Reisverslag Myanmar (Birma)
Week 1
In 2011 heb ik van 3 tot en met 31 december een 29-daagse rondreis door Myanmar gemaakt. Deze reis heb ik geboekt bij Koning Aap in Amsterdam. Op deze pagina staat een verslag de eerste week van deze reis
|
Zaterdag 3 december 2011, naar Singapore
Het licht van de straatlantaarns weerspiegelt in de natte Zwolse straten als de trein ´s ochtends om kwart voor zeven het station verlaat. Op deze vroege zaterdagmorgen is het erg rustig in de trein. De enige andere passagier in de coupé is net als ik op weg naar Schiphol. Sterker nog, hij vliegt met dezelfde vlucht naar Singapore. Heel even vraag ik mij af of ik hier in de trein al even de de mensen tref waarmee ik de komende vier weken door Myanmar zal reizen. Maar dat blijkt niet het geval. De man is voor zijn werk onderweg naar Jakarta.
Rond kwart over acht, ruim twee uur voor vertrek, ben ik op Schiphol. Bij het inchecken blijkt dat Tamara, een medewerkster van Singapore Airlines die ik twee dagen geleden heb gebeld en die voor mij een plek met extra beenruimte zou regelen, haar belofte heeft waargemaakt. Ik heb de beloofde plek met extra beenruimte. Dat wil zeggen, tot Singapore. Voor de aansluitende vlucht naar Yangon moet ik het op het vliegveld van Singapore zelf regelen. Precies zoals Tamara had gezegd.
Vlak voordat het vliegtuig opstijgt meldt de piloot dat ´een passagier besloten heeft vandaag niet mee te gaan´. Dit betekent dat de bagage van deze ex-passagier eerst uit het vliegtuig moet voordat we kunnen vertrekken. Nadat de bagage van de thuisblijver uit het vliegtuig is gehaald stijgen we rond elf uur met een half uur vertraging op. In het vliegtuig maak ik kennis met twee groepsgenoten die ik in de rij achter mij over Koning Aap hoor praten.
Zondag 4 december 2011, naar Yangon
Ongeveer een half uur voor op schema landt het vliegtuig rond half zes ´s ochtends (lokale tijd) in Singapore. Vanuit Singapore zal ik doorvliegen naar Yangon. Bij het inchecken lukt het mij gelukkig om een plek met extra beenruimte bij een van de nooduitgangen te krijgen. En zo vlieg ik vrij comfortabel naar Yangon waar het vliegtuig rond half tien in de ochtend landt.
5.000 kyat biljet |
Op het vliegveld word ik opgewacht door Anne-Marie Teuben die namens Koning Aap de reis zal begeleiden. Ook maak ik op het vliegveld kennis met de rest van de groep die in totaal uit 18 personen bestaat. Omdat er in Myanmar nog geen geldautomaten staan, je elders in het land een (veel) slechtere koers krijgt voor je dollars wissel ik op het vliegveld ruim 300 dollars om voor kyats.
Overigens krijg je de beste koers voor 100 dollar biljetten, maar ik het verstandig om een wat dollaars in kleiner coupures mee te nemen omdat je soms de entree in dollars moet betalen. Ook is het verstandig om alleen nieuwe (of in ieder geval volledig onbeschadigde) dollarbiljetten mee te nemen omdat er soms erg moeilijk gedaan wordt over het accepteren van dollars met een kleine beschadiging. Zo heb ik het meegemaakt dat een biljet geweigerd werd omdat er een klein rood stipje op stond. Dit is des te opvallender als je ziet in welke slechte staat de kyat biljetten die je krijgt soms zijn.
Nadat iedereen dollars heeft gewisseld rijden we in ongeveer een half uur naar het hotel waar we de komende twee nachten zullen slapen.
Oude vervallen flats in Yangon |
Onderweg naar het hotel rijden we soms langs hele mooie (zwaar beveiligde) villa's, maar veel vaker langs oude, smerige en verwaarloosde flats. Onderweg naar het hotel zie ik ook de eerste pagodes, waaronder de beroemde Shwedagon pagode. In tegenstelling tot veel huizen zien de pagodes er goed onderhouden uit.
Aangekomen in het hotel volgt eerst een, gelukkig niet al te lang, welkomspraatje van Anne-Marie. Hierna zoek ik mijn kamer op die verrassend ruim en schoon is. Toillet en douche doen het, dus een prima kamer om de komende twee nachten te slapen. Ik fris mij even snel op en ga daarna met een groot deel van de groep lunchen in een broodjeszaak vlakbij het hotel. De rest van de middag wandel ik met een deel van de groep wat door de stad. Opnieuw valt mij de vervallen staat waarin veel gebouwen verkeren op. Maar de stad doet af en toe niet alleen zeer aan de ogen. Ook mijn neus heeft het soms zwaar te verduren als de stank van een open riool mijn neus bereikt. Toch geniet ik. Soms is verval erg mooi en sommige gebouwen zijn mooi van lelijkheid. Maar bovenal zijn de mensen op straat bijzonder vriendelijk. Met een bezoekje aan de Sule pagode sluiten we de wandeling door de stad af.
's Avonds ga ik met een deel van de groep eten in een vlakbij het hotel gelegen restaurant. Ik bestel vis met zoetzure saus, witte rijst en een fles Myanmar bier (640 ml.). Een heerlijke maaltijd. En dat voor maar 5.500 kyat oftewel 5,50 euro. Om half tien ben ik terug in het hotel. Tijd om te gaan slapen na een langen, vermoeiende dag.
Maandag 5 december 2011, wandelen door Yangon
Eten langs en op de weg in Yangon |
Na eerst in het hotel ontbeten te hebben, wandel ik in m'n eentje door de stad. In de Lonely Planet staat een stadswandeling die begint en eindigt bij de Sule pagode en ik besluit die wandeling te gaan maken. Onderweg naar de Sule pagode zie ik vlakbij het hotel een aantal mannen op de stoep zitten met grote stapels kranten voor zich. De kranten worden geteld en soms zelfs samengesteld. Het lijkt er op dat de kranten hier verkocht worden aan straatverkopers die op hun beurt de kranten elders in de stad zullen proberen te verkopen. Ik loop verder door de stad die opnieuw een erg vervallen indruk op mij maakt. Zo staat de stad vol met slecht onderhouden koloniale gebouwen uit de tijd dat het land tot het Koninkrijk Groot-Brittannië hoorde. Maar er zijn meer dingen die mij opvallen zoals het extreem grote aantal eetstalletjes langs de kant van de weg. Vaak niet meer dan een grote wok en/of een pan met saté en een paar lage tafeltjes met nog lagere krukjes.
Nadat ik een tijdje door de stad heb gewandeld, ga ik in de buurt van de Mahabandoola Garden bij een boom zitten. Een krantenverkopen heeft de kranten van die uit bij de boom uitgestald. Eerst kijk ik zonder er echt bij na te denken naar de kranten. Lezen wat er staat kan ik toch niet.
Hillary Clinton op bezoek bij Aung San Suu Kyi |
Maar plaatjes kijken kan natuurlijk wel. En al plaatjes kijkend valt mij ineens iets op. Voor het eerst in 50 jaar heeft een paar dagen geleden een Amerikaanse minister van buitenlandse zaken het land bezocht. Het is echter niet de ontmoeting tussen Hillary Clinton en de regeringsleiders die de voorpagina's van de meeste kranten sieren, maar de ontmoeting van Clinton en Aung San Suu Kyi die prominent voorop de meeste kranten staat. Slechts op de voorpagina van één krant staat een foto van Clinton met een paar voor mij onbekende mannen waarvan de krantenverkoper bevestigd dat dit, zoals ik al dacht, de huidige regeringsleiders zijn. Alle andere redacties hebben gekozen voor een foto van Clinton en Aung San Suu Kyi. De wereldberoemde leidster van de oppositie krijgt in de kranten dus meer aandacht dan de machthebbers. Ik had niet verwacht dat de redacties deze keuzevrijheid zouden hebben. Later die dag zie ik nog meer dongen die ik niet had verwacht. Zo worden op straat heel openelijk posters van Aung San Suu Kyi verkocht. Ook opvallend vind ik het relatief grote aantal jongeren in Yangon dat in bezit is van een mobiele telefoon. Later deze reis zal blijken dat Yangon wat dat betreft echt een uitzondering is en dat het bezit van een mobiele telefoon eerder uitzondering dan regel is in dit land.
Duiven voeren in Yangon |
Na een tijdje vervolg in mijn wandeling door de stad. Dit keer valt mijn oog op de vele plaatsen, vooral dicht bij tempels, waar je vogelvoer kunt kopen om duiven te voeren. Ook zie je bij pagodes vaak mensen zitten die een kooitje met een aantal vogels bij zich hebben. Tegen betaling mag je een vogel vrijlaten wat goed zou zijn voor je karma. Wat ik mij af vraag is hoe het dan zit met het karma van de (vrome boeddhisten?) die de vogels vangen en in het kooitje stoppen.
Om half twaalf ben ik terug bij het beginpunt van de wandeling, de Sule pagode. Ik was van plan om na de wandeling terug te gaan naar het hotel, maar zie daar bij nadere bestudering van de kaart van af. Ik wil namelijk ook nog naar de Shwedagon pagode en terug gaan naar het hotel zou een flinke omweg betekenen. In plaats daarvan besluit ik om over de Sule Paya Road in de richting van de Shwedagon pagode te lopen. Maar eerst lunchen. Net ten noorden van de Sule pagode zie ik tussen de hoofd- en ventweg een klein eethuisje dat er goed uitziet. Ik ga naar binnen en bestel een fried rice with chicken en een zwarte thee. Voordat de fried rice komt wordt er een kommetje bouillon en een klein schaaltje met uiensnippers met een rode saus op tafel gezet.Samen een best lekker combinatie en een goede start van de lunch. Maar als ik het op heb, wordt er tot mijn verbazing een nieuw kommetje en schaaltje op tafel gezet. Ik laat deze staan en begin mijn dagboek bij te werken. Even later komt de fried rice. Een flinke portie, maar de smaak is goed dus dat komt wel op. Terwijl ik zit te eten gebaard een van de obers dat in de uitjes met saus door de fried rice moet doen. Een goede tip, zo smaakt het nog beter. Was het dan soms geen voorgerecht?
Shwedagon pagode |
Na de lunch loop ik verder naar de Shwedagon pagode waar ik rond twee uur bij de zuidelijke ingang aankom. Zoals bij elke voor boeddhisten belangrijke plaats mag je de pagode niet met je schoenen aan betreden. Maar om de mogelijkheid te houden de pagode eventueel via een andere uitgang te verlaten, geef ik mijn Teva's niet af bij de ingang, maar stop ik ze in mijn rugzak en loop op blote voeten de trap naar de pagode op.
Boven aan gekomen geloof ik mijn ogen niet. Goudkleur is boven de alles overheersende kleur. Al is ook hier niet alles goud wat er blinkt maar soms goudverf. De ene goudkleurige stoepa is nog mooier dan de ander en natuurlijk is er die alles overheersende met bladgoud beklede stoepa in het midden. De komende twee en een half uur kijk ik hier mijn ogen uit. Maar toch, mooi vind ik het niet. Wat mij betreft is het allemaal net teveel kitscherig.
Omdat op deze bewolkte dag een mooie foto van de Shwedagon pagode bij zonsondergang er niet in zit en ik geen zin heb om te wachten tot het donker is om een mooie verlichte Shwedagon pagode te zien verlaat ik aan het eind van de middag het terrein via de oostelijke uitgang. Ik kies voor deze uitgang omdat volgens de Lonely Planet de sfeer langs de oostelijke trap het meest traditioneel is door de aangrenzende kloosters en de verschillende winkeltjes waar ze 'kloosterbenodigdheden' zoals kleding en bedelschalen verkopen. In iets minder dan drie uur loop ik via een grote omweg terug naar het hotel.
Vlak voordat ik bij het hotel ben zie ik op straat een hindoeïstisch aandoende optocht compleet met paarden en mannen met zwaarden. Helaas kunnen de omstanders mij niet duidelijk maken wat hier gebeurd.
Dinsdag 6 december 2011, van Yangon naar Bago
Voor mijn gevoel begint de rondreis vandaag pas echt. Vandaag verlaten we namelijk Yangon en zullen we het land in trekken. Al trekken we op deze eerste reisdag nog niet ver het land in. Naar schatting zullen we in ongeveer twee uur tijd de 80 kilometer tussen Yangon en Bago afleggen.
Chauffeur: Soe |
Bijrijder: Toe |
Om zeven uur 's ochtends stappen we in de bus waarmee we afgelopen zondag opgehaald zijn van het vliegveld en waarmee we de komende weken door het land zullen trekken. Een oude, walmende bus met (voor mij wel prettig) opvallend veel beenruimte. De bus wordt bestuurd door Soe en onderweg wordt hij geholpen door bijrijder Toe. Twee mannen die vandaag al zullen aantonen goed aan te voelen wat toeristen graag willen door een ongeplande tussenstop die we zullen maken. Maar daarover later meer.
De stadsverkeer (zonder motorfietsen) in Yangon |
Langzaam maar zeker rijden we over de drukke wegen in het centrum van Yangon. Verkeer waar nog wel iets opvallends over te melden is. Want in tegenstelling tot andere Aziatische steden, zie je in Yangon geen scooters, motorfietsen en tuk-tuk's op straat. Dit komt doordat het gebruik van deze vervoermiddelen in Yangon verboden is nadat iemand een Molotovcocktail naar een generaal had gegooid vanaf een motorfiets.
Naarmate we het centrum verder achter ons laten wordt het rustiger op en langs de weg. Dat wil zeggen, totdat we in de buurt komen van de Kaba Aye pagode. Niet alleen is hier veel verkeer op straat, langs de weg zien we extreem lange rijen mensen staan. Mensen die allemaal in de rij staan om de pagode binnen te mogen waar op dat moment in de Maha Pasana grot (een kunstmatige, door mensen gemaakte grot) een tand van boeddha te zien is. De tand die normaal gesproken bewaard wordt in de Lingguang tempel in Beijing is momenteel 'op rondreis' door Myanmar. Na Yangon zal de tand doorreizen naar het Maha Atula Waiyan klooster in Mandalay. Hier zullen we opnieuw geconfronteerd worden met enorme aantallen mensen die de tand komen bekijken.
Een eindje noordelijk van Yangon maken we de eerste foto-stop van de dag bij het Taukkyan War Cemetery. Een grote begraafplaats waar 6.374 soldaten begraven liggen die sneuvelden tijdens de tweede wereldoorlog. Ook is er op de begraafplaats een herdenkingsmonument voor bijna 27.000 gesneuvelde soldaten zonder graf. De begraafplaats wordt onderhouden door de Commonwealth War Graves Commission. Na een kort bezoekje aan de begraafplaats rijden we verder over een brede vierbaans weg.
Feestelijke intrede van kinderen in het klooster |
Maar dan is ineens de weghelft waar wij op rijden afgesloten en wordt onze bus door een agent de ander weghelft opgestuurd. Eerst is onduidelijk waarom de weg gedeeltelijk is afgesloten. Maar dan passeren we een bonte stoet vrolijke mensen voor wie de helft van de weg kenelijk is afgezet. Gelukkig begrijpen Soe en Toe dat dit voor ons westerse toeristen een mooi foto moment is en zet hij de bus aan de kant van de weg. Al fotograferend kom ik er achter dat het een optocht van ter gelegenheid van het feit dat een grote groep feestelijk geklede kinderen (waarvan sommigen niet ouder dan vijf jaar) vandaag het klooster in gaan.
Toegangskaartje voor alle bezienswaardigheden in Bago |
Als de feestelijke stoet voorbij is rijden we verder naar Bago. Maar voordat we hier naar ons hotel gaan, kopen we eerste voor 10 dollar een toegangskaartje voor alle bezienswaardigheden in (de omgeving van) Bago en bezoeken we aan aantal pagodes waaronder de Kyaik Pun pagode die vier 30 meter hoge boeddha's. Ook bezoeken we het Kha Khat Wain Kyaung klooster, een van de grootste kloosters in het land. Geheel volgens planning komen we hier aan vlak voordat de paar honder monniken die in dit klooster leven gaan eten in de grote centrale eetzaal. In deze eetzaal staan zo'n 50 lage ronde tafels. Op elke tafel staat een schaal met saus voor bij de rijst. De rijst zelf zit in twee grote ketels die net buiten de eetzaal staan. Met een paar klappen op een gong wordt aangegeven dat het etenstijd is. Niet alleen de monnikene reageren op dit signaal door massaal naar de eetzaal te lopen, maar ook de aanwezige honden reageren door massaal te gaan blaffen. In tegenstellig tot de luidruchtige honden lopen de monniken zwijgend naar de eetzaal. Net buiten de eetzaal krijgen ze hun dagelijkse portie rijs in hun bedelnap. Hierna nemen ze plaats aan een van de tafels in de eetzaal. Hier eten de monniken in stilte hun eenvoudige maaltijd. Even later lopen de monniken in een lange rij de eetzaal wee uit. Dit alles zonder dat er ook maar een woord wordt gesproken. Heel bijzonder om dit mee te maken.
Monniken in het klooster in Bago |
Na het bezoek aan het klooster bezoeken we nog een paar pagode's, maar persoonlijk merk ik dat bij mij dan al een bepaalde mate van pagode-moeheid toeslaat. aan het begin van de middag komen we aan bij ons, een eindje buiten het dorp gelegen, hotel. Omdat ons hotel een buiten het dorp ligt, hebben Soe en Toe aangeboden ons met de bus naar het dorp te brengen. Een aanbod waar ik graag gebruik van maak. In het dorop ga ik eerst met een groot deel van de groep lunchen. Daarna wandel ik met twee groepsgenoten naar de markt aan de andere kant van de rivier. Als ik op de brug naar beneden kijk, dan valt het mij op dat er een opgezwollen dood varken in de rivier drijft. De plaatselijke bevolking lijkt zich daar weinig van aan te trekken en wast zich vlakbij het dode varken in de rivier. De rest van de middag slenteren we met z´n drieën over de markt. Tijdens de wandeling door het dorp valt het mij op dat het dragen van een helm kennelijk verplicht is als je op een motorfiets rijdt. En gezien het model van de meest gedragen helm, zijn de mallen waarmee tijdens de tweede wereldoorlog Duitse helmen gemaakt werden geëxporteerd naar Myanmar. Aan het eind van de middag brengen we op advies van een fietstaxirijder een bezoek aan het plaatselijke klooster. Hier worden we, gedegeslagen door de monniken, rondgeleid door een onderwijzer. Na de rondleiding door het klooster lopen we terug naar het restaurant waar we ´s middags geluncht hebben. Hier treffen we nog twee groepsgenoten. Met z´n vijfen gaan we aan een grote ronde tafel zitten en genieten van het heerlijke eten. Na het eten laten we ons met een tuktuk naar het hotel rijden. Voor de prijs (2.000 kyat = ca. 2 euro) hoef je het niet te laten. Terug in het hotel kijk ik vlak voordat ik in slaap val terug op een leuke, maar ook vermoeiende dag. Die vermoeidheid komt vandaag goed van pas aangezien de airco op de hotelkamer een geluid produceert dat mij het meest doet denken aan het geluid van een oude Engelse bommenwerper.
Woensdag 7 december 2011, naar de Gouden Rots pagode
Houten speelgoedwapens |
Één zwaluw maakt nog geen zomer, maar terwijl de bus tussen dorre rijstvelden doorrijdt zie ik gote aantallen zwaluwen laag boven de rijstvelden vliegen. We zijn met de hele groep onderweg voor een dagexcursie naar de Gouden Rots pagode bovenop Mount Kyaiktiyo. Nadat we ongeveer twee en een half uur gereden hebben zijn we op de plaats van bestemming. Dat wil zeggen, we zijn dan in Kinpun, het starpunt voor de feitelijk toch naar de Gouden Rots pagode. Bij de Gouden Rots pagode zijn we dan nog lang niet. In Kinpun stappen we van de bus over een de open laadbak van een vrachtauto. Een vrachtauto, die eerst nog door Soe en Toe geregeld moet worden. Terwijl Soe en Toe een auto regelen kijk ik wat rond bij de verschillende kraampjes waar opvallend veel houten geweren en andere houten wapens verkocht worden. Als Soe en Toe een auto hebben geregeld kunnen we 'instappen' en op een van de smalle planken gaan zitten. Om in totaal zo'n 40 mensen in de bak van de vrachtauto kwijt te kunnen liggen de planken dicht op elkaar. Voor mij met m'n lange benen te dicht op elkaar. Ik ga daarom voorin de bak van de vrachtauto staan. Achteraf de beste plaats in de bak. Na ongeveer een half uur rijden zijn we er. Nee nog steeds niet bij de Gouden Rots, maar op het punt waar we uit de vrachtauto stappen. Vanaf hier moet je het laatste deel van de berg oplopen. In ongeveer een uur tijd leg ik de steile weg naar de Gouden Rots Pagode af. Tegen de tijd dat ik boven ben heb ik geen droge draad meer aan mijn lijf, maar ben ik wel trots op mijzelf dat ik naar boven gelopen ben en niet bezweken ben voor de verleiding om mij in een draagstoel naar boven te laten dragen.
Gouden Rots pagode |
De Gouden Rots zelf is boeiend om te zien. De, met bladgoud beklede, rots staat op de rand van een klif een lijkt elk moment oplaag te kunnen storen. Volgens de overlevering is het een zorgvuldig geplaatste haar van Boeddha die er voor zorgt dat de rots niet in de diep afgrond verdwijnt. Mooi om te zien is ook met hoeveel eerbied boeddhisten stukjes bladgoud op de rots plakken. Dat wil zeggen, boeddhistische mannen. Want vrouwen mogen de rots niet aanraken. Na de rots bekeken te hebben en de sfeer rondom de rots geproefd te hebben begin ik aan de afdaling. Als ik een stukje gelopen heb, zie ik twee groepsgenoten bij een van de vele stalletjes langs de weg zitten. Ik ga bij hen zitten. Ik volg hun voorbeeld en bestel een kokosnoot die ik met veel genoegen leeg drink. Terwijl we onze kokosnoten leeg zitten te drinken komen er steeds meer groepsgenoten aan bij het stalletje. En bijna allemaal volgens ze ons voorbeeld en bestellen een kokosnoot. De eigenaar van dit stalletje doet vandaag dus goede zaken.
Met 40 mensen in de open bak van een vrachtauto naar de Gouden Rots pagode |
Als ieders kokosnoot leeg is lopen we verder naar beneden. Hier worden opnieuw plaatsen in een vrachtauto geregeld. Met 40 mensen in de overvolle bak beginnen we even later aan de afdaling. En dan te bedenken dat als er geen westerse toeristen in de bak zitten er 48 Birmezen in de bak gaan. Terug bij de bus beginnen we aan de terugreis naar Bago. Buiten wordt het dan snel donker. En lijkt het mij overdag al geen pretje omeen bus over de slechte Birmese wegen te sturen, in het donker lijkt het mij helemaal iets wat je niet voor je plezier doet. gezien het grote aantal voetgangers en fietser die bijna allemaal zonder deugdelijke verlichting gebruik maken van dezelfde weg.Het bebaast mij dan ook niet dat onze chauffeur in het donker bijna twee mensen aanrijdt. Het is alleen aan de voorzichtige rijstijl van Soe te danken dat het goed afloopt. Als we in Bago aankomen is het inmiddels al behoorlijk laat. Daar komt bij dat bijna niemand vandaag geluncht heeft. Daarom laten we ons afzetten in Bago. Soe en Toe geven aan dat ze in Bago wel op ons willen wachten en brengen ons nadat we gegeten hebben terug naar het hotel. Tijd voor een heerlijke verfrissende douche en daarna slapen.
Donderdag 8 december 2011, van Bago naar Toungoo
De Shwethalyaung boeddha |
Eigenlijk is Kalaw de volgende bestemming tijdens deze rondreis. Maar omdat het niet mogelijk is om met de bus in een dag van Bago naar Kalaw te reizen, wordt de rit onderbroken in Toungoo. Hier zullen we één nacht slapen om morgen dat verder te reizen naar Kalaw. Maar vandaag dus de ongeveer acht uur durende rit naar Toungoo. Er rit die we zullen onderbreken met een aantal tussenstops. De eerste tussenstop maken we al heel snel. We zijn Bago namelijk nog niet eens uit als we voor de eerste keer stoppen bij de Shwethalyaung boeddha, een 54 meter lang reusachtige beeld van een liggende boeddha. Op boeddha´s rug staat in een soort stripverhaal de geschiedenis van deze liggende boeddha afgebeeld. Kort samengevat; rins trekt er op uit en wordt verliefd op een vrouw die boeddha aanbidt. Terug in het land van de prins weigert de vrouw de lokale goden te aanbidden. Dit tot grote ontsteltenis van de koning die geen andere oplossing ziet dan zijn zoon en schoondochter tot de doodstraf te veroordelen. Maar op het moment dat het vonnis voltrokken zal worden voor een beeld van een van de lokale goden valt dit beeld in stukken uiteen. De koning is onder de indruk van boeddha's macht en bepaalt dat iedereen in zijn land boeddha moet aanbidden. Ook laat hij het beeld van de liggende boeddha maken.
De grote lege parkeerplaats tussen Bago en Toungoo |
Na deze fotostop rijden we verder in de richting van Toungoo. Al snel draaien we een vrij nieuwe, ongetwijfeld door dwangarbeiders aangelegde, brede snelweg op. Het voordeel van deze weg is dat we goed opschieten. Het nadeel is dat er onderweg weinig te zien is. Onderweg stoppen we nog een keer. Dit keer om te lunchen bij een wegrestaurant met een inmens grote, bijna lege, parkeerplaats. Hierna is het nog ongeveer twee uur rijden naar Toungoo waar we om twee uur 's middags aankomen. Nog voldoende tijd om dit dorp te verkennen.
Na mijn rugzak op de kamer gelegd te hebben loop ik het dorp in. Na een eindje gelopen te hebben ga ik op 'een terras' aan de drukke verkeersweg die door het dorp loopt zitten. Hier bestel ik een heerlijk koel colaatje en kijk naar het passerende verkeer. Natuurlijk veel scootertjes 9in tegenstelling tot Yangon zijn die in de rest van het land niet verboden), maar ook veel te zwaar beladen vrachtauto's. De mense die voorbij komen lopen reageren verbaast als ze mij met m'n twee meter vier op het voor mij veel te kleine 'kleuterschoolkrukje' zien zitten. Op zich niet vreemd, want dan ben ik al wel gewend van eerdere reizen. Bijzonder voor Myanmar zijn wel de roodgekleurde tanden die tevoorschijn komen als de mensen beginnen te lachen. Deze rode tanden zijneen gevolg van het massaal en bijna onophoudelijk kauwen van betel. De betel is de nationale drug en bestaat uit zaadjes van de betelpalm en verschillende andere plantaardige ingrediënten.
Na een tijdje door het dorp gewandeld te hebben snap ik wel dat in de Nelles gids staat dat het dorpje nauwelijks de moeite waard is om uit te stappen. Maar ondanks dat vliegt de tijd voorbij en is het al snel weer tijd om te gaan eten. En dan vanavond vroeg naar bed want morgen wacht ons de lange tweede etappe van de rit naar Kalaw. Voordat ik gas slapen wil ik nog even de foto's van de geheugenkaart overzetten op de imagetank. Terwijl de foto's overgezet worden valt ineens de stroom uit. En omdat de batterij van de imagetank bijna leeg is geeft het apparaat een melding dat de netwerkadaptor aangesloten moet worden. Maar die zit er al aan! Als ik vervolgens op een verkeerd knopje druk lijkt het er even op dat alle foto's van vandaag weg zijn. Maar als er even later weer stroom is blijken de foto's allemaal op de imagetank te staan.
Vrijdag 9 december 2011, van Toungoo naar Kalaw
Om zeven uur ijden we weg bij het hotel voor het tweede deel van de etappe naar Kalaw. Even later draaien we weer de brede snelweg op waar we gisteren ook bijna de hele dag over gereden hebben. En hoewel het landschap vandaag iets gevarieerder is dan gisteren, is het uitzicht nog steeds niet bijzonder te noemen, Maar het schiet wel weer lekker op. Gelukkig is het gisteren aan het eind van de dag, ondanks een haperende USB travel charger nog gelukt om mijn MP3-speler op te laden en met muziek van de Dijk vliegt de ochtend voorbij.
Rond twaalf uur verlaten we de snelweg. Hier stoppen we even om foto's te maken van een grote drijvende pagode in de vorm van een reusachtige badeend. Hoewel we dan al het grootste deel van de afstand tussen Toungoo en Kalaw hebben afgelegd, is het zog vijf à zes uur rijden (inclusief lunchtijd) naar Kalaw. Na de goede snelweg zullen we nu namelijk verder rijden over veel minder goede wegen. Eerst nog een rechte slecht onderhouden weg, maar later wordt het bochtige een slecht onderhouden weg door de heuvels. Een weg die het uiterste vraagt van de chauffeur en de bus. En daar waar de laatste piepend en krakend lijkt te protesteren tegen de slechte weg, doet de eerste zwijgend en geconcentreerd zijn werk. Petje af!
Na een redelijk lange reisdag komen we om kwart over vijf aan bij ons hotel in Kalaw. Hier is het goed te merken dat we een gestegen zijn naar de ruim 1.300 meter waarop Kalaw ligt. Het koelt hier 's avonds namelijk veel meer af dan in de lager gelegen plaatsen waar we tot nu toe waren. Dit is ook goed te zien aan de kleding van de mensen. Sommigen hebben zelfs een dikke winterjas aan. Dat terwijl het toch niet kouder is dan zo'n 15 °C. Voor ons Nederlanders nog steeds niet echt koud, maar daar denkt de bevolking hier kennelijk anders over.