeuwenoude Maasai-tradities maakt het moeilijk voorstelbaar dat de stam nog steeds wordt beschouwd als een van de meest oorspronkelijke in Kenia. De Maasai zien zichzelf als een uitverkoren volk dat al het vee op de aarde direct uit de hemel geschonken kreeg. Dat een deel van het vee in bezit is van andere stammen zien zij als diefstal. Vandaar dat het voor de Maasai de normaalste zaak van de wereld is dat vee terug te nemen. dat de Keniaanse overheid dat als diefstal beschouwt, wil er bij de traditionele Maasai niet in. Aan land hechten ze niet, ze bouwen hutten (bomas) die samen een manyatta vormen. Zo'n dorpje, met een doornlaag als bescherming tegen roofdieren, laten ze na verloop van tijd gewoon weer achter als ze verder trekken.

Wie de Maasai samenleving nauwkeurig bekijkt zal tot de conclusie komen dat de verbondenheid binnen een leeftijdsgroep bijna nog sterker is dan binnen een familie of clan. Dat is het duidelijkst zichtbaar bij mannen. tussen hun 14e en 18e levensjaar worden ze in groepsverband besneden, om daarna gezamenlijk naar een andere manyatta te verhuizen. In deze gesloten gemeenschap bereiden ze zich op hun taken (krijger, herder) voor. Deze jonge krijgers (morans) mogen niet drinken, maar kunnen vrijelijk seks hebben met jonge meisjes die regelmatig op bezoek komen. Tot de initiatieriten hoort verder het doden van een leeuw. De morans hebben tijd genoeg voor hun favoriete bezigheid; zichzelf optutten. Vooral de lange, fraai gevlochten en rood geverfde haren zijn daarbij belangrijk. ook fabriceren ze prachtige sieraden voor zichzelf. Daarbij wordt vaak gebruik gemaakt van schelpen en kralen, die vroeger als betaalmiddel dienden. De Maasai blijven ook wat hun kleurkeuzes betreft dicht bij de natuur. Blauw staat voor de hemel overdag, zwart voor de nachtelijke hemel en rood is synoniem voor bloed en aarde.

Als de jongemannen ongeveer 25 jaar zijn is het voorbij met de pret. Ze moeten trouwen en tot hun groot verdriet worden de lange haren afgeknipt. Zo horen vanaf dat moment tot de groep der ouderen, dragen verantwoordelijkheid voor de gemeenschap en leiden een gezapig familieleven. In veel opzichten speelt de man binnen de Maasai maatschappij de eerste viool. De man staat centraal bij de belangrijk religieuze en politieke beslissingen, krijgt als eerste te eten en leidt belangrijke rituelen. Vrouwen horen voor het eten te zorgen. Ulrike von Mitzlaff beschrijft in haar boek Maasai-Frauen een heel andere kant van het leven van Maasai-vrouwen. Ze mogen tot hun besnijdenis (sinds 1983 officieel verboden, maar nog steeds op grote schaal plaatsvindend) drie minnaars uitzoeken. De Maasai-vrouw kiest deze minnaars uit de jonge krijgers, waarbij de jongen aan wie ze al op jonge leeftijd uitgehuwelijkt is, als minnaar niet in aanmerking komt. Ook na het huwelijk heeft de Maasai-vrouw vaak nog minnaars, zonder dat haar man daartegen iets ondernemen kan. Overdag hebben mannen en vrouwen nauwelijks contact met elkaar. Daardoor ontstaat bij de vrouwen net zo''n hechte gemeenschap als bij de mannen.

Maasai begraven uit principe hun doden niet. Voor hen is de aarde en dus ook de weidegrond heilig omdat hun vee daarop graast. Het is ondenkbaar in die grond een dode te stoppen. Vandaar dat ze de overledenen buiten het kamp brengen en aan de hyena's overlaten.