Kampie.info

Reisverslag Myanmar (Birma)



Vlag Myanmar

Week 3

In 2011 heb ik van 3 tot en met 31 december een 29-daagse rondreis door Myanmar gemaakt. Deze reis heb ik geboekt bij Koning Aap in Amsterdam. Op deze pagina staat een verslag de derde week van deze reis.

Links naar aanvullende informatie:

Algemeen:

Aung San

Aung San Suu Kyi

Myanmar of Birma?

Bevolking en religie

Birmese namen

Foto´s

Geografie

De vlag van Myanmar

Tijdtafel

Externe links:

Burma Centrum Nederland

Myanmar startpagina

Zaterdag 17 december 2011, via Inwa naar Monywa
Mahamuni pagode
Mahamuni pagode

Het probleem met de kapotte stoel in de bus is vandaag opgelost. Niet dat de stoel gemaakt is, nee de kapotte stoel is verplaatst naar de achterste rij waar de rugleuning niet naar achteren kan vallen. Vandaag verlaten we Mandalay, waar we net gisteren zijn aangekomen, al weer om er morgenavond weer terug te komen. vandaag en morgen zullen we gebruiken om de omgeving van Mandalay te verkennen. Maar eerst brengen we vanmorgen een bezoek aan de belangrijkste tempel van Madalay, de Mahamuni pagode. Hier bega ik in korte tijd twee grote culturele fouten. Om te beginnen doe ik mijn Teva's wel uit, maar hou ik die in de hand. Dit blijkt in de buurt van het boeddhabeeld in het midden van de tempel niet toegestaan. Maar gelukkig is Toe, onze bijrijder, net in de buurt. Hij neemt de Teva's van mij over en brengt ze terug naar de bus. Maaral ik weer doorloop naar het beeld, wordt ik opnieuw tegengehouden. Dit keer wordt mijn driekwart broek die ik aan heb als te kort aangemerkt. En helaas, de aanritsbare pijpen liggen in de bus. Kennelijk zit het er vandaag niet in om dicht bij het beeld te komen. Maar gelukkig is er genoeg te zien in en om depagode.

Maha Aungmye klooster
Het Maha Aungmye Bonzan klooster

Na het bezoek aan de Mahamuni pagode rijden we naar de oever van de Myintnge rivier. Hier stappen we van de bus over in in boot omdat die beter geschikt is om er de rivier mee over te steken. Het doel van deze korte boottocht is wat eeuwenlang de belangrijkste koninklijke stad van het land was, Inwa (ook wel Ava genoemd). Hier laten we ons met paardenkarretjes langs vier belangrijke bezienswaardigheden rijden te weten; de Yadanasinme pagode, de het teakhouten Bagaya Kyaung klooster, de Nanmyin uitkijktoren en het Maha Aungmye Bonzan klooster. Hiervoor hebben we in totaal drie uur uitgetrokken, maar zoals gebruikelijk doen we er langer over. Iets voor enen beëindigen we onze rondrit door de verlaten stad Inwa en steken we opnieuw de Myintnge rivier over en vervolgen we onze reis over vaste ondergrond met de daarvoor weer beter geschikte bus.

Grootste staande boeddha ter wereld
De grootste staande boeddha ter wereld (120 meter)

De volgende stop die we maken is om te gaan lunchen. En las we rond half drie bij het restaurant wegrijden waar we geluncht hebben, wordt gezegd dat we nu in ongeveer twee en een half uur non-stop naar Monywa zullen rijden waar we de komende nacht zullen slapen. Maar kennelijk worden al rijdend de plannen aangepast, want volkomen onverwacht stoppen we ineens in Bodhi Tataungbij een groot boeddhabeeld. Dit blijkt een 120 meter hogestaande boeddha te zijn (de hoogste ter werled?) met er naast een 100 meter lange liggende boeddha (de langste ter wereld?) In de buurt wordt nog gewerkt aan een boeddhabeeld. Zal wel een grote zittende boeddha worden. Kennelijk hebben ze in deze regio sowieso een grote fascinatie voor extremen in relatie met boeddhabeelden. Zo komen we onderweg langs een aantal beeldentuien. In elke tuin staan 1.000 exact gelijke beelden. Tot slot is er hier een de buurt een beeldentuin met maar liefst 582.363 boeddhabeelden. Ik vraag mij af of ze het geld dat de bouw van deze beelden en de aanleg van de beeldentuinen gekost heeft niet beter in andere zaken zoals goed onderwijs of betere gezondheidszorg hadden kunnen steken. Maar ja, daar komen dan weer geen toeristen op af.

Na deze boeddhabeelden bekeken te hebben gaan we dan toch echt naar het Monywa hotel in Monywa waar we rond half zeven aankomen. Omdat er in Monywa weinig restaurants zijn besluit de hele groep om te gaan eten in het restaurant van het hotel. Een restaurant dat over een opvallend goede keuken blijkt te beschikken, maar minder goed in smaak lijkt te vallen bij Soe en Toe. Zijn zijn namelijk van gedachte dat we in een staatshotel overnachten en dus ook in een staatsrestaurant eten. Volgens de Lonely Planet is het echter een voormalig staatshotel dat tegenwoordig in particuliere handen is. Wel leuk om te merken dat Soe en Toe hier op letten.

Zondag 18 december 2011, een dag vol hoogtepunten

Schwebaheuvel
Schwebaheuvel

Zoals gebruikelijk deze vakantie wordt ik ook vanmorgen zonder hulp van een wekker al weer vroeg wakker. Het is dan ook nog maar net zeven uur geweest als ik het restaurant van het hotel binnenloop om te gaan ontbijten. Een uurtje later rijden we weg bij het Monywa hotel waar we een nacht hebben geslapen. Na een klein stukje rijden stappen we opnieuw over van de bus in een boot. Dit keer om de Chindwin rivier over te steken. Aan de andere kant van de rivier huren we drie pick-up trucks waarmee we naar wat mij betreft de grootste verrassing van deze vakantie rijden, de Schwebaheuvel. Een plaats die totaal niet te verelijken is met alles wat ik toe nu toe heb gezien en - naar later zal blijken - met alles wat ik tijdens deze vakantie nog zal zien. Het is een plaats die mij, hoewel ik daar zelf nooit geweest ben sterk doet denken aan het in Jordanië gelegen Petra. Heel verrassend en erg mooi. Kortom, een absolute aanrader!

Hpo Win Daung grotten
Hpo Win Daung grotten

Hierna rijden we door naar de Hpo Win Daung grotten. Hier staan honderden boeddhabeelden in en verdeeld over een groot aantal grotten. Daarnaast staan er op de wanden wanden een aantal grotten schitterende muurschilderingen. Muurschilderingen waar je als bezoeker 'gewoon' aan kunt zitten. En gezien het aantal muurschilderingen dat al beschadigd is, gebeurd dat ook. Het zou goed zijn als de Unesco zich over deze grotten zou onfermen. Maar ja, zolang zelfs Bagan nog niet op de werelderfgoedlijst van de Unesco staat zal dat wel niet snel gebeuren.

Tip: neem eens gids die je naar de mooiste grotten kan brengen want je kunt onmogelijk alles bekijken!

Nadat we de grotten bekeken hebben rijden we terug naar de rivier waar we met een boot naar de overkant varen. Hier staat Soe en Toe al op ons te wachten. Zij rijden ons naar Monywa om daar te gaan lunchen. Maar als het restaurant dat zij in gedachten hebben gesloten blijkt, rijden we een tijdje door Monywa op zoek naar een restaurant dat zij goed genoeg voor ons vinden. Als Anne-Marie aangeeft dat een simpel eettentje langs de weg ook goed genoeg is zolang Soe en Toe ons maar helpen met het vertalen van de menukaart als er geen Engelstalige menukaart is, stoppen we bij een van de veel restaurantjes langs de weg. Als we daar gaan zitten blijken er in het restaurant zelfs Engelstalige menukaarten aanwezig te zijn. Alleen spreekt het personeel (waaronder veel kinderen) bijna geen Engels. Maar het hulp van Soe en Toe komen we er wel uit.

U bein brug
U Bein brug vlak voor zonsondergang

Na de lunch wordt besloten dat we het geplande bezoek aan een mega boeddhabeeldenpark met 582.363 boeddhabeelden over zullen slaan. In plaats daarvan rijden we direct naar de U Bein brug om er zeker van te zijn dat we voor zonsondergang bij de brug zijn zodat we deze met een ondergaande zon kunnen zien en fotograferen. Kort voor zonsondergang komen we aan bij de U Bein brug. Als we dus wel eerst naar het beeldenpark waren gegaan, waren we zeker te laat geweest.

Als de zon onder is rijden we terug naar Mandalay. In Mandalay brengen we eerst nog een bezoek aan een werkplaats waar bladgoud wordt gemaakt. De man die de hele dag met een grote zwaar hamer het goud in steeds dunnere plakje slaat, hoeft na zijn werk zeker niet nog een uurtje naar de sportschool om aan zijn conditie te werken. Rond zeven uur zijn we bij ons hotel in Mandalay. Dit keer heb ik een kamer op de achtse verdieping. Een verdieping die kennelijk later op het hotel is gezet aangezien de lift maar tot een met de zevende verdieping gaat. Ik leg snel mijn rugzak op de kamer en loop daarna de stad in om iets te gaan eten. Ik ga bij een stalletje aan de weg vlakbij het hotel zitten. Hier bestel ik een lamscurry met chappati. Deze smaakt echt heerlijk. Terwijl ik zit te eten komen er twee Australiers bij mij aan tafel zitten. Zij maken een wereldreis en zijn inmiddels ruim zeven maanden onderweg. Na het eten en het leuke gesprek met de Australiers loop ik terug naar het hotel. Hier laat ik water in het bad lopen om wat kleren te wassen. Als ik daarna het water uit het bad laat lopen, blijft er een laagje zand achter op de bodem van het bad. Kennelijk waren mijn kleren dus echt wel aan een wasbeurt toe. Maar als ik daarna zelf een douche neem, blijft er opnieuw een laagje zand achter op de bodem van het bad. Het waren dus duidelijk niet alleen mijn kleren die wel een wasbeurt konden gebruiken.

Maandag 19 december 2011, stadstour door en om Mandalay

Mingun
Ossenkartaxi's bij Mingun

Al direct bij het boeken van deze reis heb ik een optioneel excursiepakket geboekt. In dit pakket zitten een boottocht over het Inlemeer, een bezoek aan Mount Popa vanuit Bagan, een een stadstour door Manalay inclusief een bezoek aan Mingun. Deze laatste excursie staat vandaag op het programma. De mensen (10) die zich voor deze excursie hebben opgegeven worden om half acht 's ochtend door Soe en Toe met de bus opgehaald bij het hotel. Met de bus rijden we naar de oever van de Ayeyarwady rivier waar we in een boot stappen waarmee we naar Mingun zullen varen. Als we vlak voor Mingun aanleggen, worden op opgewacht door mannetjes die ons met een ossenkar, al dan niet voorzien van het opschrift 'taxi', wel naar Mingun willen brengen en ons langs de belangrijkste bezienwaardigheden willen rijden. Het is echter niet ver lopen en niemand van de groep maakt dan ook gebruik van hun diensten.

Hsinbyume pagode
Hsinbyume pagode

In Mingun beklim ik eerst de Mingun of Mantata Gyi pagode. Deze 170 meter hoge pagode wordt ook wel de 'grootste berg bakstenen van Azië' genoemd. De pagode zelf stelt niet zo heel veel voor, maar vanaf de top heb je een mooi uitzicht over de omgeving. Hierna loop ik v erder door Mingun. Bijzonder vind ik de stralend witte Hsinbyume pagode. Deze pagode met zijn opmerkelijke bouwstijl stelt als afspiegeling van de kosmos de wereldberg Meru voor. Bij deze tempel kom ik een paar groepsgenoten tegen en met een groepsgenote wandel ik daarna verder door Mingun. Tijdens deze wandeling koen we langs het sanatorium van Mingun. Hier worden we begroet door een vriendelijke zuster. Een zuster die kennelijk in de loop der jaren hier in de omgeving een levende legende is geworden gezien het feit dat zelfs de Lonely planet aandacht aan haar besteedt. Zij vertelt ons over haar werk in Mingun en over haar zoon die in haar voetsporen zal treden. Wij zijn alle twee zo onder de indruk van het goede werk dat deze vrouw hier verricht dat we besluiten haar werk met een kleine donatie te steunen. Om twaalf uur varen we vanuit Mingun terug naar Manadlay.

In Mandalay aangekomen is het tijd om te gaan lunchen. Dit doen we een een eenvoudig, maar daarom niet minder druk en leuk restaurant. Het eten staat al klaar in grote bakken (hopelijk niet te lang) en je kunt aanwijzen welke gerechten te wilt hebben en stelt zo je maaltijd samen. Op advies van onze bijrijder kies ik voor een visgerecht. Een goede keuze. Na de lunch is het de bedoeling om het Shwenandaw Kyaung klooster te bezoeken. Maar daar aangekomen blijkt de tand van boeddha die op dat moment op doorreis is in Myanmar inmiddels van Yangon naar Mandalay verplaatst te zijn. En in Mandalay ligt de tand, je raadt het waarschijnlijk al, in het Shwenandaw Kyaung klooster. Op zich geen probleem, maar alleen maar leuk om dat mee te maken. Alleen lukt het ons niet om het klooster in te komen. Eerste worden we tegengehouden omdat we te korte broeken aan hebben, maar als we langere broeken aangetrokken hebben worden we tegengehouden vanwege de fotocamera's die we bij ons hebben. Uiteindelijk krijgen we van zwaar bewapende mannen te horen dat het klooster op dat moment gesloten is voor westerse toeristen. Toch is het alleen al leuk om van dicht bij mee te maken hoeveel mensen er wel niet op de tand van boeddha afkomen. Voor onze chauffeur maakt dat zijn werk extra zwaar, want hij moet maar zien dat hij met de bus veilig door de mensenmassa heen rijdt.

Sanda Mani pagode
Rijen kleine pagodes rondom de Kutho Daw pagode

Vanaf het Shwenandaw Kyaung klooster rijden we een klein stukje door de mensenmassa en stappen uit bij de Kutho Daw pagode. Rondom deze pagode staan lange rijen kleinere pagodes waarin het in 1774 stenen tegels gebeitelde commentaar op de tipitaka wordt bewaard. Dit complex wordt daarom ook wel 'het grootste boek ter wereld'genoemd. Na het bezoek aan dit complex rijden we weer verder om de dagexcursie af te sluiten met een bezoek aan Mandalay Hill. Met een pick-up truck rijden we het eerste stuk van de heuvel op waarna we met een paar roltrappen het laatste stuk naar de top van de heuvel afleggen. Onze schoenen achterlatend in de auto, want we gaan immers weer naar een voor boeddhisten heilige plaats. Bovenop Mandalay Hill blijkt opnieuw dat Birmezen van veel 'bling bling' houden. Maar persoonlijk vind ik het gebouw dat bovenop Mandalay Hill staat een van de lelijkste, zo niet het lelijkste gebouw dat ik ooit heb gezien. Wat wel erg mooi is , is het uitzicht dat je vanaf de top van Madalay Hill hebt over de omgeving.

Mandalay Hill
Grote staande boeddha halverwege Mandalay Hill

Er zijn alleen roltrappen omhoog. Dit betekent dat we eerst een stuk naar beneden moeten lopen om op de plek te komen waar de pick-up truck (met onze schoenen) op ons staat te wachten. De wandeling naar beneden is wat mij betreft de verrassing van Mandalay Hill. Het stuk net onder de top vind ik namelijk vele malen mooier dan de top zelf. Ik loop samen met een paar groepsgenoten en Anne-Marie een eindje naar beneden. Anne-Marie vertelt over een grote staande boeddha die een stuk lager op de heuvel staat. Samen met een groepsgenoot besluit ik daarop om niet naar de auto te lopen, maar om helemaal naar de voet van Mandalay Hill te lopen. Iets waar ik achteraf zeker geen spijt van heb. Het is een mooie wandeling die wat mij betreft zeker de moeite waard is. Beneden aangekomen staan we natuurlijk net bij de uitgang waar onze bus niet staat. Nog steeds op blote voeten beginnen we aan de wandeling over de asfaltweg naar onze bus. Gelukkig blijkt dat niet ver te zijn. Na ongeveer vijf minuten lopen komen we, we zijn dan al bijna bij de bus, Anne-Marie tegen. Zij is, met onze schoen in de hand, vanaf de bus ons tegemoet gelopen.

's Avonds ga ik bij hetzelfde straatstalletje eten, waar ik gisteravond ook gegeten heb. Dit keer ga ik er niet alleen naar toe. aangespoord door mijn enthousiaste verhaal lopen vanavond een aantal groepsleden mee naar het stalletje. Een paar durven het bij nader inzien toch niet aan en lopen door, waardoor we even later met z'n vieren aan de kant van de weg zitten te eten. Opnieuw smaakt het eten, vanavond een chicken biryani, mij hier erg goed en ook mijn tafelgenoten genieten van het eten en de omgeving.

Dinsdag 20 december 2011, Sightseeing in Mandalay

Paleisstad in Mandalay
Uitzicht op de paleisstad

In de ontbijtzaal van het hotel tref ik een groepsgenoot die net als ik van plan is om vanmorgen naar het paleisstad te gaan. De afspraak is dan ook snel gemaakt om er samen naar toe te wandelen. Even later lopen we samen het hotel uit. Na een klein stukje lopen komen we bij de 'slotgracht' rondom de paleisstad. Maar omdat je alleen via de oostelijk ingang naar binnen kunt en wij bij de zuidwestelijke hoek van de gracht staan, is het nog een hele wandeling voordat we bij de ingang zijn. Een wandeling die gevoelsmatig nog langer is omdat het nu niet bepaald het meest mooie deel van Mandalay is waar we lopen.

Tijdens deze vakantie had ik tot nu toe veel minder militairen op straat gezein dan ik vooraf had verwacht. Wat dat betreft voldoet de ingang van de paleisstad veel meer aan mijn verwachtingspatroon. Ook is de toegangscontrole heel veel strenger dan op veel andere plaatsen. Op dat moment is mij nog niet duidelijk hoe dat komt.


Bord bij de ingang naar de paleisstad

Maar even later kom ik er achter dat je om bij de paleisstad te komen via het fort, dat tegenwoordig in gebruik is als een kazerneterrein. Een bord bij de ingang wijst buitenlandse bezoekers op het feit dat het grootste deel van het gebied binnen de muren voor toeristen verboden gebied is en dat je alleen via één toegangsweg naar de paleisstad mag lopen. Ook blijkt het maar in een beperkt gebied toegestaan om er foto's te maken. Via de rechte toegangsweg lopen we even later naar de paleisstad. Onderweg zien we links en rechts van de weg kazernegebouwen en een paradeterrein liggen. Bij de paleisstad aangekomen moeten we opnieuw onze toegangskaarten laten zien en worden, net als bij de ingang van het terrein, onze namen en de nummers van onze kaarten in een groot boek genoteerd. Met onze schoenen in de hand lopen we even later door een aantal grote gebouwen (paleizen?) die centraal in de paleisstad staan. Halverwege de paleisstad mogen onze schoenen weer aan en lopen we verder tussen de gebouwen door in de richting van het museum. Een museum we niet zullen bezoeken omdat het op maandag en dinsdag gesloten blijkt te zijn. Tussen de gebouwen door lopen we daarna terug in de richting van de ingang van de paleisstad. Maar voordat we de stad weer verlaten beklimmen we eerst nog een grote uitkijktoren in de hoek van het terrein. Vanaf deze toren heb je een mooi uitzicht over de paleisstad en de rest van het fort. Als we de paleisstad weer verlaten hebben, lopen we terug in de richting van het centrum en gaan lunchen in hetzelfde restaurant waar we gisteren ook geluncht hebben. Na de lunch loop ik in m'n eentje naar een internetcafé in de buurt. Hier lukt het mij wel om mijn e-mail te lezen, maar mailtjes versturen lukt helaas niet. Als ik weer buiten sta, loop ik via een aantal smalle, sfeervolle straatjes terug naar het hotel. Hier wissel ik 100 dollar om voor 72.000 kyat. Bij aankomst op het vliegveld kreeg ik voor een 100 dollar biljet nog 79.000 kyat.

Markthal in Mandalay
Markthal in Mandalay

Later in de middag loop ik naar de vlakbij het hotel gelegen centrale markthallen. Hier loop ik een tijdje rond waarbij ik mij vooral verbaas over het grote aantal producten dat hier verkocht wordt die gemaakt zijn va oude autobanden. Tijdens eerdere reizen in andere landen heb ik ook wel gezien, maar tot nu toe was ik dit in Myanmar nog niet tegen gekomen.

Wandelend door de stad valt mij iets op wat ik al in meerdere steden in de land heb gezien, rode vlekken op het asfalt. Nee, dit zijn geen restant van een een of andere criminele afrekening, maar het gevolg van de grootste verslaving in dit land, het betelnoot kauwen. Het rode sap van de betelnoot zorgt ervoor dat de tanden van veel mensen diep rood gekleurd zijn en op plekken waar veel mensen bij elkaar komen laat het uitgespuugde sap dieprode vlekken op het asfalt achter.

's Avonds ga ik samen met een paar groepsgenoten bij hetzelfde stalletje vlakbij het hotel eten. Normaal gesproken eet ik niet snel meerdere avonden achter elkaar op hetzelfde adres, maar het eten bij dit stalletje smaakt mij zo goed dat ik graag een uitzondering maak. Een groepsgenote had gisterenavond genoten van haar lamsgehakt en bestelt dat vanavond weer. Na de lamscurry en de chicken biryani ga ik vanavond ook voor het lamsgehakt. De smaak valt mij een beetje tegen en mijn tafelgenote geeft aan dat 'het anders smaakt dan gisteren'. Dit had voor ons beiden het signaal moeten zijn om het eten te laten staan, maar in plaats daarvan eten we ons bordje netjes leeg. Twee dagen later zijn we beiden ziek.

Woensdag 21 december 2011, met de boot naar Bagan


Kaartje voor de boottocht van Mandalay naar Bagan

Ondanks het feit dat ik vanmorgen al om half vijf op moet staan, ben ik opnieuw al wakker voordat de wekker af gaat. Na een snelle douche doe ik de laatste spullen in mijn rugzak en ga naar beneden. Om vijf uur vertrekken we met de bus naar een aanlegsteiger aan de Ayeyarwady rivier. Hier gaan we aan boord van een passagiersboot waarmee we vandaag in ongeveer tien uur tijd naar Bagan zullen varen. Onze bagage gaat mee met de boot omdat, althans dat is op dat moment het verhaal, wij de bus mogelijk pas morgenochtend in Bagan is.

Om kwart over zes, het begint dan net licht te worden, verlaat de boot de kade en begint aan de tocht naar Bagan. Even later komt er echter een dikke mist opzetten. Kennelijk voldoende reden om niet verder te varen, maar aan te meren bij een eilandje in de rivier. Pas als ongeveer een uur later de mist door de opkomende zon verdreven is varen we verder. Tijd om het ontbijtpakketje van het hotel eens beter te bekijken. Twee witte boterhammen, twee keihard gekookte eieren en een banaan. Geen fantastisch ontbijt, maar het vult wel. Al snel kom ik er achter dat ik vanmorgen iets te optimistisch was toen ik mijn fleece in de grote rugzak stopte en met alleen een T-shirt aan aan boord stapte. Maar gelukkig is alle bagage aan boord onder handbereik.

Uur na uur varen we verder in de richting van Bagan waarbij het monotone geluid van de motor alleen af en toe overstemd wordt door het geluid van nog luidruchtiger motoren van passerende schepen. In de loop van de ochtend bestel ik voor 3.000 kyat (3 euro) een lunch bestaande uit een fried rice met groente en ei. Om half een wordt de lunch geserveerd en die smaakt tot mijn verrassing en in tegenstelling tot de verhalen best goed. 's Middags verandert er weinig aan het landschap dat een mijn oog voorbij trekt. Een dorre, kale strook land langs de rivier met af en toe een huisje. Verder landinwaarts lijkt het land groener en zorgen alleen de aanwezige palmbomen voor enig hoogteverschil in het landschap. Wat in de loop van de middag wel verandert is de temperatuur. Mijn fleece heb ik al lang niet meer nodig. Wat ook verandert is de geschatte aankomsttijd. Die wordt bijgesteld van vier naar vijf uur. Maar ook nu blijkt voorspellen weer moeilijk, want even na vieren meren we aan in Bagan. Maar voordat alle bagage van boord is, is het vijf uur. Tot mijn verbazing staat als wij aankomen Soe en Toe op de oever op ons te wachten. En even verderop staat onze bus. Die zou toch pas morgenochtend in Bagan zijn? En daarom moest onze bagage toch mee een boord van de boot? Het verhaal is nu dat de bagage niet mee mocht in de bus omdat de chauffeur dan in de problemen zou kunnen komen als hij onderweg naar Bagan aangehouden zou worden met wel bagage in de bus maar zonder de bijbehorende toeristen. Maar goed, nu de bus er toch is kan onze bagage in de bus en rijden we met de inmiddels zo vertrouwde bus naar het hotel. Naar zeggen het meest basis hotel waar we tijdens deze vakantie zullen slapen. Maar een eerste snelle inspectie van mijn kamer leert dat dat best meevalt. Het bed voelt goed, het toillet werkt en er komt warm water uit de douche. De kamer heeft zelfs airco. Dus hoezo basic? Alleen het plafond in de kamer doet mijn wenkbrauwen fronsen. Want tenzij ik mij sterk vergis bestaat uit plafond uit asbest platen. Maar ja, zoals een groepsgenoot zegt; zolang je er niet aan knabbelt ..............

Donderdag 22 december 2011, Bagen per paardenkar

Bagan
Een paar van de vele tempels in Bagan

Na een nacht waarin ik slecht heb geslapen - en dat kwam dit keer niet alleen door het lawaai op straat dat ik op de kamer zo goed kon horen dat het wel leek alsof er een compleet orkest naast mijn bed stond - wordt ik vanmorgen wakker met het gevoel dat er een blok beton op de bodem van mijn maag ligt. Tegen half acht loop ik naar het dakterras om te gaan ontbijten. Maar verder dan twee glazen sinaasappelsap, een paar plakjes banaan en twee kopjes thee kom ik niet. Dat voorspelt weinig goeds voor de rest van de dag. Maar ja, waarschijnlijk kom ik maar één keer in mijn leven hier in Bagan en dus wil ik graag wat van de omgeving zien. Even later loop ik naar de fietsenverhuurder die de vorige avond beloofd heeft dat hij een extra grote fiets voor mij zou kunnen regelen. En inderdaad hij het een herenfiets met een dubbele bovenstang die iets groter ik dan de andere fietsen die hij heeft staan. Met het zadel in de hoogte stand fiets ik even later het dorp uit in de richting van Oud Bagan. Maar la na een kwartiertje moeizaam fietsen op een voor mij nog steeds veel te kleine fiets breekt de zadelpen bijna af. Daar komt nog bij dat ik nog steeds dat blok beton in mijn maag meezeul. Kortom, ik zie het niet zitten om de hele dag op deze fiets te zitten en ga terug naar de fietsenverhuurder waar ik mijn fiets weer inlever. Hierna ga ik op zoek naar 'paardenmannetje' om mij in een paardenkoets naar een aantal tempels te laten rijden. Vlakbij het hotel staat zo'n paardenmannetje. We spreken af dat hij mij de hele dag rond zal rijden waarbij we de rondrit langs de tempels zullen onderbreken om ergens te gaan lunchen en zullen eindigen bij een tempel waar je, met een beetje geluk, een mooie zonsondergang kunt zien.

Bagan
Bagan

Voor de tweede keer vandaag verlat ik het dorp in de richting van Oud Bagan.Maar nog steeds met dat blok beton in mijn maag. Mijn koetsier blijkt ook een goede gids en vertelt bij elke tempel die we aandoenen iets over die tempel. Vaak dingen die mij echt niet opgevallen waren als hij het niet verteld had. Zo is er bijvoorbeeld de boeddha die glimlacht als je er een eindje vanaf staat, maar serieus kijkt als je dichterbij staat. Maar bij de vierde tempel gaat het mis en braak ik het onbijt van vanmorgen en een deel van het diner van gisterenavond weer uit. In combinatie met de diarree waar ik sinds vanmorgen last van het geen prettige ervaring. Maar omdat ik er nog steeds van uit ga dat ik niet snel een tweede keer in Bagan zal komen, ga ik door met een bezorgde koetsier voor op de bok. Bezorgd informeert hij of het wel goed gaat met me en trakteert me op een flesje Sprite lemon omdat volgens hem het gas in deze frisdrank mij goed zal doen. Maar ondanks alle goede zorgen van de koetsier hoe ik het een paar tempels verder voor gezien en vraag ik de koetsier om mij terug te brengen naar het hotel en ga op de bodem van de paardenkoets liggen. De vriendelijke koetsier is oprecht bezorgd en terwijl ik met mijn ogen dicht op de bodem van de koets lig voel ik hoe hij met één hand mijn nek, schouders en rug begint te masseren. Even na enen zijn we terug bij het hotel waar de koetsier mijn fotorugzak voor mij naar binnen draagt. Als ik afreken met de koetsier geeft hij nog aan dat als ik mij na een paar uurtjes slapen beter voel hij mij met alle plezier nog naar een of meer tempels wil rijden. Maar dat zie ik dan al niet echt zitten. Als ik net weer op mijn kamer ben moet ik opnieuw braken en keert ook de diarree in alle hevigheid terug. Als ik het gevoel heb volledig leegelopen te zijn, ga ik met mijn kleren aan op bed liggen maar heb ik het nog steeds koud. De rest van de middag breng ik afwisselend in bed en op het toillet door Op een bepaald moment val ik in slaap en als ik daarna weer wakker wordt voel ik mij iets beter. Wel heb ik nog steeds koorts. via het hotel regel ik een banaantje dat door mijn lichaam luid protesterend wordt geaccepteerd.Ook slik ik een ibuprofen tegen de koorts. Opnieuw val ik in slaap en als ik nu weer wakker wordt is de koorts aardig gezakt. Buiten is het inmiddels donker en op mijn kamer doet het licht het niet. In neem aan dat dat komt doordat de stroom in het hotel wel uitgevallen zal zijn en draai mij om en slaap verder. De volgende keer dat ik wakker wordt doet het licht op de kamer het nog steeds niet, maar als ik de gang op loop, brandt daar het licht wel. Dankzij de inzet van het hotelpersoneel doet even later het licht op¨mijn kamer het ook weer. Ik ga weer naar bed. Dit keer goed voorbereid op een rumoerige nacht, dus met oordopjes in. Maar vannacht komt er geen orkest mijn kamer binnen.

Vrijdag 23 december 2011, Mount Popa en een naderende tyfoon

Na een nacht waarin ik verrassend goed heb geslapen wordt ik rond half zeven wakker. Ik voel me nog steeds niet 100%, maar in ieder geval wel veel beter dan gisteren. Het ontbijt smaakt mij ook al weer stukken beter al geef ik mijn dagelijkse gebakken eitje vanmorgen maar aan een groepsgenoot die in ruil daarvoor zijn schoteltje met fruit aan mij afstaat. Na het ontbijt stap ik samen met een aantal groepsgenoten in de bus voor een excursie naar Mount Popa. In ongeveer anderhalf uur tijd rijden we daar over een steeds slechter wordende weg naar toe. Onderweg komen we langs een plek waar stapels buizen liggen en gewerkt wordt aan de aanleg van een leiding. Dit verklaart ook het grote aantal vrachtwagens beladen met grote buizen die ik de laatste dagen al in de omgeving had zien rijden. Toevallig staat er in een krant die in de bus ligt een foto van de aanleg van deze buizen op de voorpagina. Hoewel ik het artikel in de krant niet kan lezen omdat het geschreven is in de Birmese taal en schrift. In het artikel staan een aantal in westers schrift geschreven woorden waaronder 'Petro China'. Zal dus wel een gasleiding naar China worden.

Mount Popa
Uitzicht op Mount Popa

In vergelijking met gisteren voel ik mij vandaag super, maar als ik via de trap naar de top van Mount Popa loop, merk ik wel dat ik nog niet volledig hersteld ben. Maar gelukkig is de klim veel minder zwaar dan de klim naar de Gouden Rots pagode eerder deze reis. Na Mount Popa bekeken te hebben, rijden we terug naar het hotel. Met een aantal groepsgenoten ga ik lunchen bij een restaurant dat gerund wordt door een Francaise die met een Birmees getrouwd is.

Omdat ik mij nog steeds niet helemaal fit voel, ga ik na de lunch in het hotel een uurtje op bed liggen. Hierna wandel ik wat door het dorp en ga ergens naar binnen waar ze volgens een groot bord langs de weg internet hebben. Ik kom terecht in een kleine ruimte waar zo'n vijftien jongeren computerles krijgen. De een krijgt les in Excel, de ander in Word en er wordt zo te zien ook les in programmeren gegeven (al is mij niet duidelijk in welke programmeertaal). De internetverbinding is traag en valt regelmatig weg, maar het is leuk om te zien hoe het is in dit lokaal aan toe gaat.

's Avonds ga ik met een paar groepsgenoten eten bij een restaurant waar we lekker buiten kunnen zitten. Als ik ga zitten zie ik een grote bloempot met een grote stenen slak op de rand. Samen met een groepsgenoot heb ik het r over dat een dergelijk pot in het assortiment van een Nederlands tuincentrum niet zou misstaan. Maar als ik even later weer naar de pot kijk, zie ik dat de stenen slak op een andere plek zit. Het blijkt dan ook geen stenen slak, maar een onwaarschijnlijk grote levende slak te zijn. Terwijl we buiten zitten te eten, rijdt er een brandweerauto door de straat die even verderop stop. Via een grote megafoon wordt vanuit de brandweerauto iets omgeroepen. Omdat we geen van allen Birmees verstaan, vragen we aan een ober wat er gezegd wordt. Hij verteld ons dat er gewaarschuwd wordt voor een naderende tyfoon. Zelf lijkt hij er niet zo zwaar aan te tillen. Schouderophalend zegt hij 'meestal gaan ze om Bagan heen'.