Kampie.info

Reisverslag Peru



Tijdtafel Andes culturen
(Andes beschavingen door de eeuwen heen)


Pre-Keramische Periode 4000-1800 v.Chr.

Datering van het oudste in Peru gevonden overblijfsel van geweven plantenvezels (3500 v.Chr.)

Het begin van de katoenteelt (2500 v.Chr.)

Tijdens deze lange periode gingen de nomadische groepen jagers/verzamelaars van de Andes zich geleidelijk vestigen en begonnen aan een primitieve vorm van planten- en dierendomesticatie. De oudste collectieve begraafplaatsen en eerste ceremoniële centra stammen uit deze periode en getuigen van een georganiseerde samenleving. Tot de vindplaatsen behoren Huaca Prieta en Aspero aan de kust en Kotosh en Galgada in de hooglanden. Deze vindplaatsen worden gekenmerkt door op terrassen gebouwde structuren die waarschijnlijk als tempels werden gebruikt. Er is geen aardewerk gevonden, maar er waren wel andere kunstvormen zoals de weefkunst die sporen van plantenvezels en katoen heeft achtergelaten.


Vroeg-Keramische Periode 1800-900 v.Chr.

Datering van het oudste in Peru gevonden overblijfsel van keramiek, in Kotesh (1800 v.Chr.)

Geschatte datering van houtfragmenten gevonden in Cerro Sechán (1519 v.Chr.)

Datering van koperplaten gevonden in Mina Perdida (1250 v.Chr.)

De Vroeg-Keramische Periode vertegenwoordigt een belangrijke overgangsperiode waarin kunst, bouwtechnieken en nieuwe aspecten van de samenleving die in de Pre-Keramische Periode waren ontstaan zich verder ontwikkelden. DE introductie van keramiek, vermoedelijk uit Ecuador en metaalbewerking was essentieel. De ceremoniële centra werden complexer. Tempels werden in een U-vorm gebouwd. Aan de kust werd het complex Garagay gebouwd, dat een van de eerste voorbeelden van veelkleurige muurschilderingen bevat. Cerro Sechán in de Casmavallei is een van de beroemdste vindplaatsen uit deze periode.


Vroege Horizon 900-200 v.Chr.

De oudere fase van het ceremoniële centrum Chavín de Huántar; bouw van de Oude Tempel, ook wel het Castillo genoemd (900-500 v.Chr.)

De recentere fase van het complex waarin de nieuwe tempel werd gebouwd (500-200 v.Chr.)

De eerste van drie 'horizonnen' waarin de geschiedenis van pre-Columbiaans Peru gewoonlijk wordt ingedeeld, beslaat het ontstaan en de verspreiding van grote pan-Peruaanse culturen die de vorming van de culturen die volgden beïnvloedde. Het religieuze centrum Chavín de Huántar breidde zich uit vanaf ca. 900 v.Chr. zijn gebeeldhouwde en gegroefde monolieten dragen symbolische voorstellingen van de jaguar en andere monsterachtige wezen uit de wouden van het Amazonegebied, maar ook andere van de kust. Nu zijn zowel de oorsprong van de religieuze cultus die de eerste grote eenwording van Peru teweegbracht als de mensen die dit bewerkstelligden onbekend. Ook metaalbewerking raakte tijdens deze horizon wijdverbreid.


Vroege Tussenperiode (Eerste tussenperiode) 200 v.Chr.-700 n.Chr.

Cahuachi wordt de 'hoofdstad' van de Nazca-cultuur (100 v.Chr.)

Vermoedelijk tijdstip van de eerste bouwfase van de Piramiden van de Zon en Maan in de stad Moche (100 n.Chr.)

Het regionalisme dat verschillende momenten in de geschiedenis van de Andes kenmerkte, begon tijdens deze periode. Er kwam een eind aan de door Chavín teweeggebrachte culturele en wellicht politieke eenwording en het gebied viel uiteen in een reeks kleine 'koninkrijken' of 'staten' die overeenkwamen met beschavingen of culturen in het gebied. Hiertoe behoren de Mochen (ook wel Mochica's genoemd) langs de noordkust en de Nazca's in de zuidkust. Archeologisch onderzoek getuigt van opmerkelijk geavanceerde samenlevingen gebaseerd op landbouw en visserij die aardewerk, textiel en objecten van edelmetaal produceerden. Graven van hooggeplaatste personen die kunstobjecten bevatten getuigen van het bestaan van een piramidale streng georganiseerde samenleving.


Midden Horizon 700-1000 n.Chr.

Bloeitijd van de stad en het rijk Tiahuanaco (500 n.Chr.)

Politieke en culturele opkomst van de stad Huari, vermoedelijk de hoofdstad van het gelijknamige rijk (600-700 n.Chr.)

Ondergang van de machtscentra Huari en Tiahuanaco door onbekende oorzaken (600-700 n.Chr.)

Tijdens deze horizon vond er een nieuwe fase van eenwording plaats. De kleine staatjes die tijdens de voorgaande eeuwen waren ontstaan werden opgenomen in de politieke en culturele macht van het huaririjk. Voor het eerste ontstonden er een wegennet, verdedigingsmuren en echte steden, gebaseerd op een schaakbordindeling. Op religieus en cultureel gebied werden de huari's beïnvloed door een andere macht, het theocratische centrum in Tiahuanaco bij het Titicacameer. complex vertegenwoordigde wellicht een poging de oorspronkelijk in Chavín gevestigde cultus van de Stafgod nieuw leven in te blazen. Deze periode bracht ook prachtige monumentale sculpturen, gekleurde aardewerken kruiken en zeer vakkundig geweven stoffen voort.


Late tussenperiode (Tweede tussenperiode) 1000-1450 n.Chr.

Bloeitijd van de Sicán-cultuur in de noordelijke kustvalleien (1000-1100 n.Chr.)

Stichting van Chan Chan (ca. 1000 n.Chr.)

Bloeitijd van de Chimù-cultuur in de noordelijke kustvalleien (1350-1450 n.Chr.)

Minchancaman, koning van de Chan Chan, capituleerde voor de Incabelegering en het Chimù-rijk viel in handen van de vijand (1463 n.Chr.)

Rond 100 n.Chr. veroorzaakten onbekende gebeurtenissen de ondergang van het Huari-rijk en vond er in Peru een nieuwe politieke en culturele verdeling plaats. Vooral aan de kust groeiden er nieuwe beschavingen uit de restanten van de Moche- en Nazca-beschaving en op de ruïnes van de Huari-centra werden nieuwe ceremoniële centra gebouwd. Aan de noordkust verscheen het machtige rijk van de Chimù's (of Chimors) en ontstond de grote stad Chan Chan, een van de indrukwekkendste centra van pre-Columbiaans Peru. De artistieke technieken van deze culturen waren gebaseerd op de bewerking van goud en zilver en het gebruik van veren als versiering. Verder naar het zuiden duiden de begraafplaatsen van Chancay en Ica-Chincha op complexe begrafenisriten en een verfijnde textielindustrie. In 1450 maakte de opkomst van het Incarijk een eind aan de welvarende Chimù-beschaving en alle kleine staatjes van de Late Tussenperiode.


Late Horizon (Nieuwe Horizon of Inca-horizon) 1450-1533 n.Chr.

Hypothetisch begin van de Inca-dynastie met koning Manca Capac (ca. 1200 n.Chr.)

De regeringsperiode van Pachacutec, de eerste Inca-koning wiens bestaan historisch bewezen kan worden (1438-1471 n.Chr.)

Executie van koning Atahualpa op bevel van Pizarro en val van het Tahuantisuyu-rijk (1233 n.Chr.)

Dood van de laatste vertegenwoordiger van de Inca-dynastie, Tupac Amaru. Het rijk werd geannexeerd door de Castiliaanse kroon (1572 n.Chr.)

Deze horizon komt overeen met de vestigings- en expansieperiode van de laatste grote verenigende kracht in pre-Columbiaans Peru, de Tahuatinsuyu, beter bekend als het Incarijk. Dankzij een streng georganiseerde staat en een machtig leger slaagden de eerste Inca-vorsten erin hun macht in zeer korte tijd uit te breiden en talloze volken te onderwerpen, zodat er een reusachtig rijk ontstond waarvan het wegennet en de megalithische bouwwerken nog altijd zichtbaar zijn. Hoewel de verhalen die we over de eerste vorsten kennen misschien eerder mythisch dan historisch zijn, weten we zeker dat de Inca-dynastie begon met Inca Pachacutec. In 1533 werd de Inca Atahualpa verraden, gevangen genomen en ter dood gebracht door de Spaanse bevelhebber Francisco Pizarro.