Kampie.info

Reisverslag Myanmar (Birma)



Vlag Myanmar

Week 4

In 2011 heb ik van 3 tot en met 31 december een 29-daagse rondreis door Myanmar gemaakt. Deze reis heb ik geboekt bij Koning Aap in Amsterdam. Op deze pagina staat een verslag de vierde week van deze reis.

Links naar aanvullende informatie:

Algemeen:

Aung San

Aung San Suu Kyi

Myanmar of Birma?

Bevolking en religie

Birmese namen

Foto´s

Geografie

De vlag van Myanmar

Tijdtafel

Externe links:

Burma Centrum Nederland

Myanmar startpagina

Zaterdag 24 december 2011, een lange reisdag naar Pyay

Om vier uur wordt ik wakker van harde muziek. Ik doe mijn oordoppen in, draai me om en slaap weer door tot een uur of zes. Niet veel later is het tijd om op te staan, te douchen en te gaan ontbijten. Vandaag vertrekken we namelijk la om zeven uur uit Mandalay voor de lange reisdag (ca. 360 km.) met als eindbestemming Pyay. Het eerste stuk van de route hebben we gisteren ook gereden toen we naar Mount Popa gingen. En ook de eerste tussenstop is op dezelfde plek waar ze o.a. pinda's persen en sterke drank maken van het sap van de kokosnoot dat ze in de boom opvangen door de nog jonge kokosnoot open te snijden en er een bakje onder te hangen. Leuk om te zien hoe het gemaakt wordt, maar niet te lekker.

Na deze tussenstop vervolgen wij onze weg naar Pyay. Rond het middaguur maken we de volgende tussenstop. Dit keer om te gaan lunchen. We stoppen bij een restaurantje langs de weg waar je kunt kiezen tussen Birmees en Chinees eten. Omdat er geen Engelstalige menukaart is, helpen Soe en Toe ons bij het maken van een keuze. Zij vertellen daarbij dat je op Chinees eten langer moet wachten dan op Birmees eten. Bij de Birmese gerechten kun je kiezen uit kip, varken, geit of rund geserveerd met witte rijst. Ik kies voor de geit. Even later snap ik hoe het kan dat het Birmese eten snel(ler) klaar is. Want wat is voorgezet krijg is namelijk koud. Alleen de saus is heet, maar dan niet qua temperatuur. Het geitenvlees is wel goed gekruid maar had warm ongetwijfeld een stuk lekkerder gesmaakt. Al met al is het toch een redelijke lunch.

Na de lunch rijden we verder over een steeds slechter wordende weg. We komen nu op een weg die we in Nederland semi-verhard zouden noemen (zand met puin). En terwijl de brandende zon alleen nog een beetje tegengehouden wordt door het stof dat door de wielen van de bus omgehoog geworpen wordt, rijden wij ons langzaam door het Birmese landschap. 's Middags rijden maken we één korte plasstop (mannen achter, vrouwen voor de bus). Voor fotostops is vandaag geen tijd. Ondanks dat we bijna in een ruk doorrijden, zijn we pas om half zeven bij ons hotel in Pyay. Maar het hotel blijkt de lange reisdag meer dan waard. We slapen er in een soort huisjes grote grote en schone kamers. En niet te vergeten de douche. Zo'n goede douche ben ik tijdens deze vakantie nog niet eerder tegen gekomen.

's Avonds ga ik met in deel van de groep in Pyay eten. Ik kies voor de sweat and souer eal. Dit blijkt een uitstekende keuze. En ook de fles Myanmar bier smaakt goed. Wel ben ik de hele avond al een beetje duizelig. Eerst denk ik dat ik gewoon even iets moet eten, maar na het eten is de duizeligheid niet weg. Terug in het hotel heb ik ineens heel erg veel dorst. Ik pak een blikje Sunkist Orange uit de koelkast en drink het bijna in een teug leeg. Als ik daarna ga slapen zet ik een fles water naast mijn bed. De volgende ochtend is deze fles half leeg. Zou ik dan toch te weinig gedronken hebben?

Zondag 25 december 2011, sightseeing in Pyay

Aung San
Standbeeld van generaal Aung San

Na eerder deze reis al wakker geworden te zijn van harde muziek en verkeerslawaai, wordt ik vanmorgen wakker van luid kwetterende vogels. Nadat ik eerst nog een tijdje in bed heb liggen lezen, ga ik iets over zevenen ontbijten. Een uurtje later loop ik lang het standbeeld van generaal Aung San in de richting van de Shwesandaw pagode. Maar voordat ik de pagode ga bekijken, loop ik eerst om de pagode heen om vervolgens eerst de Sehtatgyi pagode te bekijken. Deze bestaat uit een grote zittende boeddha. Een boeddha die op dat moment in verband met een restauratie deels omgeven wordt door een grote bamboehouten stijger. In een halve cirkel rondom het beeld zijn een aantal diarama's te zien waarin soms boeddha achtige figuren, soms ander soortige figuren 'het kwade' lijken te overwinnen. Zo is een een diorama waarin een veelarmige man een wilde olifant bedwingt. Daarnaast staan er op het terrein nog meerdere andere kleinere beelden waaronder een aantal nats. Sommigen staan op een plaats waar ik niet direct naar toe zou lopen, maar dan wordt ik door de aanwezige mensen wordt ik gewezen op de meest interessante plekken.

Shwesandaw pagode
Shwesandaw pagode

Na uitgebreid de tijd genomen te hebben om de Sehtatgyi pagode te bekijken loop ik de trap naar de Shwesandaw pagode op. Op de trap zitten waarzeggers die de toekomst van bezoekers willen voorspellen. Maar omdat er geen een kan vinden die goed genoeg Engels spreekt, blijft mijn toekomst voor mij onbekend. Bovenaan de trap aangekomen geniet ik van zowel de mooie Sehtatgyi pagode als van het schitterende uitzicht over de omgeving. Wat mij betreft is dit een van de mooiere pagodes die ik tijdens deze vakantie heb gezien. Luisterend naar het voortdurende geklingel van de belletjes in de punt van de pagode wandel ik een tijdje over het terrein. Daarna ga ik via de westelijke trappen naar beneden.

Weer op straat loop ik naar een naar de overkant van de weg waar ik, zittend op een voor mij veel te laag krukje, een blikje Sunkist Orange bestel. Ondertussen kijk ik naar het passerende verkeer en fotografeer ik vooral passerende monniken. als ik mijn dorst heb gelest, loop een naar een klein eindje verderop gelegen straat die voor het verkeer afgesloten is en waar een bazaar lijkt te zijn. Op straat staan allemaal stalletjes. Het meest opvallende zijn echter de voorwerpen in de stalletjes. Niet alleen gebruiksvoorwerpen, maar ook veel van geld gemaakt dingen zoals lampionnen en een van papiergeld gemaakte vogel. Op elk voorwerp zit een papiertje waar de waarde van het artikel en een ander getal op staat. Eerst snap ik niet goed wat er aan de hand is. Is het soms een loterij en zijn de nummers op de papiertjes lotnummers?


Ontvangstbewijs voor mijn donatie van twintig dollar

Maar dan legt een jongman mij uit dat dit donaties voor het klooster zijn en dat de nummers op de kaartjes verwijzen naar de naam van de gulle gever wiens naam onder dat nummer in een groot boek staat. Nieuwsgierig geworden naar hoe dat nu precies in zijn werk gaat besluit ik ook een donatie te doen. Voor de twintig dollar die ik doneer wordt mijn naam onder nummer nummer 935 in het grote boek genoteerd, ontvang ik een ontvangstbewijs voor mijn donatie en wordt mijn twintig dollar samen met een briefje waarop o.a. het getal 935 staat tussen de overige donaties gehangen. Ik hoop nu maar dat mocht ik er na mijn dood achter komen dat de boeddhisten het bij het rechte eind hebben, deze donatie mij zal helpen goed te reïncarneren.

Na deze 'goede daad' wandel ik nog wat de Pyay. Na een tijdje loop ik naar de rivier en volg vervolgens zoveel mogelijk de oever van de rivier in de richting van het hotel. Vlakbij het hotel ga ik lunchen bij een restaurant dat een terras heeft met uitzicht op de rivier. Na de lunch loop ik terug naar het hotel. Hier haal ik eerst bij de receptie mijn MP3-speler op die ik vanmorgen aangesloten heb op de USB-poort van een bij de receptie staande computer om de batterij van de MP3-speler op te laden. Voor de zoveelste keer tijdens deze vakantie laat mij USB travel charger het namelijk weer eens afweten. Met een opgeladen MP3-speler in mijn handen loop ik even later naar mijn kamer. Tijd om mijn zwembroek aan te doen in een duik te nemen in het verfrissende water van het hotelzwembad. Een heerlijke afwisseling van de toch wel best intensieve reis.

Tegen het eind van de middag loop ik terug naar mijn kamer waar ik zittend op de veranda mijn dagboek bijwerk, wat lees en naar muziek luister. Al met al een heerlijke ontspannen manier om de middag door te brengen. Terwijl ik op de veranda zit begint het te schemeren en komen de vogels waar ik vanmorgen wakker van werd weer terug en zoeken luid schreeuwend hun slaapplaats in een van de bomen bij het hotel weer op.

Maandag 26 december 2011, naar Pathein

Vandaag staat er een reisdag van een kleine 400 kilometer op het programma met als eindbestemming Pathein Hoelang we er over zullen doen is hoogst onzeker vanwege de slechte staat waarin veel wegen verkeren. Tot de lunch valt de kwaliteit van de weg waarover wij rijden mij echter heel erg mee. Voor mijn gevoel schieten we dan ook goed op. Kort na de lunch lijkt daar verandering in te komen als als er ineens een luid schurend geluid klinkt ter hoogte van het rechter achterwiel van de bus. Toevallig net de plek in de bus waar ik zo ongeveer zit. Als ik naar buiten kijk zie ik dat een deel van de wielkast nog maar aan één schroef vastzit en met een punt op de grond door de bus wordt voortgesleept. Maar Soe en Toe weten de plaat met eenvoudig gereedschap binnen een kwartier weer provisorisch vast te zetten. Even later rijden we weer verder door het Birmese landschap. En als de weg dan ook nog eens veel beter blijft dan verwacht, komen we veel eerder dan verwacht al aan het begin van de middag aan in Pathein. Het lijkt er op dat het ook veel sneller is gegaan dan Soe en Toe hadden verwacht. In ieder geval besluiten nu al naar een parassol makerij te rijden terwijl het eerst de bedoeling was om daar morgenochtend naar toe te gaan. Na het productieproces van de parasols bekeken te hebben en, vooral bij de overbuurman, parasols ingekocht te hebben rijden we door naar ons hotel.

Dit aan de rand van Pathein gelegen hotel is het enige door de staat gerunde hotel waar we tijdens deze rondreis zullen overnachten. Maar omdat we de staat niet onnodig willen sponseren, voelen we er alleen weinig voor om in het hotel te gaan eten. Alleen, het hotel ligt te ver van het centrum om daar lopend naar toe te gaan. Maar gelukkig blijken Soe en Toe voor de tweede keer tijdens deze reis bereid om als taxi te fungeren. Alleen willen zij eerst nog met de bus naar een werkplaats in Pathein om de losgeraakte plaat beter vast te laten zetten. We spreken af dat zij ons rond zes uur naar het centrum zullen brengen. Hier eten we in kleinere groepjes verdeeld over verschillende restaurantjes. Een mooi einde van deze lange reisdag.

Dinsdag 27 december 2011, naar het strand van Chaung Tha

Iets na drieën wordt ik wakker met een vreemd gevoel in mijn buik. De daarop volgende uren breng ik afwisselend door op het toillet en in het bed. Ik ontbijt wel gewoon en slik vlak voordat we met de bus naar Chaung Tha vertrekken wat imodium om mijn darmen tot rust te brengen. Dat lukt goed en ik heb de rest van de vakantie geen last meer van mijn darmen. Hoewel het maar zo'n 35 kilometer is naar Chaung Tha, is het de verwachting dat we er ongeveer drie uur over zullen doen door de slechte staat van de wegen tussen Pathein en Chaung Tha. Maar ja, dat werd gisteren ook gezegd van de weg tussen Pyay en Pathein. En de geschiedenis lijkt zich te herhalen. Als wee Pathein verlaten rijden we over een smalle, maar rechte en goed onderhouden weg in de richting van Chaung Tha. Op deze manier zullen we zeker geen drie uur over de 35 kilometer doen. Maar dan rijden we de heuvels in. Hier wordt de weg nog smaller, maar vooral veel slechter en - zoals meestal in de heuvels - veel bochtiger. De weg wordt, mede door de vele plekken waar aan de weg gewerkt wordt, zo smal dat het nog maar op bepaalde punten mogelijk is om tegemoetkomende bussen te passeren. En we komen er onderweg nogal wat tegen. Maar dankzij de alerte rijstijl van de chauffeurs en het feit dat iedereen elkaar hier de ruimte gunt, lukt het elke keer weer. Alleen haalt het de snelheid wel uit de rit waardoor we uiteindelijk pas even na elf uur in Chaung Tha zijn.

Chaung Tha
Onze huisjes aan Chaung Tha strand

Zoals al eerder deze vakantie overnachten we hier in een soort vakantiehuisjes. De meesten direct aan het strand, maar allemaal met uitzicht op het strand. Geen verkeerde plaats om de vakantie af te sluiten. alleen werkt het weer niet helemaal mee. De zon laat zich vandaag niet zien en onderweg naar Chaung Tha gingen de ruitenwissers van de bus zelfs even aan. Na mijn rugzak op mijn kamer gelegd te hebben, ga ik op de veranda voor mijn huisje zitten en bekijk het strandleven op Chaung Tha strand. Op een enkele westerse toerist na, zijn er alleen maar Birmezen op het strand. Maar ja wat wil je, Chaung Tha ligt op slechts zes uur rijden van Yangon.

Chaung Tha strand
Garnalen verkoopster op Chaung Tha strand

Andere Birmezen proberen juist weer hun kost te verdienen op het strand door opgeblazen autobanden of rubberbootjes te verhuren waarmee Birmezen, die volgens mij bijna allemaal niet kunnen zwemmen, de zee in gaan. Wil je niet het water in, dan kun je een fiets of tandem huren om een stukje over het strand te fietsen. Honger hoef je hier op het strand ook niet te hebben, want er lopen voldoende verkopers, vooral vrouwen, die vis en garnalen op een stokje verkopen. Maar wat me nog het meest opvalt is een boot die ik mij enige regelmaat steeds op dezelfde afstand van het strand voorbij zie varen. Uit de vlag met het rode kruis voorop de boot maak ik op dat het hier een boot van de plaatselijke 'baywatch' betreft. Na een tijdje het strandleven bekeken te hebben, doe ik de deur van mijn huisje op slot en vertrek ik voor een korte standwandeling. Tijdens deze wandeling zie ik een man die een paar spelende kinderen op de foto zet. Het lijkt een trotse vader die zijn kinderen op de foto zet. Maar dan begint de man andere kinderen op de foto te zetten. Zou hij zoveel kinderen hebben? Dan realiseer ik mij ditik naar heel iets anders zit te kijken. Iets wat in Nederland al lang 'uitgestorven' is. De man probeert hier geld te verdienen door foto's te maken van mensen die een dagje of een paar dagen naar het strand zijn en deze foto's aan deizelfde mensen te verkopen. In Nederland, waar iedereen een digitale camera heeft (al dan niet als onderdeel van een mobieltje) ondenkbaar, maar hier zie ik een aantal van deze beroepsfotografen op het strand lopen. Heel leuk om te zien.

Chaung Tha
Visverkoopster op Chaung Tha strand

Na een korte strandwandeling loop ik naar het dorp. Maar dat stelt niet heel veel voor en het kost mij dan ook niet veel tijd om het dorp te bekijken. Als ik terug loop naar het strand ga ik bij een restaurantje aan de weg tussen het dorp en ons hotel op het terras zitten om te gaan lunchen. Als ik net ben gaan zitten, komen er twee groepsgenoten aanlopen die bij mij aan tafelt komen zitten. We bestellen alle drie een portie garnalen tempura's. Een goed keuze, alleen zijn de porties zo groot dat we achteraf met z'n drieën aan twee porties meer dan genoeg gehad zouden hebben. Na de lunch wandel ik terug naar mijn mooie huisje aan het strand waar ik op de veranda wat ga zitten lezen. Tenniste, dat is het plan. Maar van lezen komt niet veel. In plaats daarvan zit ik de rest van de middag gezellig met groepsgenoten te kletsen.

Woensdag 28 december 2011, wandelen naar het vissersdorp

Chaung Tha
Vliegerverhuurder op Chaung Tha strand
Chaung Tha strand
Verkoper op Chaung Tha strand

Als ik vanmorgen om half zeven op de veranda ga zitten om mijn dagboek bij te werken, zie ik tot mijn grote verbazing dat het al behoorlijk druk is op het strand. Veel mensen wandelen een stukje over het strand en de fietsen staan al weer klaar om verhuurd te worden. Sterker nog, de eerste fietsen zijn al weer verhuurd. Zelf ga ik vroeg ontbijten om daarna over het strand naar een even verderop gelegen vissersdorpje te wandelen. Het eerste stuk strand zit er hetzelfde uit als het strand waarop ik uitkijk van de veranda van mijn huisje. Vakantiehuisjes aan het strand en op het strand de bekende bootjes-, banden- en fietsenverhuurders. Net als bij de souvenier stalletjes langs de weg, zie je ook hier dat iedereen ongeveer hetzelfde aanbiedt. Op deze regel zijn echter een paar uitzonderingen. Zo lopen er twee mannen op het strand die een soort vitrinekastjes met opgezette kreeften en andere zeedieren verkopen. Niet mooi, maar wel origineel. De tweede uitzondering die ik zie is een man die vliegers verhuurd. Maar gezien het geringe aantal vliegers dat ik in de lucht zie, met weinig succes. Totstaat er aan het eind van het toeristische gedeelte van het strand een mannetje waar je een paard kunt huren. Maar volgens mij verdient die man niet veel, want de paarden staan meer stil dan dat ze over het strand draven.

Bij het visserdorp zijn liggen veel bootjes in het water. Kennelijk zijn de vissers al weer terug met hun vangst. Ik zie namelijk vooral mensen die bezig zijn de vangst te sorteren en manden met kleine visjes naar een soort platforms boven het water dragen. Op deze platforms worden de vissen vervolgens in het zonlicht gedroogd. Mooi om te zien. Als ik bij het visserdorp niet verder over het strand kan lopen, draai ik mij om om terug te lopen naar het hotel. Alleen wordt het op dat moment vloed en komt het water zo snel op dat het voor mij al niet meer mogelijk is om over het strand terug te lopen. Maar ja, dat ik bij deze temperatuur geen enkel probleem. En dus wandel ik even later door het opkomende water terug. Bij het hotel aangekomen doe ik mijn zwembroek aan en neem een heerlijke duik in de zee. Het grote voordeel van onze huisjes aan het strand is dat je vanuit zee dus zo weer naar het huisje kunt lopen om weer even op de veranda te gaan zitten. Als ik even later opnieuw het water in wil, let ik bij het opstaan niet goed op en stoot ik mijn hoofd aan een scherpe punt van een balk waar het dak van de veranda op rust. Nu gebeurd het wel vaker dat ik mijn hoofd stoot en besteed ik er eerst weinig aandacht aan. Maar even later voel ik iets warms over mij gezicht lopen. Als ik met mijn hand voorzichtig voel wat dat is, zitten mijn vingers daarna onder het bloed. Kennelijk heb ik mijn hoofd opengehaald. Anne-Marie, die toevalling net in de buurt is, holt weg om haar EHBO-set te halen terwijl een groepsgenoot een handdoek uit mijn badkamer haalt die ik op het wondje druk om het bloeden te stoppen. Uiteindelijk valt het allemaal mee en blijkt maar weer eens dat kleine hoofdwondjes flink kunnen bloeden. Als het bloeden gestopt is vraag ik mij af of ik gisteren ik gisteren de lokale nats (geesten) heb uitgedaagd toe ik mijn eigen EHBO-setje, er van uitgaande dat ik die toch niet meer nodig zou hebben, weg gaf aan de plaatselijke reddingsbrigade.

Chaung Tha
'Baywatch' bij Chaung Tha strand

Net op het moment dat ik later op de middag weer het water in wil gaan, zie ik hoe de mensen van de reddingsbrigade iedereen het water uit stuurt. Van groepsgenoten die het water uit komen lopen hoor ik dat er op dat moment een vrij sterke onderstroom stond. In combinatie met het feit dat de meeste Birmezen volgens mij niet kunnen zwemmen, lijkt mij dit voldoende reden om iedereen uit het water te sturen. NU zwemmen in de zee even niet toegestaan is, ga ik samen met een paar groepsgenoten lunchen bij een klein eindje verderop aan het strand gelegen restaurantje. Hier eet ik voor het eerst in mijn leven krab. En mijn in het bijzonder, krab met knoflook en zwarte peper. ERg lekker, maar ook erg veel (knoei)werk. De rest van de middag breng ik al lezend in het boek 'La Bella Bettien' door op de veranda van mijn huisje. Het lezen onderbreek ik alleen een uurtje als de masseur die ik via de receptie van het hotel heb laten komen zich om drie uur bij mijn huisje meldt.

's Avonds gaan we met de hele groep, inclusief Soe en Toe, uit eten bij hetzelfde restaurantje waar ik vanmiddag heb geluncht. Vanavond is ons gezamenlijke afscheidsdiner, want morgen beginnen we eigenlijk aan de terugreis.

Donderdag 29 december 2011

Als ik om zeven uur op de veranda voor mijn kamer ga zitten, zie ik dat het ook vandaag op dit vroege tijdstip al veel mensen op het strand zijn. Een half uurtje later beginnen de fietsen-, bandjes-, en bootjesverhuurders hun spullen op het strand uit te stallen. Terwijl ik geniet van het uitzicht denk ik na over dit land waarvan ik de laatste vier weken een klein stukje heb gezien. Als ik die vier weken in gedachten de revue laat passeren realiseer ik mij dat het de mensen zijn die de meeste indruk op mij hebben gemaakt. Een bevolking die ik mij zal herinneren als buitengewoon vriendelijk, behulpzaam en spontaan. Maar de msnen zal ik mij ook herinneren vanwege het grote aantal mensen (mannen en vrouwen) met slecht onderhouden tanden, die door het kauwen van betelnoten rood verkleurd zijn.

Daarnaast zal ik mij dit land herrineren als het land met de ontelbaar vele (gouden) pagodes en het land waar, vooral door vrouwen, op veel plaatsen aan wegen wordt gewerkt. Bij dit laatste vraag ik mij af of deze vrouwen een reguliere, betaalde baan hebben, of dat er hier sprake is van 'vrijwillige' dwangarbeid. Dit is volgens sommige artikelen een milde en meest alledaagse vorm van dwangarbeid waarbij de lokale bevolking wordt ingezet om gratis arbeid te verrichten voor het leger of de overheid. De lokale bevolking wordt daarbij gedwongen tot het bouwen van wegen, stations, bruggen en andere infrastructuur. Wie niet werkt, krijgt een fikse boete. Maar de tijd die ik in Myanmar heb doorgebracht was veel te kort om daar achter te komen. Wat mij wel opviel was dat veel mensen gemakkelijker en opener over de (politieke) situatie in het pland praten dan ik had verwacht. En allemaal gaven ze aan dat de situatie de laatste jaren verbeterd is. Misshien verklaart dat ook dat ik veel meer afbeeldingen van Aung San Suu Kyi heb gezien dan ik had verwacht. Zo stonden foto's van Aung San Suu Kyi en Hillary Clinton prominent op de voorpagina van veel kranten en worden op markten posters en kalanders van Aung San Suu Kyi verkocht. Wat ik juist veel minder heb gezien dan verwacht, zijn militairen en politie.

Rond tien uur beginnen we aan wat voor mij aanvoelt als het begin van de terugreis, de rit naar Yangon. Eerst rijden we over dezelfde smalle en bochtige weg waarover de twee dagen geleden gekomen zijn terug naar Pathein. Dit betekent soms op een plek waar de weg net iets breder is wachten op een tegemoetkomende bus of passeren we een tegemoetkomende bus die op zo'n plek op ons heeft gewacht. Maar soms lijkt het er ook op dat we op elkaar wachten. Dan staan wij stil terwijl er geen bus uit de andere richting aan komt rijden.

Yangon
Eethuisje in de buurt van de Sule pagode

Na een rit door een mooi en afwisselend landschap komen we rond half vijf 's middags aan bij ons hotel in Yangon. Na mijn rugzak op mijn kamer gelegd te hebben, breng ik mijn MP3-speler naar de receptie om deze op te laden via de USB-poort van een computer. Want opnieuw laat mijn USB Travel Charger het afweten (na terugkeer in Nederland blijkt deze definitef de geest gegeven te hebben). Als ik daarna Yangon in wil lopen om te gaan eten, kom ik bij de lift een groepsgenote tegen. Samen gaan we eten bij een eethuisje vlakbij de Sule pagode waar ik aan het begin van deze reis heb geluncht. Het eten smaakt opnieuw goed en voor een fried rice met twee blikje Coca Cola betaal ik 5.100 kyat (€ 5,10). Zo komen de laatste kyats nooit op. Na het eten lopen we terug naar het hotel waar we in het restaurant naast het hotel een paar groepsgenoten zie zitten. We gaan bij hen zitten en ik bestel een fles Tiger bier. Deze kost 4.300 kyat. Dat schiet beter op.

Vrijdag 30 december 2011

Na eerst samen met Anne-Marie en een paar groepsgenoten ontbeten te hebben, zwaien we met een deel van de groep Anne-Marie uit die met een andere vlucht terug naar Nederland zal vliegen. Dit uitzwaaien doen we geheel in stijl, zoals wij vaak uitgezwaaid zijn de het perioneel van hotels waar we overnacht hebben. Hierna loop ik in m'n eentje Yangon in.

Centraal station Yangon
Centraal station Yangon

Mijn eerst doel tijdens deze laatste wandeling door Yangon is het vlakbij het hotel gelegen centraal station. Hier kijk ik al fotograferend mijn ogen uit. Oogt het gebouw al oud en vervallen, de treien zien er zo mogelijk nog ouder en nog slechter onderhouden uit.

Na een uurtje op het stion doorgebracht te hebben , loop ik naar de Bogyoke Aung San markt. Maar deze valt mij erg tegen. Iets wat mogelijk deels komt doordat er bij mij, na vier weken Myanmar, sprake ik van een bepaalde mate van 'marktmoeheid'. Na nog even mijn e-mail gecheckt te hebben, wandel ik terug naar het hotel. Hier neem ik een douche, kleed mij om en pak mijn rugzak in. Iets voor twaalf uur check ik uit. Het duurt dan nog ongeveerr twee uur voordat we naar het vleigveld zullen vertrekken. Ik loop daarom naar het naast het hotel gelegen restaurant waar al meer groepsgenoten zitten. Ik ga bij twee groepsgenoten aan tafel zitten en besteed hier mijn laatste kyats aan een ijskoude lemonjuice met honing en een Japanse kipburger met frietjes.

Groepsfoto
Groepsfoto

Om twee uur is het tijd om naar het vleigveld te vertrekken. In de inmiddels vertrouwde bus rijden Soe en Toe ons in een klein half uurtje naar het vliegveld. In de bus is ook de medewerker van de lokale reisorganisatie (Adventure Myanmar) die ons bij aankomst verwelkomde op het vliegveld. Hij heeft voor ons nog twee kleine cadeautjes. Een kleine zandtekening in een lijstje en een bij aankomst gemaakte groepsfoto. Op het vliegveld blijkt dat er op dat moment een grote computerstoring is. Dat betekent handmatig inchecken, handmaitg geschreven bagagelabels en nog geen boardingkaart voor de vlucht van Singapore naar Schiphol.Als dat maar goed komt. Op het vliegvled neem ik afscheid van 'de groep van 6' die via Bankok naar huis zullen vliegen (al dan niet na eerst nog een paar weken strand in Thailand). Samen met de rest van de groep stap ik rond kwart voor vijf het vliegtuig. Iets na vijven stijgen we met een klein half uur vertraging op. Maar kennelijk geeft de piloot onderweg iets extra gas, want als we in Singapore land is de vertaging volledig ingelopen. In Singapore moet ik ongeveer twee en een half uur wachten op de aansluitende vlucht naar Schiphol. maar dei tijd vliegt voorbij. Om te beginnen doe je er op een groot vliegveld als dat van Singapore het al tijd om, in dit geval met een shuttle trein, van de ene naar de andere terminal te gaan. En daarnaast zijn er op een groot vliegveld als dat van Singapore voldoende mogelijkheden om de tijd te doden. Ik kies er voor om eerst een grote beker koffie te gaan drinken bij de Starbucks, loop daarna wat rond en check mijn e-mail. Dan is het al weer tijd om in te checken. Bij het boarden blijkt dat ik in tegenstelling tot wat mij beloofd is, geen plek met veel beenruimte heb. Maar gelukkig weet het cabinepersoneel voor mij, in het lang niet volle vliegtuig, toch een plek met extra beenruimte voor mij te regelen. En zo vlieg ik toch nog redelijk confortabel naar Nederland.

Zaterdag 31 december 2011

Dankzij een behoorlijke rugwind landen we al om zes uur, zo'n veertig minuten eerder dan gepland, op Schiphol. Terwijl ik samen met de rest van de groep bij de bagageband sta te wachten, komt Anne-Marie bij dezelfde band staan. Ondanks het feit dat zij uren eerder vertrokken is uit Yangon, is zij nu pas geland doordat zij een lange stopover had in Kuala Lumpur en een vetraagde vlucht. Doordat de bagage vrij vlot komt, lukt het mij om de de trein van kwart voor zeven van Schiphol naar Enschede te nemen. In Amersfoort stap ik over op de trein naar Zwolle waar ik rond kwart over acht aankom. Als de trein Zwolle binnenrijdt zie ik hoe het licht van de straatlantaarns weerspiegelt in de natte Zwolse straten. Ik ben weer thuis.