Reisverslag Laos / Cambodja
![]() |
Week 3
Van 12 december 2007 tot en met 10 januari 2008 heb ik een 30-daagse rondreis door Laos en Cambodja gemaakt. Deze reis heb ik geboekt bij Sawadee in Amsterdam. Op deze pagina staat een verslag de derde week van deze reis.
|
Donderdag 27 december 2007 - Naar 'de vertikale landingsbaan' in Vientiane
Vanmorgen vertrekken we vroeg uit Vang Vieng en gaan we op weg naar de hoofdstad van Laos, Vientiane waar we rond half een 's middags aankomen.
|
's Middags loop ik door Vientiane en regel wat 'huishoudelijke zaken'. Eerst de was wegbrengen en daarna geld halen. Ik zie al snel een geldautomaat maar als die tot twee keer toe mijn pincode niet accepteert breek ik de transactie maar af voordat de automaat mijn bankpas inslikt. Even later zie ik een bank, maar hier worden geen Euro's geaccepteerd. Ook bij een tweede bank accepteren ze geen Euro's. Dit ondanks het feit dat er wel een wisselkoers voor Euro's op een groot bord staat. 'Sorry not today' is alles wat ik te horen krijg. Zou het komen omdat gisteren de banken in Europa gesloten waren in verband met de kerst en dat men daarom geen actuele wisselkoers heeft? Dan eerst maar even naar het postkantoor om een paar kaarten te versturen. Hier kom ik er achter dat ik zelfs voor het versturen van tien kaarten (75.000 kip) te weinig geld heb. Een vriendelijke medewerkster van het postkantoor zegt dat er aan de overkant van de straat in een grote overdekte markt een bank zit. Gelukkig blijkt het hier wel mogelijk om Euro's te wisselen zodat ik even later met voldoende kips op zak ga ik terug loop naar het postkantoor. Hier koop ik eerst de benodigde postzegels, plak die ik op kaarten, geef de kaarten af en - niet vergeten! - laat ik de kaarten afstempelen zodat de postzegels hun waarde verliezen.
Na de kaarten op de post gedaan te hebben loop ik naar de Patuxai, de Laotiaanse versie van de Arc de Triomphe. De Patuxai wordt door de plaatselijke bevolking ook wel de 'vertikale landingsbaan' genoemd omdat tijdens de bouw er een tekort aan cement was. Dit tekort werd opgelost door honderden tonnen cement die de Amerikanen gestuurd hadden om de landingsbanen van Wattay Airport te repareren te gebruiken voor de bouw van de Patuxai. Bovenop de triomfboog staand geniet ik van het uitzicht over Vientiane Na onder de Patuxai een colaatje gedronken te hebben loop ik naar de Mekong. Maar ik ben op vakantie, dus is de kortste (en snelste) route geen optie. Daarom neem ik een meer toeristische route en bekijk onderweg een tempel, breng een bezoek aan de Scandinavisch Bakery en bekijk de Nam Phou fontein. Hier wordt ik aangesproken door een vrouw die maar één Engels woord kent; fuck. Ik bedank voor de eer en wandel verder naar de Mekong. Hier zie ik dat het water erg laag staat waardoor de rivier erg ver weg is.
's Avonds met het inmiddels bijna vaste groepje van vier (Lian, Niels, Paul en ik) 'chic' uit eten bij de plaatselijke Italiaan. Het eten is hier goed, de bediening vlot en de prijzen westers.
|
Vrijdag 28 december 2007 - Sightseeing in Vientiane
Na eerst in het hotel ontbeten te hebben loop ik samen met Lian, Niels en Paul naaar de ochtendmarkt. Hier gaan we op zoek naar een stalletje waar ze bedelpotten verkopen. Het lijkt ons allemaal namelijk leuk om als souvenir een bedelpot mee te nemen zoals die gebruikt wordt door de bedelmonniken in Luang Prabang. We kopen drie 'monniken starterspakketten' bestaande uit; een bedelpot, een potlood, een klein notitieboekje (met een mooie vrouw op de omslag) een nagelknipper, een klosje blauw garen, een klassiek open scheermes, een slijpsteen en een soort gele plastic beker met een tuitje aan de onderkant. Kennelijk bedoeld voor jongeren die het klooster in gaan om (een tijdje) monnik te worden. Hierna lopen de anderen naar de Patuxai en naar een tempel een eindje buiten de stad. De Patuxai heb ik gisteren al gezien en een bezoek aan deze tempel (volgens de Footprint een uit religieus oogpunt erg belangrijke tempel, maar zeker niet de mooiste) trekt mij niet. Ik loop daarom alleen terug in de richting van de Mekong. 's Ochtends bezoek ik nog twee mooie tempels, check ik mijn mail en laat me aan het eind van de ochtend verwennen met een heerlijke massage. 's Middags ga ik met een deel van de groep naar een Boeddhistisch beeldenpark een eindje buiten Vientiane. Met twee tuktuks rijden we er ongeveer een uur naar toe. De berstuurder van de tuktuk waar ik in zit is kennelijk bang de weg kwijt te raken en rijdt daarom bijna constant over de witte streep tussen de twee weghelften. Het overige verkeer lijkt niet vreemd op te kijken van dergelijke capriolen want niemand reageert op dit in mijn ogen vreemde weggedrag. Het park is klein, maar wel erg mooi. Na hier een tijdje rond gelopen te hebben rijden we terug naar Vientiane. Rond kwart over vijf zijn we weer terugbij het hotel. Ik haal nog even de was op die ik gisteren heb afgegeven en ga daarna naar het hotel om mij op te frissen.
Zaterdag 29 december 2007 - In de voetsporen van Boeddha naar Hinboun natuurpark
|
Vanmorgen vertrekken we uit Vientiane en gaan op weg naar het Hinboun natuurpark. En tocht waarvan we, als het water in de rivieren hoog genoeg zou staan, het laatste deel per boot afgelegd zouden hebben. Maar gisteren heeft Karin te horen gekregen dat het water te laag staat. Dit betekent dat we met de bus helemaal naar het Hinboun park zullen rijden. Hierdoor missen we een mooie boottocht, maar het voordeel is wel dat nu alle bagage mee kan. We vertrekken om acht uur uit Vientaine en de verwachting is dat we pas aan het eind van de middag op de plek van bestemming zullen zijn. Onderweg zullen we een paar tussenstop maken. Zo stoppen we bij een tempel waar een voetafdruk van Boeddha te zien is (kennelijk had hij extreem grote voeten), maken we een koffie- en een lunchstop en tot slot maken we een korte fotostop bij een mooi uitzichtspunt.
Gisteren ben ik begonnen te lezen in het boek 'Ik buig met de wind mee' geschreven door Denise Affonço. In dit boek beschrijft zij haar ervaringen in de werkkampen van de Rode Khmer. Vandaag in de bus lees ik verder in dit zeer boeiend geschreven verhaal. Het verhaal pakt mij zo dat ik de hele rit door blijf lezen. De tijd vliegt voorbij en als ik het boek uit heb is het al het laat in de middag en zijn we la bijna in het Hinboun park. Het laatste stuk van de weg naar het park gaat over een semiverharde weg waar nog druk aan wordt gewerkt. Op meerdere plekken is de weg nog niet klaar en moeten we over een bypass naast de weg rijden. Bij een van die bypasses moten we allemaal uit de bus omdat deze anders met de bodem aan de grond komt. Vlak voordat we het park oprijden moeten we met de bus onder een laaghangende kabel door rijden. Omdat de bus niet onder de kabel door kan probeert de bijrijder deze - staand in de deuropening van de bus - op te tillen. Even later zie ik hem met een van pijn vertrokken gezicht naast de bus zitten. Wat is er gebeurd? Heeft hij een schok gehad of is er iets anders aan de hand? De laaghangende kabel wordt nu met een lange stok omhoog geduwd zodat de bus er onder door kan. Eenmaal in het park zie ik hoe een oude man probeert om de de schouder van de bijrijder te genezen. Hij doet dat op een in mijn westerse ogen nogal wonderlijke manier. Nadat hij eerst een brandende kaars in zijn mond heeft gehouden blaast hij over rook de gekwetste schouder en prevelt wat. Hoewel zowel de oude man als ook de bijrijder in deze techniek lijken te geloven heeft het niet het gewenste effect en wordt de bijrijder met de bus naar een ziekenhuis gebracht. Hier zal blijken dat hij zijn arm heeft overstrekt waardoor zijn schouder uit de kom is gegaan.
Deze reis heb ik een toeslag betaald voor een eenpersoonskamer, maar daarbij is vooraf al aangegeven dat dit in het Hinboun park niet mogelijk zal zijn. Daarom zal ik hier een kamer delen met Paul. Wij krijgen een sleutel van een huisje dat 'een eindje verderop' staat. Het blijkt dat ze ons onder willen brengen een een huisje van een ander - zo'n 500 meter verderop gelegen - guesthouse. Op zich geen verkeerde kamer, maar Paul en ik weigeren omdat we het liefst bij de rest van de groep zitten en er in Sala Hin Boun nog een huisje vrij is. Volgens de man die de sleutels uitdeelt komen er morgen mensen die dit huisje gehuurd hebben. Paul en ik besluiten om dit huisje 'te gaan kraken' en als morgen de andere gasten komen zien we wel weer waar we dan gaan slapen.
Zondag 30 december 2007 - In een smal bootje door de Kong Lor grot
Na met z'n allen in het guesthouse ontbeten te hebben splitst de groep zich in tweeën. Een deel van de groep gaat vandaag onder leiding van een gids een wandeling door het natuurpark maken. Ik sluit mij aan bij het andere deel van de groep. Wij gaan vandaag per boot het park verkennen. Met z'n tienen vertrekken we in kleine smalle bootjes en varen we naar de Kong Lor grot. Alleen de tocht naar de grot toe maakt deze dag al meer dan de moeite waard. In een mooi ochtendlicht varen we over de rivier en genieten we van de omgeving. Op de oever en in het water zijn veel mensen aan het werk. Wat mij vooral opvalt is het grote aantal kinderen dat met een soort grote zeven over de bodem van de rivier gaan om zodoende te proberen allerlei in het water levende dieren te vangen.
Ik zit samen met Lian in de boot omdat de bootsmannen alleen een lichtgewicht bij mij in de boot wilden hebben. Maar alleen al door mijn gewicht komt de boot een paar keer bijna vast te zitten op punten waar de boot voor ons (waar drie mensen in zitten) probleemloos door kan varen. Uiteindelijk hoeven wij - net als de inzittenden van de boot vlak voor ons - maar een keer uit te stappen voordat we bij de ingang van de grot zijn. hier moeten we opnieuw even uitstappen waarna de bootsmannen de boten over een stroomversnelling heen de grot in slepen en wij de grot in wandelen. even later varen we verder door de zeven(!) kilometer lange grot. Omdat het water erg laag staat moeten we in de grot een paar keer uit stappen. De bootsmannen slepen de boot dan door een stroomversnelling en wij waden een klein stukje door het water waarna we weer in de boot kunnen stappen. Nadat we aan de andere kant de grot uit gevaren zijn, varen we nog een klein stukje verder om daarna op de wal te gaan lunchen. Na de lunch lopen we in ongeveer twintig minuten naar een iets verderop gelegen dorpje. Het dorp is bijna verlaten. Iedereen zal wel op het veld aan het werk zijn. Aan de grootte en de kwaliteit van de huizen kun je wel zien dat het een redelijk welvarend dorp is. Na het dorp bekeken te hebben wandelen we terug naar de bootjes. Opnieuw deel ik een boot met Lian, maar dit keer hebben we een bootsman die van opschieten houdt. Bij de moeilijker stukken neemt hij een aanloop waarna de boot schokkend door het ondiepe gedeelte schiet. Maar ook met deze bootsman moeten we toch een paar keer uitstappen. Als we aan de andere kant de grot weer verlaten hebben verlaten we de bootjes. De bootsmannen zijn namelijk bang dat als we het hele stuk terug zullen varen we niet voor donker terug zullen zijn en zij willen niet in het donker op de rivier varen. Daarom rijden we in een songthaew terug naar het guesthouse. Hier komen we rond drie uur 's middags aan. Omdat er verder toch weinig te doen is zoekt iedereen zijn of haar bezigheid bij het guesthouse. Boeken worden gelezen en dagboeken worden vol geschreven totdat het donker wordt en het tijd is om te gaan eten. Aan het eind van de maaltijd worden we aangenaam verrats met een toetje van in Laolao (een lokaal gestookte sterke drank) geflambeerde banaan. Een heerlijke afsluiting van deze dag.
Maandag 31 december 2007 - Met de bus naar Savannakhet
|
Na eerst een stuk terug gereden te zijn over dezelfde dustroad waarover wij naar het Hinboun park gereden zijn draaien wij de bergen in om vervolgens over het Khammouane plateau naar het zuiden te rijden. vanmorgen zijn we om acht uur vertrokken uit het Hinboun park en nu zijn we onderweg naar Savannakhet. Na de gebruikelijke stops (koffie en lunch) stoppen we aan het eind van de middag bij de That Ing Hang Stupa een paar kilometer buiten Savannakhet. Na te tempel bekeken te hebben rijden we verder naar Savannakhet waar we aan het eind van de middag aan komen.
Omdat er op de route die we morgen zullen rijden geen goede lunchgelegenheden zijn, moet iedereen vandaag al iets regelen voor de lunch van morgen. Ik koop ergens een paar pistolets en bij een kleine supermarkt van een Belgisch man koop ik wat plakjes kaas. Tot slot koop ik bij een stalletje langs de weg een paar bananen en mijn lunch is compleet. Ik loop terug naar het hotel waar ik mij douche waar ik met mijn mobieltje mijn ouders op bel. In grote delen van Laos kan ik mijn mobiel niet gebruiken, maar als ik zoals nu dicht bij de grens met Thailand ben kan ik via een Thaise provider bellen en sms-en. Na mijn ouders gesproken te hebben zap ik wat langs de verschillende zenders op de televisie. Tot mijn verbazing zie ik o.a. een integrale uitzending van de een dag eerder gespeelde wedstrijd VVV - Ajax (uitslag 2-2) voorbij komen. Samen met Paul ga ik 's avonds eten bij Lao Paris. Daarna lopen we naar de Rose Garden waar we met de hele groep het oude jaar uit zullen gaan zitten. Terwijl we bij de Rose Garden zitten zien we veel jongeren in een gebouwtje vlak achter de Rose Garden verdwijnen. Nieuwsgierig geworden gaan we daar kijken. In het gebouwtje blijk een kleine discotheek te zitten Waar de plaatselijke jeugd oud en nieuw viert. Om twaalf uur wordt het feest nauwelijks onderbroken. Er wordt afgeteld (terwijl de muziek door gaat) 'Happy new year' geroepen, een paar rotjes afgestoken en dat is het dan. Ik loop terug naar het hotel waar ik een paar sms-jes verstuur naar familie en vrienden in Nederland om hen een gelukkig nieuwjaar toe te wensen. Hoewel ik mij heel goed realiseer dat ze in Nederland nog ongeveer zes uur verwijderd zijn van de jaarwisseling.
Dinsdag 1 januari 2008 - Een mooie reis naar Don Daeng eiland
|
Om zes uur 's ochtend - in Nederland is het dan net middernacht - gaat mijn wekker af. Tijd om familie en vrienden in Nederland te bellen om hen een gelukkig nieuwjaar toe te wensen. De meesten reageren verrast als ze mij ineens van uit het verre Laos aan de telefoon krijgen. Zelf geeft het mij vooral het gevoel dat Nederland ineens niet meer ver weg is. Hierna zoek ik wat spulletjes bij elkaar die ik de komende twee dagen nodig denk te hebben. Vandaag en morgen zullen we op eilandjes in de Mekong overnachten. Eilandjes die alleen maar met kleine bootjes te bereiken zijn en daarom kan niet alle bagage mee. Dus pak ik voor twee dagen bagage bovenin mijn fotorugzak en stop ik de rest in mijn grote rugzak die de komende dagen in de bus achter zal blijven. Iets na achten vertrekken we uit Savannekhet en gaan we op weg naar Paksé. Onderweg zien we ineens een paar rijstvelden die - in tegenstelling tot de meeste dorre en droge rijsvelden in deze droge tijde - nat en groen zijn. Op deze velden wordt hard gewerkt. Op een veld zijn vrouwen bezig op kiemplanten te plukken die vervolgens door een andere groep in een permenent bevloeit rijstveld worden geplant. Wat moeten deze mensen wel niet gedacht hebben. Het ene moment waren ze nog gewoon aan het werk op het rijstveld om zich het volgende moment omringt te weten door een hele groep fotograferende toeristen.
|
Weer terug in de bus eet ik mijn gisteren gekochte lunch bestaande uit een paar broodjes met kaas en een paar bananen. Rond half een staan we bij Paksé op de oever van de Mekong. Hier steken we met een soort catamaranveerboot de rivier over. Aan de andere kant van de rivier rijden we vervolgens naar de Wat Phu tempel. Of beter gezegd, de restanten van de Wat Phu tempel. Dit gedeeltelijk overgroeide Khmertempelcomplex is ouder dan het veel bekendere Angkor Wat in Cambodja. Hierna rijden we terug naar de Mekong die we dit keer met vier kleine smalle bootjes op gaan. We varen naar Don Daeng eiland waar we vannacht in een community lodge zullen overnachten. Deze community lodge bestaat uit twee 'slaapzalen' en een veranda. In elke kamer kunnen ongeveer zes personen slapen. Zelf slaap ik samen met vijf anderen op de veranda. Als we 's avonds gaan slapen vraag ik mij af of dat wel zo'n verstandige keus is geweest omdat ik bijna mijn slaapzak uit waai. Ik val toch vrij snel in slaap en als ik halverwege de nacht even waker ben merk ik dat de wind is gaan liggen.
Woensdag 2 januari 2008 - Met de boot naar Khone eiland
|
Na het ontbijt lopen we naar de oever van de Mekong. Hier liggen twee kleine catamarans en een smal bootje op ons te wachten. Hiermee varen we over de Mekong terug naar de plaats waar we gisteren de bus hebben achter gelaten. Rond half negen gaan we met de bus op weg naar een ander eiland in de Mekong. Maar ook dit eiland is niet over de weg bereikbaar en dus stappen we na een rit van ongeveer twee uur opnieuw in een boot. Het is maar een klein stukje varen en rond kwart voor elf meren we aan bij Khone eiland, een van de eilandjes van de Si Pha Don (de vierduizend eilandjes in de Mekong). Khone eiland is totaal niet te vergelijken met Don Daeng eiland. Zo is het eiland veel groter, wonen er meer mensen en kom je er meer toeristen tegen.
's Middags wandelen met het inmiddels vaste groepje van vier naar de Lipphi watervallen. Onderweg haakt Karin bij ons groepje aan en bij de watervallen komen we Els en Renske tegen. Na de watervallen bekeken en gefotografeerd te hebben gaan we met z'n zevenen iets drinken bij een stalletje vlak bij de watervallen. Even later zitten we hier allemaal met een kokosnoot voor onze neus en genieten we we heerlijk vers kokossap. Als we weg willen lopen zie ik een aantal locals een soort rauwkost eten. Als ze mij zien kijken gebaren ze dat ik gerust iets mag pakken. Hoewel het grote aantal kleine rode stukje mij al argwanend hadden moeten maken proef ik van de salade. Dat wil zeggen, ik stop een beetje in mijn mond die direct daarna totaal verdoofd is door de scherpe pepers. Mijn onderlip voelt aan alsof hij verdoofd is en in mond mond en keel woedt een felle uitslaande brand. Tot grote hilariteit van de locals weet ik niet hoe snel ik een fles water aan mijn mond moet zetten. Maar ook dat helpt maar een beetje. Regelmatig wat drinkend loop ik daarna terug in de richting van de bungalows waar we slapen. Ik maak nog een kleine omweg naar de restanten van een oude locomotief die op het eiland is achtergebleven uit de tijd dat de Fransen hier een spoorweg exploiteerden. Van de locomotief is weinig meer over dan een kaal karkas en het geheel stelt niet al te veel voor. Kortom, een lekkere relaxte middag. en dat is best wel lekker zo vlak voor een drukke laatste week.
|
Als het tegen de klok van zessen gaat schemeren valt het mij op hoeveel vogels ik hier hoor en hoe weinig vogels ik in de rest van Laos heb gehoord. Maar ja, als ik dan denk een de grote 'satéprikkers' met gebraden jonge vogeltjes die ik op veel marktje's heb zien liggen en aan het verhaal van onze gids op de vlakte der kruiken over het Laotianen zwaluwen vangen en (met kop, boten, organen en al) opeten dan denk ik wel te weten hoe dat komt. Als het even later donker wordt zwijgen de vogels en nemen de krekels het over.
Donderdag 3 januari 2008 - Rivierdolfijnen spotten op de Mekong en rijden op een olifant
Om kwart over vijf loopt mijn wekker af. In Nederland zou ik op dit tijdstip echt wakker worden van de wekker, maar hier ben ik al ongeveer een kwartier wakker. Om vijf uur stonden een paar mensen in de andere kamers in dezelfde bungalow op en aangezien de bungalow zo gehorig is dat het bijna lijkt dat je met z'n alleen in een grote kamer slaapt lig ik vanaf vijf uur wakker op bed. Om half zes gaan we met de hele groep op pad om de zeldzame zoetwarer Irrawady dolfijnen te gaan spotten. Na een half uurtje lopen stappen we in een paar inmiddels bij ons overbekende smalle bootjes die ons naar de juiste plek in de Mekong zullen brengen. Daar tocht over de Mekong is schitterend. We varen in het ochtendlicht door een heel mooi landschap. De plek waar waar dolfijnen gaan spotten blijkt niet meer te zijn dan een kleine kale rots in het midden van de Mekong met uitzicht op Cambodja. We zien een hele mooie zonsopkomst, maar nog geen dolfijnen. Dan ineens is er een eind verderop heel even een vin te zien. Even later zijn er zelfs een paar vinnen te zien, maar helaas zwemmen de dolfijnen vrij ver bij ons vandaan.Als de dolfijnen blijven weigeren om dichterbij te komen begint het spotten mij te vervelen. maar even een ommetje maken is er niet bij op deze kleine rotspunt. Ik zet mijn mobieltje aan om te kijken of ik hier bereik heb. En ja hoor, ik kan bellen en sms-en via een Cambodjaanse provider. Even later komen er drie sms-jes binnen. Allemaal van hetzelfde nummer uit Nederland. Een nummer dat onder 'Pa en ma' in het telefoonboek van mijn mobieltje staat. Kennelijk heeft iemand mijn ouders (en dan waarschijnlijk mijn moeder) geleerd om te sms-en. Want toen ik haar eerder tijdens deze reis aan de telefoon had vertelde zij mij dat ze mijn berichtjes wel had gelezen, maar dat ze het jammer vond dat ze niet wist hoe ze zelf een berichtje kon versturen. En nu ontvang ik er ineens drie. Of eigenlijk een want de eerste is een leeg bericht en de andere twee bevatten exact dezelfde tekst. Mijn moeder wenst mij een gelukkig en gezond 2008.
|
De dolfijnen weigeren ondertussen nog steeds om dichterbij te komen en dus varen wij maar weer terug naar Khone eiland. Na hier eerst nog even ontbeten te hebben verlaten we het eiland en varen we terug naar de plaats waar we gisteren de bus achter hebben gelaten. Van hieruit gaan we op weg naar Paksé. We doen dat overigens met een iets grotere groep dan normaal. Want een oude oom van onze lokale gids die op Khone eiland woont moet naar het ziekenhuis in Paksé en reist vandaag met ons mee. En omdat er in Laotiaanse ziekenhuizen alleen medisch personeel werkt en geen verzorgend personeel gaat een van zijn dochters mee om hem in het ziekenhuis te verzorgen. Tijdens de rit naar Paksé maken we twee tussenstops. De eerste keer stoppen we bij een waterval voor een korte fotostop. De tweede tussenstop duurt langer. Dit keer stoppen we bij het dorpje Ban Kiat Ngong. Van hieruit maken we een excursie op de rug van een olifant. In ongeveer drie kwartier tijd brengen de olifanten ons naar de top van de berg Phu Asa. Helaas is het vandaag behoorlijk heiig waardoor het uitzicht vanaf de berg iets tegenvalt. Vanaf de top lopen de olifanten over dezelfde weg terug naar het dorp. Echt gemakkelijk zit ik niet. Vooral als het berg af gaat zit ik niet echt lekker. Hoewel het een leuke ervaring was vind ik het dan ook niet echt erg dat ik in het dorp weer af moet stappen. Ik koop nog twee grote stukken bamboe om deze aan de olifant te geven die ze vervolgens op eet alsof het twee stukken 'zoute stengels' zijn.
|
Als iedereen weer is afgestap rijden we verder naar Paksé. eenmaal in Paksé stoppen we bij een plaatselijke markt. Op het gebied van eten kun je het bijna zo gek niet verzinnen of je kunt het hier kopen. Vele soorten vis, gebraden hond, varkens en koeienkoppen, koeienpoten, insecten en nog veel meer Na ons verbaast te hebben over het gevarieerde aanbod op de markt rijden we het laatste stukje naar het hotel. als ik 's avonds ga slapen realiseer ik mij dat het Laos gedeelte van deze reis er bijna op zit.