Reisverslag Peru
![]() |
Links naar aanvullende informatie: |
Donderdag 27 september 2001 - Van Schiphol via Aruba naar Lima
“Jij hebt waarschijnlijk het duurste kaartje in deze trein” zegt de conducteur als ik hem mijn KLM ticket laat zien. Het is donderdag 27 september 2001 en ik zit in de trein van Zwolle naar Schiphol, voor mijn gevoel het begin van mijn vakantie naar Peru. Nadat ik vanmorgen om halfzeven door een treintaxi bij huis ben opgehaald, ben ik nu met de trein onderweg naar Schiphol. Hier maak ik kennis met de andere mensen van de groep en zonder vertraging vertrekken we om 10.45 uur vanaf Schiphol.
In een McDonell Douglas MD-11 van de KLM vliegen we, op een hoogte van 10.700 meter en met een snelheid van 940 km/uur, naar Lima met een tussenstop op Aruba. Doordat we naar het westen vliegen en we een aantal tijdzones passeren, is het na een paar uur vliegen nog steeds kwart voor elf. Om 14.40 uur (plaatselijke tijd) landen van voor een korte tussenstop op Aruba. Aangezien het vliegtuig tijdens deze tussenstop wordt schoongemaakt moeten we allemaal het vliegtuig verlaten. Een uur na aankomst verlaten we de luchthaven van Aruba voor het laatste gedeelte van onze vlucht naar Lima. Vanaf Aruba is het nog ongeveer 3½ uur vliegen naar Lima. Geheel volgens planning landen we om 18.10 uur in Lima waar we opgewacht worden door Guy Vancraybex, de reisbegeleider van Sawadee.
Na op de luchthaven de eerste Sols gepind te hebben vertrekken we naar ons hotel. Hier worden we, met soep en brood, welkom geheten door Toon, de Nederlandse eigenaar van het hotel. Rond kwart voor elf ga ik, na een dag van 23-uur, slapen.
Vrijdag 28 september 2001 - Sightseeing in Lima
Ondanks de lange dag gisteren ik vanmorgen toch al weer om
zes uur wakker, zal wel door het tijdsverschil (in Peru is het zeven uur
vroeger) komen. Vandaag is een “vrij te besteden” dag in Lima. De ochtend gaat op aan het wisselen van de
100 Sol biljetten uit de geldautomaat in biljetten van 10
en 20 Sol (wisselgeld is schaars in Peru) en het kopiëren van het paspoort
(een nieuwe wet verplicht hotels om kopieën van het paspoort met stempels van
de Peruaanse douane op te vragen). De lunch (soep en hoofdgerecht) kost 5 Sol
(oftewel 1,25 euro).
Na de lunch wandel ik samen met een aantal andere mensen uit de groep wat door Lima. Wij wilden o.a. gaan kijken naar het wisselen van de wacht bij het presidentiële paleis, maar in verband met protesterende boeren gaat het wisselen van de wacht niet door (je zal als wacht maar de pech hebben net die dag op wacht te staan, wordt je mooi niet afgewisseld ;-)).
Lima is een stad met heel veel mooie oude gebouwen uit de Spaanse tijd, maar maakt mede door het weer toch een sombere indruk.
Zaterdag 29 september 2001 - Een 'goed gesprek' in de bus naar Pisco
Zondag 30 september 2001 - Met een speedboot naar de Islas Ballestas
Na
de Islas Ballestas gaan we met een eigen bus op weg naar Nazca. Op weg naar
Nazca lunchen we bij de “Laguna
de Huacachina” een oase in de buurt van Ica.
Het is een groene lagune met zwavelhoudend water waarvan de Peruanen zeggen dat
het geneeskrachtige werking bezit. Op de hoge zandduinen om de oase kun je
zandsurfen, maar niemand van onze groep waagt zich hier aan. Bij de oase spreken
we twee Nederlandse vrouwen (Femke en Darina) die zelfstandig door Peru reizen.
Hun reis naar de oase heeft iets langer geduurd dan ze vooraf hadden verwacht
doordat de chauffeur van de locale bus onderweg in elkaar werd geslagen. Femke
en Darina zullen we onderweg overigens nog regelmatig tegenkomen.
Vlak voor Nazca stoppen we bij het museum van Maria Reiche, een Duitse wiskundige die in de jaren dertig besloot zich in Peru te vestigingen om de Nazca lijnen te bestuderen. Ook beklimmen we en uitkijktoren van welke je twee Nazca figuren (de boom en de handen) kunt zien. Dit laatste is vooral voor die mensen die de volgende dag niet boven de Nazca lijnen gaan vliegen.
Maandag 1 oktober 2001 - Vliegen boven de Nazca lijnen
De
dag begint met een vlucht boven de Nazca lijnen. Met drie toeristen stappen we
in een klein vliegtuigje waarna de piloot ons de verschillende figuren laat
zien. Probleem hierbij is dat je de figuren niet kunt zien als het vliegtuig
gewoon vlak ligt. De piloot laat daarom afwisselend de rechtervleugel (voor de
mensen aan de rechterkant) en de linkervleugel (voor de mensen aan de
linkerkant) zakken zodat iedereen de figuren goed kan zien. Deze manier van
vliegen in combinatie met het veelvuldig kijken door de lens van mijn
fototoestel zorgden er wel voor dat dit de eerste keer was dat ik blij was met
de kotszakjes aan boord. Aan het eind van de vlucht stap ik misselijk en bleek
uit het vliegtuig, maar ik had het niet willen missen.
Nadat iedereen die dat wilde boven de Nazca lijnen heeft
gevlogen bezoeken we met de hele groep een aantal bezienswaardigheden in de
buurt van Nazca. Als eerste brengen we een bezoek aan de begraafplaats van Chauchilla.
Dit is een Nazca begraafplaats ongeveer 30 km. Buiten Nazca. Het is een vlakte
die bezaaid is met door de zon gebleekte schedels en beenderen, potscherven en
mummies. De begraafplaats wordt als zodanig in stand gehouden, deels om verdere
ontheiliging van het gebied te voorkomen (de meeste mummies zijn blootgelegd
door grafrovers) en deels omdat er geen geld is om de mummies en grafgiften op
een goede manier op te slaan of tentoon te stellen. Hierna gaan we naar de
aquaducten van Cantalloq (een ondergronds irrigatiesysteem van de Nazca’s),
krijgen we te zien hoe in Nazca keramiek werd gemaakt en krijgen we uitleg over
de manier waarop men in deze buurt naar goud zoekt. Onderweg zien we nog een
aantal in holen levende uilen en vertelt onze locale gids over op cactus levende
luizen die gebruikt worden voor het (rood) verven van textiel.
’s
Middags staan er geen groepsactiviteiten gepland. Ik ga eerst samen met een
aantal andere mensen van de groep uit eten. Na het eten besluit ik, samen met
een ander lid van de groep die net als ik onderweg veel foto’s maakt, om door
een minder toeristische buurt van Nazca te gaan lopen. In eerste instantie
kijken de mensen ons hier vaak erg argwanend aan waarbij mijn lengte ook hier
weer voor de nodige verbazing zorgt bij de Peruanen. Op een bepaalt moment komen
wij in een straat waar de plaatselijke jeugd een volleybalnet over de weg heeft
gespannen. Op het moment dat wij voorbij komen spelen de plaatselijk meisjes
tegen de jongens. Ik besluit mee te doen en sluit mij aan bij de meisjes. Mijn
aanwezigheid zorgt voor veel hilariteit en lawaai op straat. Ouders komen de
straat op om te zien wat er aan de is. Als ze mij zien spelen beginnen ook zij
te lachen en hoewel we niet met hen kunnen praten is alle argwaan op dat moment
verdwenen.
Ik heb in Peru heel veel gezien, veel mooie dingen maar ook veel armoede. Ook is er in Peru nog veel kinderarbeid. In grote steden lopen veel kinderen als schoenpoetser op straat en kun je voor één Sol je schoenen laten poetsen. Sawadee heeft zich in Nazca over één van deze kinderen ontfermt. Deze jongen heet Henry en door de steun van Sawadee kan hij nu naar school. Wel moet hij dan elke keer als er een Sawadee groep in Nazca is laten zien waar hij op dat moment mee bezig is. ’s Avonds pakt hij dan vaak weer even zijn oude beroep van schoenpoetser en poetst hij (natuurlijk tegen een kleine vergoeding) de schoenen van de Sawadee reizigers.
Dinsdag 2 oktober 2001 - Van Nazca naar Puerto Inca
Vandaag beginnen we aan de reis van Nazca naar Arequipa. De meeste reisorganisaties leggen deze afstand en één dag (of nacht) af, maar om de lange busrit van tien uur te onderbreken maakt Sawadee als een van de weinigen een tussenstop (inclusief overnachting) in Puerto Inca, ooit de haven van Cuzco. De oude Inca ruïnes zijn hier mede door het droge woestijnklimaat goed bewaard gebleven. ’s Avonds heeft men in het hotel een buffet met lokale specialiteiten voor ons klaargemaakt.
Woensdag 3 oktober 2001 - Van Puerto Inca naar Arequipa
We vervolgen wij onze rit naar Arequipa en rijden over de smalle kuststrook van Peru die over de gehele lengte uit een zeer droge woestijn bestaat. Onderweg zien we een aantal dolfijnen en de eerste condor. Na in een klein dorpje geluncht te hebben komen we rond vier uur aan bij ons hotel in Arequipa. Na eerst mijn vuile kleren naar een wasserette vlakbij het hotel gebracht te hebben, loop ik Arequipa in en ben direct onder de indruk van de stad.
Donderdag 4 oktober 2001 - Op 'bezoek' bij Juantia (het ijsmeisje)
Een vrije dag in Arequipa. Ik besluit om deze dag in mijn eentje door te brengen, maar neem me ook voor om eerst uit te slapen. Dat uit slapen lukt redelijk, rond half acht word ik wakker. Daarna begin ik de dag met een half uur internetten. Hierna loop ik door naar het “Plaza de Armas” waar ik boven op een galerij (met uitzicht op het Plaza) ontbijt. De rest van de dag heb ik vooral veel door Arequipa gelopen en heb van het eerste tot het laatste moment genoten van deze mooie stad. Ik breng o.a. een bezoek aan het Santa Catalina klooster en bekijk Juanita (het ijsmeisje). Ook heb ik deze dag gebruikt om geld te wisselen en mijn was bij de wasserette op te halen.Vrijdag 5 oktober 2001 - Met de bus naar de Colca Canyon
Zaterdag 6 oktober 2001 - Condors kijken op de Cruz del Condor
Deze dag moet wat mij betreft een van de hoogtepunten van
deze reis worden. Vandaag gaan we namelijk naar de Cruz
del Condor en hopen daar veel Condors te zien. We weten echter ook dat er
gisteren maar één condor te zien was. We willen in elk geval niet te laat
komen en vertrekken daarom al om vijf uur uit Chivay naar de Cruz del Condor.
Het weer voorspelt niet al te veel goeds. Het is bewolkt en het ziet er eerder
naar uit dat het zal gaan regenen dan dat de zon zal gaan schijnen. Dit
verkleint de kans op het zien van veel condors omdat condors bij het vliegen
gebruik maken van thermiek. Als we bij de Cruz del Condor aankomen is er nog geen condor te zien,
wel wordt het weer geleidelijk iets beter. Even later zien we een paar condors
onder in de kloof vliegen. Gebruik makend van de thermiek die de zwakke zon al
veroorzaakt in de smalle kloof komen de condors hoger en hoger. We zien een
aantal volwassen en een aantal jonge condors. Gelukkig voor ons geven de condors
vandaag een goede show en als ze over onze hoofden vliegen vraag je je toch af
wie nu naar wie kijkt.
Na de show van de condors maken we een wandeling van ongeveer 3½ uur waarvan een gedeelte over een smal pad vlak langs de afgrond. Overal waar we komen zijn boeren druk aan het werk op het land. ’s Middags begint het helaas weer te regenen waardoor het voor die middag geplande paardrijden niet doorgaat. We overnachten in een klein hotelletje in Cabanaconde.
Zondag 7 oktober 2001 - Terug naar Arequipa
Vandaag vertrekken we alweer uit Cabanaconde om terug te gaan naar Arequipa een bustocht van ongeveer 7 uur. In de buurt van de Cruz del Condor onderbreken we de busrit met een wandeling van ruim een uur. Als we op de 4900 meter hoge pas zijn waar we ook op de heenweg gestopt zijn valt het op dat de regen die wij in Cabanaconde hebben gehad op deze hoogte in de vorm van sneeuw is gevallen.Maandag 8 oktober 2001 - Met vertraging naar Puno
Onze
laatste dag in Arequipa en zullen we met een binnenlandse vlucht naar Puno gaan. Het probleem is alleen dat de vorige avond nog niet bekend was hoe laat
ons vliegtuig zou vertrekken. We spreken af dat iedereen om negen uur in de hal
van het hotel zal zijn waar we dan de definitieve vertrektijd van het vliegtuig
door zullen krijgen. Dat wil zeggen voor zover een vertrektijd in Peru
definitief kan zijn.
Om nog zoveel mogelijk van deze prachtige stad te kunnen genieten ben ik vroeg (7 uur) opgestaan en ben ik naar het centrum van Arequipa gegaan. Op dat moment is er nog weinig te doen, maar in het uur dat ik op een bankje op het Plaza de Armas zit zie ik de stad langzaam wakker worden. Na op het Plaza de Armas ontbeten te hebben loop ik terug naar het hotel om daar te horen dat de vertrektijd van ons vliegtuig nog niet bekend is en er om elf uur een laatste breefing zal zijn. Ik loop daarop opnieuw de stad in, gewoon omdat deze stad mij blijft boeien.
Om elf uur horen we dat we om één uur naar het vliegveld zullen gaan en dat ons vliegtuig rond half vijf zal vertrekken. Ons vliegtuig vertrekt keurig op tijd en na een half uur vliegen landen we rond vijf uur in Puno. Er staat nog een bezoek aan Sillustani, aan het meer van Umayo, op het programma, maar als we daar aankomen is het helaas al donker zodat we weinig zien van de historische chullpas of graftorens uit de Colla- en Incacultuur.Dinsdag
9 oktober 2001 - Met de boot naar de drijvende rieteilanden op het titicacameer
Woensdag 10 oktober 2001 - Met de bus naar Cuzco
Met de bus van Puno naar Cuzco, een
busreis van zeven à acht uur. Onderweg zijn er weinig bezienswaardigheden, maar
het landschap maakt veel goed. Rond de lunch stoppen we bij een textielfabriek
waar we een rondleiding krijgen. Hierna gaan we picknicken aan de picknicktafels in het parkje bij de
textielfabriek. Ook stoppen we onderweg nog bij het hoogste punt waarop wij deze
dag komen, de pas La Raya (4320 meter) om hier van het uitzicht te genieten.
In Cuzco overnachten we in een hotel van twee Nederlanders (Walter en Tineke), twee mensen die zich volop inzetten voor de Stichting Hope. Een stichting die tot doel heeft mensen in achterstandsgebieden zoals de Pueblos Jovenes (arme buitenwijken van grote steden) en de Comunidades (boerengemeenschappen) in de gelegenheid te stellen hun eigen leefomstandigheden te verbeteren. Om de stichting te steunen koop hier alvast mijn kerstkaarten voor dit jaar.
Donderdag 11 oktober 2001 - Een ontdekkingstocht door de omgeving van Cuzco
Vrijdag 12 oktober 2001 - Citytour door Cuzco
De tweede vrije dag in Cuzco, maar Guy heeft ook voor vandaag een citytour geregeld en we bezoeken o.a. Saqsaywaman, Q’enqo, Pukapukara, Tambo Machay en de Santo Domingo.Zaterdag 13 oktober 2001 - Naar Lares voor de start van de Lares Trail
Vandaag beginnen we met vier mensen aan een totaal nieuwe fase van deze reis. We vetrekken om zes uit ons hotel in Cuzco en gaan met een lokale bus naar Lares, waar we rond half elf aankomen. Het op 3200 meter hoogte gelegen Lares is voor ons het vertrekpunt voor een driedaagse wandeltocht. Om elf uur beginnen we te lopen, het is dan nog droog maar dat zal niet lang zo blijven. Vlak na de middag begint het te regenen. Gelukkig kunnen we lunchen in een oud schoolgebouwtje zodat we in elk geval droog zitten. Ook het grootste gedeelte van de middag blijft het regenen. Als we rond vijf uur op het op 3700 meter gelegen eindpunt voor deze dag aankomen regent het nog steeds. Doordat mijn schoenen inmiddels doornat geworden zijn en ik constant in de modder sta zijn mijn voeten al aardig afgekoeld. Die nacht slaap ik met zoveel mogelijk kleren aan in mijn eigen slaapzak in een tent, maar ondanks alles heb ik het die nacht toch koud. Vooral mijn voeten willen maar niet warm worden.Zondag
14 oktober 2001 - Stijgen, dalen, nog meer stijden en afzien in de Andes
Om zeven uur staan we op en na een stevig ontbijt beginnen we een half uur later weer te lopen. Dit blijkt voor mij de remedie tegen koude voeten. Hoewel we deze dag per saldo maar 100 meter zullen stijgen, moeten we vandaag veel klimmen en dalen. 's Ochtends is het echt perfect wandelweer (niet te warm en droog) maar helaas laat het weer ons ’s middags weer in de steek en lopen we vanaf een uur of één weer door de regen. Het eindpunt van deze dag ligt op 3800 meter vlak boven een grote waterval. Als we bij de waterval aankomen is het ondertussen zo hard gaan regenen dat we er niet echt van kunnen genieten. Glibberend en glijdend over de natte stenen klimmen we langs de waterval omhoog. Als we boven zijn komt er een dichte mist opzetten waardoor we helaas niet van het mooie uitzicht boven aan de waterval kunnen genieten. Vannacht zullen we op het erf van een boer slapen en omdat we het de afgelopen nacht allemaal koud hadden worden de tenten in een van de schuren van de boer opgezet. Doordat de tenten hier enigszins beschut staan valt het die nacht mee met de kou.
Maandag 15 oktober 2001 - Ontmoeting met 'de lama met de hamer'
Als
ik vanochtend mijn schoenen aan trek zijn ze nog niet eens goed droog maar
gelukkig ziet het weer er vandaag redelijk goed uit. Nu maar hopen dat vandaag
niet, zoals dat de afgelopen dagen wel gebeurde, rond de middag de zon weer
achter de wolken verdwijnt en we weer in de regen moeten lopen. De eerste paar
uur moeten we vandaag vooral heel veel klimmen om het hoogste punt van de
wandeling (4420 meter) te bereiken. Als we bijna op het hoogste punt zijn kom ik
“de lama met de hamer” tegen en doe vervolgens erg lang over om de laatste
meters te klimmen. Als ik op het hoogste punt ben maakt het uitzicht echter
alles goed. Vanaf nu is het vooral een kwestie van dalen en hoewel mijn benen
hier ook niet echt blij mee zijn gaat het in elk geval beter dan klimmen. Pas na
de lunch kom ik weer een beetje in mijn ritme. Die middag dalen we af in een
kloof die naarmate we lager komen steeds groener wordt. Gelukkig laat het weer
ons vandaag niet in de steek en kunnen we volop genieten van de omgeving. Rond
vijf uur zijn de op het eindpunt van deze wandeling. Hier stappen we op de bus
naar Ollantaytambo.
Dinsdag 16 oktober 2001 - Naar de verborgen Inca stad, Machu Picchu
Vandaag zullen we de rest van de groep weer ontmoeten, maar eerst hebben we nog een paar uur om Ollantaytambo te bekijken. Hierna nemen we de trein naar Aguas Calientes. Vanuit Aguas Calientes gaan we daarna met de bus naar Machu Picchu. Rond half twaalf komen we aan op Machu Picchu en treffen hier de rest van de groep. ’s Avonds gaan we met de trein terug naar Cuzco.
Woensdag 17 oktober - Een stad wordt wakker
De laatste dag in Cuzco. Ik besluit om, zoals ik eerder in Arequipa deed, vandaag vroeg naar het Plaza de Armas te gaan en daar te gaan kijken naar een stad die langzaam wakker wordt. Vandaag loop ik vooral veel rond door Cuzco, koop wat laatste souvenirs en lees in een internetcafé een paar e-mailtjes.
Donderdag 18 oktober 2001 - Terug naar Lima
Vandaag staan we vroeg op en verlaten al om vijf uur ons
hotel om naar het vliegveld van Cuzco te gaan. Hier nemen we het vliegtuig naar
Lima. Na onze bagage in depot gezet te hebben is iedereen vrij om Lima in te
gaan. Omdat iedereen toch naar het centrum wil besluiten we als groep een busje
te huren. We komen een prijs overeen met de eigenaar van een busje, maar als hij
even later met het busje voor komt rijden blijkt het busje eigenlijk veel te klein voor 14 personen. Heel dicht op
elkaar zittend en met twee mensen in de bagageruimte van het busje rijden we
naar het centrum. Vandaag zullen we opnieuw geen getuige zijn van het wisselen
van de wacht bij het presidentieel paleis. Ging het de eerste keer dat wij in
Lima waren niet door vanwege protesterende boeren, vandaag is het een feestdag
in Lima en is er een grote processie op het Plaza de Armas en gaat het wisselen
van de wacht opnieuw niet door.
We brengen de dag redelijk relaxt door in Lima en gaan rond half vijf weer naar het vliegveld. Ons vliegtuig zal om tien over acht vertrekken en zal ons, met een tussenlanding op Aruba, in ongeveer 14½ uur naar Schiphol.
Vrijdag 19 oktober - De laatste etappe
Om vijf uur ’s middags land ik op Schiphol, als iedereen zijn bagage heeft nemen we afscheid van elkaar en loop in naar het station. Er staat net een trein naar Enschede klaar om te vertrekken. In Amersfoort stap ik over in de trein die mij naar Zwolle zal brengen. Vlak voor Zwolle komt een conducteur de coupé binnen. Als ik hem mijn KLM ticket laat zien zegt hij “Jij hebt waarschijnlijk het duurste kaartje in deze trein”.