Reisverslag Marokko
Deel 1
![]() |
In september/oktober 2002 heb ik een drieweekse rondreis door Marokko gemaakt. Deze vakantie had ik geboekt bij Summum in Amsterdam. Hieronder staat het eerste deel van een verslag van deze reis.
|
Zaterdag 14 september 2002 - Vliegen naar Rabat
Omdat het voor mij niet mogelijk is met de trein vanuit Zwolle op tijd op Schiphol te zijn, heb ik mijn vader gevraagd of hij mij vanmorgen naar Schiphol wil brengen. Om halfzes staat hij voor de deur. Even later vertrekken we richting Schiphol waar we om zeven uur aankomen. Op Schiphol staat een medewerkster van Summum klaar met de tickets en ik stel voor aan een aantal groepsgenoten. Tenminste, dat denk ik. Later blijkt dat ik mij ook heb voorgesteld aan een aantal mensen die met Baobab naar Marokko gaan. Een groep die we onderweg nog een aantal keren tegen zullen komen. Om zoveel mogelijk kans te maken op een plaats in het vliegtuig met extra beenruimte (met mijn lengte van 2.04 meter geen overbodige luxe) ga check ik mij direct in. Ondanks de toegezegde plaats bij de nooduitgang blijk ik toch geen stoel met extra beenruimte te hebben. Een Lufthansa steward regelt dat ik van plaats kan wisselen met een andere passagier zodat ik toch nog goed kan zitten.
Geheel volgens schema vertrekken we om 9.15 uur om 45 minuten later al weer te landen in Frankfurt. Het vliegtuig dat ons van Frankfurt naar Casablanca zal brengen vertrekt met ongeveer drie kwartier vertraging. Onderweg naar Casablanca horen wij de oorzaak van de vertraging. De gezagvoerder vertelt dat hem een vliegtuig was toegewezen waarin één van de toiletten niet werkte. Omdat hij weigerde met dit vliegtuig te vertrekken moest gewacht worden op een ander vliegtuig dat vanuit Rome onderweg was naar Frankfurt.
Op het vliegveld van Casablanca staat Anke van Maris, onze reisbegeleidster
voor de komende drie weken, op ons te wachten. Na de eerste Dirhams gepind te
hebben nemen we de trein naar Rabat. Hier overnachten we in een klein familiehotel. De kamers zijn klein maar schoon
en alles (douche, toilet) werkt. ’s Avonds gaan we met de hele groep uit eten
in een vlak naast het hotel gelegen restaurant. Rond 22.00 uur plaatselijke tijd
(24.00 uur Nederlandse tijd) houden de meeste mensen van de groep het voor
gezien. Samen met Frank, mijn kamergenoot voor de komende drie weken, besluit ik
nog ergens een biertje te gaan drinken. In een land als Marokko is dit echter
gemakkelijker gezegd dan gedaan. Als we geen terras kunnen vinden waar bier
geschonken wordt, gaan we maar ergens binnen zitten. Ook hier is het niet echt
gezellig en het personeel is al druk aan het opruimen. Na één Flag Special
houden wij het ook voor gezien en gaan terug naar het hotel.
Zondag 15 september 2002 - Sightseeing in Rabat
Na een warme nacht waarin ik toch redelijk goed heb geslapen ben ik al vroeg wakker. We hebben als groep afgesproken om 9.00 uur te gaan ontbijten. Omdat ik toch al vroeg wakker ben besluit ik om, voor het ontbijt, in mijn eentje Rabat vast een beetje te gaan verkennen. Ik loop in de richting van een Moskee en zie hoe daklozen hier in het gras om de moskee en voor de deuren van de moskee liggen te slapen. De moskee is, zoals op één na alle moskeeën in Marokko, gesloten voor niet moslims.
Na het ontbijt gaan we als groep, de groep bestaat inclusief mijzelf uit
twaalf personen, Rabat in. Als eerste brengen we een bezoek aan de Hassan-toren
en het mausoleum. Als we hier rondlopen valt het op dat men kennelijk hoog
bezoek verwacht. Na het bezoek aan de Hassan-toren en het mausoleum maken we een
wandeling door de medina
van Rabat en gaan we naar de Oudaïa-kasba.
Ook hier is men voorbereid op hoog bezoek. Het blijkt dat president Robert
Mugabe van Zimbabwe die dag in Rabat op bezoek is. Als we even later bij het
Moors-cafe in de kasba thee zitten te drinken komt presint Mugabe en zijn gevolg
voorbij lopen. Voor mij was het wel even handig dat een aantal andere mensen van
de groep hem aanwezen, want zelf had ik hem niet herkend.
Vanaf de Oudaïa-kasba nemen we met een paar mensen een taxi naar de Chellah waar we eieren voeren aan heilige palingen. Vanaf de Chellah lopen we terug in de richting van het hotel. Onderweg bekijken we het koninklijk paleis en drinken we een biertje op een terras bij een hotel.
Maandag 16 september 2002 - Met de bus naar Chechaouen
Vanmorgen is er weinig tijd om te ontbijten omdat we al weer vroeg uit Rabat
vertrekken. Bij de bakker naast het hotel koop in een paar lekkere broodjes
(hoewel ik het eten tegen vond vallen, maken ze in Marokko hele lekkere
broodjes). Op het terras tegenover het hotel bestel ik een kop koffie. Al met al
toch een lekker ontbijt.
Rond halfnegen vertrekken wij met “ons busje” uit Rabat en gaan op weg naar Chechaouen. Onderweg naar Chechaouen gebeurt er weinig bijzonders of het moet zijn dat wij heel even in de regen rijden. Even na de middag komen we in Chechaouen aan. We overnachten in een klein hotel net binnen de muren van de medina. In het hotel krijgen we te horen dat de kachel stuk is en er daardoor geen warm water is. Ze hopen dat er morgen weer warm water zal zijn. Na een snelle, koude douche loop ik Chechaouen in.
De zon laat zich vandaag niet veel zien. Wel zie ik vandaag veel mannen gekleed in in djellaba's (een lang overkleed met capuchon dat van voren dicht is op de open hals na) en met kleine, soms fel gekleurde, kleine puntige schoentjes (die mij nog het meest aan pantoffels doen denken) aan de voeten.
Dinsdag 17 september 2002 - Naar de kapper in Chechaouen
Na eerst met de hele groep in het hotel ontbeten te hebben (het ontbijt zit
hier bij de prijs in en we blijven toch Nederlanders), vertrekken we om negen
uur met een gids voor een wandeling door en om Chechaouen. Aan het eind van de
ruim drie uur durende wandeling brengen we een bezoek aan een Berberhuis waar we
mintthee drinken. In feite is het niets anders dan een poging ons tapijten te
verkopen. Helaas voor onze gastheer zonder succes.
’s Middags wandel ik wat de Chechaouen en besluit dat het tijd is om mij te
laten scheren wat mij tien Dirham (1 Euro) kost. Later op de middag koop ik een
stapel kaarten bij een straatventer, haal op het postkantoor postzegels en begin
met het schrijven van de kaarten voor vrienden en familie in Nederland.
Woensdag 18 september 2002 - Naar Fes
Na een kort verblijf in Chechaouen vertrekken we vandaag naar Fes waar we vroeg in de middag aankomen.
’s Middags maken we met ons busje een korte tour door Fes waarna we ’s avonds met z’n allen gaan eten op een dakterras aan de rand van de medina. Na het eten willen we met een aantal mensen nog even ergens op een terras een biertje drinken. Opnieuw valt dit niet mee. Uiteindelijk drinken we maar een glas verse vruchtensap bij een sapbar vlakbij het hotel.
Donderdag 19 september 2002 - Uitsapje naar Volubilis en Moulay Idriss
Omdat we twee volle dagen in Fes blijven, hebben we voldoende tijd om een aantal zaken in de omgeving van Fes te bekijken. Als eerste rijden we naar Volubilis, een Romeinse ruïnestad 30 kilometer ten noorden van Meknes. Na Volubilis rijden we via Moulay Idriss, de stad van de gelijknamige heilige die als stichter van de Marokkaanse natie wordt beschouwd, naar Meknes.
Vrijdag 20 september 2002 - Verdwalen in de medina van Fes
De laatste dag in Fes. De hoogste tijd om de medina van Fes te gaan
verkennen. Het plan is dat wij dit ’s ochtends eerst, onder leiding van een
gids, als groep doen waarna ’s middags iedereen op eigen houtje nog wat door
de medina (of een ander deel van Fes) kan dwalen.
De medina van Fes in een grote wirwar van smalle en nog smallere straatjes. De gids leidt ons langs een aantal van de meest bekende plekken zoals de soeks en de leerlooierswerkplaats Shoera maar leidt ons ook langs verschillende minder bekende locaties. Gezien de drukte en het grote aantal smalle straatjes mag het bijna een wonder genoemd worden dat wij als groep bij elkaar weten te blijven. Aan het eind van de ochtend, als we bijna aan het eind van de rondleiding zijn, gaat het alsnog mis. Carla en ik raken de rest van de groep kwijt.
De rest van de dag open Carla en ik met z’n tweeën door de medina.
Verschillende mensen bieden zich aan als gids. Onder hen is Ajoub, een
Senegalese jongen van een jaar of acht. Hij leidt ons langs allerlei plekjes in
de medina en brengt ons naar een restaurant (hier eet hij natuurlijk met ons
mee, wij betalen). Na de lunch nemen we, tot grote teleurstelling van Ajoub,
afscheid van onze ‘gids’ en lopen de rest van de middag met z’n tweeën
door de medina.
Zaterdag 21 september 2002 - Door een zandstorm naar Erfoud
Vandaag nemen we afscheid van Fes en gaan we op weg naar Erfoud. We vertrekken als om zeven uur uit Fes en na een dag waarin we door een heel afwisselend landschap rijden. Het laatste stuk rijden we in een zandstorm. Rond 18.00 uur komen we bij ons hotel aan. Ons hotel, met zwembad, is echt een oase van rust in de woestijn.
Zondag 22 september - Met een landrover naar de zandduinen bij Erg Chebbi
Na één nacht in Erfoud stappen we over in twee landrover waarmee we de woestijn in zullen trekken. Eerst rijden we door een vlak landschap waarbij de bodem bedenkt is met zwart lava-gesteente. Later verandert het landschap en bereiken we ons doel; de zandduinen. Aan het eind van de middag splitst de groep zich. Een deel van de groep gaat, per kameel, naar een oase in de woestijn, waar ze ook zullen slapen. Ik ga met een ander deel van de groep, met de landrovers, naar een hotel een de rand van de zandduinen bij Erg Chebbi.
Maandag 23 september 2002 - Uitwaaien boven een zandduin
Met een aantal mensen hebben we afgesproken vroeg (vijf uur) op te staan om
de zon op te zien komen boven de zandduinen. In de loop van de nacht is het
steeds harder gaan waaien waardoor wij ’s ochtends, als wij de woestijn
inlopen, bijna compleet gezandstraald worden. Ik durf mijn camera bijna niet uit
de stofdichte fototas te halen met al dat zand, maar maak toch nog een paar foto’s.
Met de landrovers rijden we later in de ochtend terug naar ons hotel in Erfoud. Onderweg pikken we de rest van de groep op. Van hun overnachting in de openlucht is door de harde wind weinig terechtgekomen. In plaats daarvan hebben ze in een grote nomadentent geslapen.
In Erfoud stappen we over in ‘ons eigen busje’ waarna een lange en warme rit volgt naar de Todra-kloof. Hier komen we in de namiddag aan. Doordat de zon onderin de kloof bijna niet schijnt is het er aanzienlijk koeler. Frank en ik krijgen een kamer toegewezen op de tweede verdieping van het hotel. Vanaf het dakterras voor de kamers heb je een schitterend uitzicht over de kloof.
Dinsdag 24 september 2002 - Wandelen door de Todra-kloof
In de kloof kunnen twee verschillende wandelingen gemaakt worden. De ‘zwaarste’
wandeling is een wandeling van ongeveer vier uur door de bergen. De mensen die
dit niet zien zitten kunnen een, ongeveer twee uur durende, wandeling langs
palm-oases en groene akkertjes maken.
Om negen uur begin ik, onder leiding van een gids en samen de twee andere leden van de groep, aan de wandeling door de bergen. Na twee uur lang bijna alleen maar bergop gelopen te zijn bereiken we het hoogste punt van deze tocht. Vanaf dit punt lopen we bijna alleen nog maar bergaf. Rond één uur ’s middags zijn we weer onder in de kloof. Na hier een colaatje gedronken te hebben loop ik terug naar het hotel. Als ik bij het hotel aankom staat het andere deel van de groep net klaar om met het busje naar het beginpunt van de andere wandeling te gaan. Aangezien de ochtendwandeling in mijn ogen niet extreem zwaar was, besluit ik om ook met deze wandeling mee te gaan.